Kwabaal
| Kwabaal Lota lota | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Groot deel van Europa | ||
| Leefomgeving | in helder stromend water of in betrekkelijk schone, diepe meren | ||
| Behoort tot de | Kabeljauwachtigen (Gadiformes) Zoetwatervissen, beenvissen, Vissen | ||
|
| |||
| |||
De kwabaal (Lota lota) is de enige zoetwatervis onder de Kabeljauwachtigen (Gadiformes). Het is de enige lid van het geslacht Lota. Een deel van het jaar leeft de kwabaal onder ijs en heeft koude temperaturen nodig om zich voort te planten. Kwabaal komt voor in Europa te westen van de Loire (uitgezonderd Ierland, Schotland en IJsland) in rivieren, beken, meren en soms in delta's op plaatsen met koel en zuurstofrijk water. Komt maar op een paar plaatsen voor in Nederland (Overijssen en Noord-Brabant).
Met een uiterlijk als een mix tussen een meerval en een paling, heeft de kwabaal een slangachtig lichaam, maar is gemakkelijk te onderscheiden door een enkele weerhaak op de kin. Het lichaam is langwerpig en zijdelings samengedrukt, met een afgeplatte kop en een enkel buisvormig uitsteeksel voor elk neusgat. De mond is breed, met zowel boven- als onderkaak met veel kleine tanden. De kwabaal heeft twee zachte rugvinnen , waarvan de eerste laag en kort is en de tweede veel langer. De aarsvin is laag en bijna net zo lang als de rugvin. De staartvin is afgerond, de borstvinnen zijn waaiervormig en de bekkenvinnen zijn smal met een langwerpige tweede vinstraal. Ze hebben een laag uithoudingsvermogen bij het zwemmen, en zijn niet in staat om sterke stromingen te weerstaan.
Kwabaal komt het meest voor in koude beken en meren. Ze kunnen leven tot op een diepte van 300 meter. Ze leven veelal op de bodem en bouwen daar een soort nesten in de modder, zand, puin, rotsblokken, slib en grind. Daar halen ze ook hun voedsel uit.
Het paaiseizoen vindt meestal plaats tussen december en maart, vaak onder ijs bij extreem lage temperaturen tussen 1 en 4 °C. Tijdens een relatief kort seizoen van twee tot drie weken paaien kwabaal meerdere keren, maar niet elk jaar.
De gemiddelde lengte van kwabaal op volwassen leeftijd is ongeveer 40 cm. Sommigen kunnen wel 120 cm lang worden en gewichten variëren van 1,0 tot 12 kg.
Volwassenen zijn voornamelijk viseters, die jagen op lamprei, witvis, vlagzalm, jonge snoek, stekelbaars, forel en baars.