Nieuw-Zeelandse Alpen
De Nieuw-Zeelandse Alpen (Engels: Southern Alps of Maori: Kā Tiritiri o te Moana) is een gebergte op het Zuidereiland in Nieuw-Zeeland. De Nieuw-Zeelandse Alpen lopen van het zuidwesten naar het noordoosten van het eiland en splitsen het in twee delen. Het gebergte heeft hierdoor een lengte van 500 kilometer met verschillende bergen, waaronder Mount Cook. Ook zijn er verschillende gletsjers en meren te vinden in het gebergte.
25% van de planten in het land komen voor in de Nieuw-Zeelandse Alpen. Hieronder vallen veel grassoorten, naaldbomen en planten die tegen een koud klimaat kunnen. Hieronder vallen verschillende soorten hebe en heide. Ook komen er verschillende dierensoorten voor, zoals de rostwinterkoning, de grote grijze kiwi en de kaka. Het hert, de gems en de Himalayathargeit werden later door de Europese kolonisten geïntroduceerd. Rondom en in de alpen zijn verschillende nationale parken om de natuur te behouden en beschermen.