Nationale feestdag van België
De nationale feestdag van België vindt plaats op 21 juli. Op 21 juli 1831 legde koning Leopold I van België de eed af als eerste koning der Belgen. Op deze dag heeft iedereen vrij en zijn winkels en banken gesloten.
In 1831 was België net onafhankelijk geworden en waren de Nederlanders verjaagd. Leopold van Saksen-Coburg en Gotha werd als vorst verkozen en kwam vanuit Engeland naar België. Hij trok eerst door het land, waarna hij op 21 juli de eed aflegde in Brussel. 21 juli is niet altijd de nationale feestdag van België geweest. Vroeger werd het feest gevierd op de datum dat de Nederlanders werden verjaagd, maar toen België weer bondgenoten werd met Nederland vonden de Belgen het een beetje flauw om het verjagen van de Nederlanders te vieren. Eerst werd de feestdag verplaatst naar midden augustus, maar dat was midden in de vakantie en dus geen succes. In 1890 werd daarom 21 juli als nationale feestdag aangewezen.
De dag begint altijd met de koning en zijn familie die in de kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele het Te Deum bijwonen. In de middag zijn er bij het Koninklijk Paleis van Brussel optochten van militairen en burgers, waarbij de koning toekijkt (een defilé noemen ze dat). Verder wordt er veel gefeest in de Brusselse parken. De dag wordt 's avonds beëindigd met vuurwerk.