Metrum
Metrum zorgt er voor dat een zin mooi kan worden uitgesproken of gezongen. In een zin waarin rekening is gehouden met het metrum volgen beklemtoonde en niet beklemtoonde lettergrepen en woorden elkaar regelmatig op. Een dichter gebruikt het metrum om zijn gedichten zo mooi mogelijk te maken. Er zijn verschillende soorten metrums. Voorbeelden van metrums zijn:
- jambe
- trochee
- dactylus
- anapest
In een zin noem je een groepje woorden of lettergrepen dat samen een metrum vormt een versvoet.
Jambe
In een jambe hoor je eerst een onbeklemtoonde lettergreep of woord en daarna een beklemtoonde lettergreep of woord. Een voorbeeld:
- Een goed | gedicht | is me | trisch door| gelicht.
De vet gedrukte woorden of lettergrepen krijgen de nadruk. De strepen tussen de woorden geven de versvoeten aan.
Trochee
In een trochee hoor je eerst een beklemtoonde lettergreep of woord en daarna een onbeklemtoonde lettergreep of woord. Een voorbeeld:
- Goede | dichters | denken | aan het | metrum.
De vet gedrukte woorden of lettergrepen krijgen de nadruk. De strepen tussen de woorden geven de versvoeten aan.
Dactylus
In een dactylus hoor je eerst een beklemtoonde lettergreep of woord en daarna twee onbeklemtoonde lettergrepen of woorden. Een voorbeeld:
- Schrijf je een | dactylus, | ken dan je | klemtonen!
De vet gedrukte woorden of lettergrepen krijgen de nadruk. De strepen tussen de woorden geven de versvoeten aan.
Anapest
In een anapest hoor je eerst twee onbeklemtoonde lettergrepen of woorden en daarna een beklemtoonde lettergreep of woord. Een voorbeeld:
- Schrijf je mij | graag een vers |, doe dan ex | tra je best |. Houd het meest | van de vorm: | anapest.
De vet gedrukte woorden of lettergrepen krijgen de nadruk. De strepen tussen de woorden geven de versvoeten aan.