Stadhuis van Brussel
Het stadhuis van Brussel staat aan de Grote Markt. Tot 2022 werd het gebouw als stadhuis door de gemeente Brussel gebruikt. Sinds 2022 zijn de meeste afdelingen verhuisd naar Brucity, een groter en moderner gebouw. Het oude stadhuis wordt enkel nog voor evenementen en ceremonies gebruikt. Ook is het opengesteld voor toeristen en bezoekers.
Het gebouw staat als onderdeel van de Grote Markt op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Geschiedenis
Het stadhuis van Brussel is een van de oudste gebouwen aan de Grote Markt. Het werd in 1402 gebouwd door Jacob van Tienen. Hij ontwierp het gebouw en het belfort (de toren). Het stadhuis werd vervolgens in 1444 uitgebreid. Oorspronkelijk hadden alleen rijke families invloed op het bestuur van de stad. De gildes wilden echter meer te zeggen hebben, waardoor het gebouw te klein werd. Voor de uitbreiding werd een nieuwe architect aangesteld. Hij bouwde een vleugel aan het gebouw in dezelfde stijl als Van Tienen. Oorspronkelijk bestond alleen het linker gedeelte naast de toren. Het nieuwere gedeelte bevind zich rechts van de toren. Het rechter gedeelte is overigens iets kleiner dan het linker deel. Hierdoor staat de toren niet helemaal in het midden van het gebouw.
Oorspronkelijk was het verschil tussen de twee delen erg goed te zien. In 1695 werd Brussel gebombardeerd waarbij het stadhuis uitbrandde. Alleen de muren en toren stonden nog overeind. In de jaren na het bombardement werd het stadhuis gerestaureerd. De voorgevel werd toen volledig vernieuwd. Hierdoor is er geen verschil meer tussen de twee delen te zien. Tijdens de restauratie besloot men ook drie nieuwe vleugels aan het gebouw toe te voegen. Op de plek van de vleugels stond vroeger de lakenhal.
Tot 1795 werd het gebouw ook gebruikt door de Staten van Brabant. In 1841 begon een nieuwe restauratie van het gebouw. Er werden toen nieuwe standbeelden aan de gevel toegevoegd. De afgebeelde figuren vertellen de geschiedenis van de stad Brussel. Ook kwam er een nieuwe trap. Voor de restauratie vroeg men advies aan de Franse architect Eugène Viollet-le-Duc.