Neude
De Neude is samen met de Domtoren het bekendste plekje van Utrecht. Niet-Utrechters willen het nog wel eens uitspreken als “het” Neude maar het is toch echt “de” Neude. Vooral in de zomer is dit plein drukbezocht, maar de geschiedenis gaat en heel stuk verder terug. Vroeger was de Neude een moeras. De naar Neude stamt af van Node, wat weer een oud woord is voor moeras. Als je voor de 13e eeuw op de Neude zou staan zou je natte sokken krijgen. De Neude lagerg laag en de Rijn die niet ver van het plan stroomde zorgde er voor dat de grond heel soppig/moerassig was. In de 13e eeuw werd dit gebied opgehoogd en een paar honderd jaar later, in de 15e eeuw werd in opdracht van de Utrechtse stadsregering zand, keien en puin gestort om de bodem te verstevigen en op te hogen. Hierna werd ook nog het plein bestraat. Dit gebeurde omdat de locatie van de Neude een hele gunstig was om handel te drijven. Hier werden verschillende markten gehouden om het plein direct aan de handelsweg van Holland naar Gelre lag. Ook lag het plein dichtbij de Oudegracht waardoor het ook via het water makkelijk te bereiken was. In 1894 kam door de bouw van de Fruithal en de Korenbeurs op het Vredenburg een einde aan deze handel. Hierna heeft het plein verschillende functies gehad. Zo zijn er onder meer executies uitgevoerd, zijn er de lijken van oorlogsslachtoffers verzameld en werden er politieke toespraken gehouden.