Luifelhoed
Een luifelhoed (ook wel bonnet genoemd) is een hoed in de vorm van een kap. Het heeft een vooruitstekende rand aan de voorkant en een rechte, harde bol aan de achterkant. Onderaan bevindt zich een lint waarmee de hoed vastgeknoopt kan worden onder de kin. De rand beschermt het gezicht van de drager tegen de zon en hieraan dankt zij haar Nederlandse naam. Ze verschenen begin 19e eeuw. Later verscheen er in de klederdracht ook de luifelmuts. In het Engels wordt de hoed poke bonnet genoemd, omdat de vrouw al haar haar eronder kon verborgen. De hoed werd veel in de westerse wereld (ook Amerika) gedragen en er bestonden gedurende de negentiende eeuw vele verschillende vormen van de luifelhoed. Zo zie je het bijvoorbeeld ook in de Amerikaanse televisieserie "Het kleine huis op de prairie". Je ziet ze ook in de Biedermeier periode en de Victoriaanse tijd.
De hoed werd uit veel verschillende materialen gemaakt maar men ziet met name stro veel terug. Stro was vooral populair vanwege zijn lage prijs. De hoed kon aangepast worden aan verschillende drachten en verschillende jaargetijden. De rand van de hoed konden makkelijk door meisjes en vrouwen worden gedecodeerd. Hierdoor ontstond er veel variatie. Ook materialen zoals zijde, katoen, fluweel en kant komen veel voor.