Kathaai
Kathaai Scyliorhinus stellaris | |||
---|---|---|---|
Gevoelig | |||
Leefgebied | Noordzee | ||
Leefomgeving | minder diepe zeeën boven een zanderige of modderige bodem | ||
Behoort tot de | kraakbeenachtige vissen (Chondrichthyes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De Kathaai (Scyliorhinus stellaris), ook bekend als de grote gevlekte hondshaai, behoort tot de familie Scyliorhinidae, en komt voor in de noordoostelijke Atlantische Oceaan. Het wordt over het algemeen gevonden tussen rotsen of algen op een diepte van 20-60 m. De Kathaai kan tot 1,6 m lang worden en heeft een robuust lichaam met een brede, ronde kop en twee ver naar achteren geplaatste rugvinnen. In de bovenkaak zijn er aan weerszijden 22-27 rijen tanden; in de onderkaak zijn er aan weerszijden 18-21 rijen tanden. De vijf paar kieuwspleten zijn klein. Het deelt zijn verspreidingsgebied met de meer algemene en nauw verwante kleine kathaai (Scyliorhinus canicula), waar het wat uiterlijk betreft op lijkt, maar waarvan het onderscheiden kan worden door grotere vlekken en neushuidflappen die zich niet uitstrekken tot de mond.
Kathaaien hebben nachtelijke gewoonten en verstoppen zich overdag meestal in kleine gaatjes, vaak in gezelschap van andere leden van hun soort. Het is een bodemroofdier, het voedt zich met een reeks beenvissen, kleinere haaien, schaaldieren en koppotigen. Vrouwtjes leggen van maart tot oktober grote, dikwandige leerachtige eierdozen, twee tegelijk, vast aan trossen zeewier. Het duurt 7-12 maanden voordat de eieren uitkomen. Kathaaien worden in verschillende Europese landen als voedsel op de markt gebracht onder verschillende namen, waaronder "vlok", "meerval", "steenpaling" en "steenzalm". Het werd ooit ook gewaardeerd om zijn ruwe huid ("rubskin" genoemd), die als schuurmiddel werd gebruikt. De International Union for Conservation of Nature (IUCN) heeft de kathaai als kwetsbaar beoordeeld, aangezien de populatie (groep) in de Middellandse Zee aanzienlijk lijkt te zijn afgenomen door overbevissing. Kathaaien zijn over het algemeen ongevaarlijk voor de mens.