Substitutiegoed
Een substituut of substitutiegoed is een product dat een ander product kan vervangen. Het gaat strikt genomen om twee verschillende producten. Toch ziet de consument de producten als gelijk of grotendeels gelijk. Een voorbeeld is koffie. Een bekend substituut voor koffie is thee. Het zijn allebei warme dranken met verschillende smaken en methoden om te zetten. Thee is dus een vervanging voor koffie.
De komst van een substituut vergroot de concurrentie van een bepaald product. Koffieproducenten concurreren niet alleen met andere koffieproducenten, maar ook met producenten van thee. Door het substituut vergroot het aanbod, wat weer invloed heeft op de prijs van het product.
Wanneer?
Wanneer is een product een substitutiegoed?
- Het substitutiegoed heeft (grotendeels) dezelfde eigenschappen als het andere product.
- De prijs en kwaliteit van het substitutiegoed zijn min of meer hetzelfde.
- Consumenten zien het substitutiegoed als een vervanging van het product.
- Consumenten zijn bereid om het substitutiegoed te overwegen.
De laatste twee zijn deels afhankelijk van persoonlijke voorkeuren. Een theedrinker die ook van koffie houdt, kan een koffie als een substitutiegoed zien. Een theedrinker die koffie vies vindt, ziet dat niet zo. Daarom wordt gekeken naar de markt in het algemeen.
Typen
Er zijn twee soorten substituten:
- Een perfect substituut: Het substituut is een perfecte vervanging voor het product. Het substituut heeft dan (bijna) dezelfde eigenschappen als het product. Margarine kan bijvoorbeeld gezien worden als een perfect substituut voor boter. Sinas of andere frisdrank is een perfect substituut voor cola.
- Een imperfect substituut: Het substituut is niet een perfecte vervanging voor het product. Het substituut heeft grotendeels dezelfde eigenschappen, maar er is ook een verschil. Toch is er concurrentie tussen de twee producten. Streamingsdiensten, zoals Disney+ en Netflix, zijn een imperfect substituut voor dvd's en videobanden.
Perfecte substituten zijn directe concurrenten van elkaar, terwijl dat voor imperfecte substituten niet altijd zo hoeft te zijn.
Concurrentie
De economie werkt volgens de wet van vraag en aanbod. Volgens deze wet daalt de prijs als het aanbod stijgt. Hoe meer bedrijven een bepaald product verkopen, hoe lager de prijs.
Substitutiegoederen kunnen een ander product vervangen. Hierdoor verhogen zij het aanbod van een bepaald goed. Hierdoor kan de prijs dalen. Aanbieders moeten hier rekening mee houden. Zij concurreren niet alleen met de aanbieders van hetzelfde product, maar ook van die substitutiegoederen. Als hun prijs te hoog is of kwaliteit te laag is, zullen consumenten sneller overstappen naar het substitutiegoed.