Kerstbal
Een kerstbal is een versiersel in de kerstboom wordt gehangen. In een kerstboom hangen vaak tientallen kerstballen.
Kerstballen zijn oorspronkelijk van geblazen glas gemaakt. Voor het eerst in 1847 in Thüringen, Duitsland. Vanaf ongeveer 1950 worden ze ook van kunststof gemaakt, wat natuurlijk minder breekbaar is.
De glazen kerstbal is aan de binnenzijde voorzien van een laagje metaal (meestal zilver). Meestal is een kerstbal dan ook spiegelend. De oorsprong van de kerstbal lijkt de heksenbal te zijn, die ze vroeger in huis aan de lamp (toen vaak nog een kroonluchter met kaarsen) hingen. De bol onder de messing kroonluchter verspreidde extra het kaarslicht.
Doordat men geloofde dat heksen geen spiegelbeeld hadden, kon men via de spiegelende bal makkelijk een heks herkennen, als die zich in huis bevond.
Voordat de kerstbal in de negentiende eeuw bij rijke mensen in de kerstboom kwam, werd de kerstboom versierd met vergulde noten, rode appeltjes, koek, papieren slingers en geknipte papieren figuren. De piek was onbekend. Meestal werd de boom bekroond met een ster. De appel verwijst waarschijnlijk naar het verhaal van Adam en Eva met de appel aan de boom der kennis in het Paradijs. Appels en noten werden ook wel in zilver of goud glimmend papier verpakt. Iets wat je ook terug vindt in het sprookje van de notenkraker.
Koek en schuimpjes kerstkransjes zijn nog steeds populair voor in de kerstboom.
Brood en koek vormen zoals wij die kennen rond Sinterklaas, kom je in andere streken (al vanaf de 18e eeuw) tegen als kerstboom versiering. Veel van die versieringen (poppetjes, vogeltjes, huisjes e.d.) werden later in glas uitgevoerd.
Het zetten van een kerstboom was vroeger in Nederland een zeldzaamheid. Het gebruik is door Duitse handelaren pas na 1800 in Nederland bekend geraakt.