Procent
Een procent is het honderdste deel van het geheel. Procenten gebruik je om mee te rekenen. Dit % is het procentteken. Je kunt procenten gebruiken om aan te geven hoeveel korting je krijgt op iets, of hoeveel iets is gegroeid. Je kunt bijvoorbeeld zeggen:
- Je krijgt vijftien procent korting op deze broek.
- Je krijgt tien procent meer zakgeld.
Het geheel is altijd honderd procent. Als je vijftien procent korting krijgt op een broek dan zou je ook kunnen zeggen dat je geen honderd procent meer voor de broek hoeft te betalen maar honderd min vijftien procent moet betalen. En honderd min vijftien procent is vijfentachtig procent. Als je tien procent meer zakgeld krijgt, krijg je meer dan je eerst kreeg. Je kunt daarom ook zeggen dat je tien procent meer dan honderd procent krijgt. Honderd procent plus tien procent is honderdtien procent.
Rekenen met procenten
Eén procent is het honderdste deel van het geheel. Dat betekent dat je het geheel hebt opgedeeld in 100 gelijke stukjes. Het woord cent komt uit het Grieks en betekent honderd. Als je het geheel deelt door honderd dan krijg je één procent. Bij het rekenen met procenten reken je eerst uit hoeveel één procent van het getal is. Daarna vermenigvuldig je dat met het aantal procenten dat je uiteindelijk moet krijgen.
Eén procent van honderd
Bijvoorbeeld een broek kost honderd euro. Deel je de honderd euro door honderd dan krijg je het getal dat één procent is van honderd euro. In dit voorbeeld deel je honderd euro dus door honderd. Honderd gedeeld door honderd is één. Eén procent van honderd euro is één euro. Je kunt ook zeggen een honderdste deel van honderd is één.
Vijftien procent korting
Hoe duur is een broek die eerst honderd euro kostte maar waar je nu vijftien procent korting op krijgt?
Eén procent van honderd euro is één euro. Om vijftien procent uit te rekenen vermenigvuldig je het getal van één procent met vijftien. Dat is vijftien maal één euro. Het antwoord daarop is 15 euro. De korting is dus vijftien euro. De broek kost honderd euro min vijftien euro. Uit die minsom komt vijfentachtig.
Tien procent meer zakgeld
Hoeveel zakgeld krijg je als je eerst twee euro zakgeld kreeg per week en nu tien procent meer zakgeld?
Ook nu reken je eerst één procent uit. Nu reken je één procent uit van twee euro. Je deelt twee euro weer door honderd. Twee delen door honderd is twee honderdste. Om het jezelf gemakkelijk te maken kun je ook zeggen: twee euro is tweehonderd eurocent. Tweehonderd eurocent gedeeld door honderd is twee eurocent. Eén procent is dus 2 eurocent. Vermenigvuldig je twee eurocent met tien procent dan krijg je twintig eurocent. Tien procent meer zakgeld betekent dus dat je één euro plus twintig eurocent krijgt. Dat is één euro twintig cent.