Scriptie
Een scriptie is een opstel wat een verplicht onderdeel is in het mbo, hogeschool of universiteit. Bij de meeste opleidingen moet je in het laatste jaar je opleiding of studie een scriptie inleveren. De scriptie is nodig om te kunnen slagen. Het doel van een scriptie is het kunnen toepassen de kennis en vaardigheden van de opleiding of studie. Op de hogeschool en het mbo is een scriptie vaak verbonden met een stage.
Op het mbo heeft niet iedere opleiding een scriptie. Soms is de stage (of een stageverslag) hiervoor een vervanging. Op de hogeschool en universiteit is een scriptie vrijwel altijd verplicht. Zowel voor de bachelor als master moet je een scriptie doen. Voorbereidingsprogramma's hebben meestal geen scriptie.
Voorbereiding
Universiteiten en hogescholen bereiden studenten voor op een scriptie. Zo krijgen de studenten vakken over wetenschappelijk onderzoek, academisch taalgebruik en het gebruik van bronnen. Dit zijn allemaal onderdelen die de studenten tijdens hun scriptie moeten kunnen toepassen.
Daarnaast moeten studenten vaak kleinere schrijfopdrachten (zoals papers en essays) tijdens de opleiding inleveren. Tijdens deze opdrachten leren studenten hoe ze academisch taalgebruik en brongebruik moeten toepassen. Overigens wordt hier al op de middelbare school mee begonnen. In Nederland bestaat bijvoorbeeld het profielwerkstuk, wat vrij vergelijkbaar is.
Hoe ziet een scriptie eruit?
Een scriptie verschilt per opleiding, studie, vakgebied, onderwerp en school. Hierdoor is het moeilijk om scripties met elkaar te vergelijken. Toch hebben scripties meestal een aantal vaste onderdelen:
- Inleiding
- Inhoudsopgave
- Methodologie; hierin leg je uit welke methodes je gebruikt en waarom.
- Literatuurstudie; hierin leg je uit wat er al bekend is over het onderwerp.
- Onderzoek; hierin je je eigen onderzoek uit.
- Resultaten; hierin leg je de resultaten van je eigen onderzoek uit.
- Conclusie
- Bronvermelding
- Eventuele bijlages
Het eigen onderzoek kan sterk verschillen. Zo moeten studenten soms zelf (begeleide) experimenten houden, enquêtes maken of interviews houden. Bij andere scripties is dit afwezig.
De exacte regels rondom scripties kunnen ook verschillen. Zo kan men soms ook scripties in tweetallen maken (duoscriptie) of moet men de resultaten uit de scriptie presenteren.
Begeleiding
Studenten worden tijdens hun scriptie meestal begeleid door een docent of hoogleraar. Hij of zij geeft de student feedback en beantwoordt vragen van de student. Deze begeleider (promotor) is echter niet verantwoordelijk voor de beoordeling van de scriptie. Dit wordt door een andere docent of hoogleraar (een assessor) gedaan. Soms kan het ook zo zijn dat er meerdere promotors en assessors zijn.
Bij een bachelorscriptie hebben studenten vaak meer recht op begeleiding dan bij een masterscriptie. Bij een masterscriptie wordt namelijk meer zelfstandigheid verwacht.
| Schrijven | |||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
|||||||||||