Kaasfondue
Kaasfondue is een gerecht uit Zwitserland. Voor kaasfondue is een grote pan met verwarmde kaas nodig, die wordt gegeten met stokbrood. Het stokbrood wordt dan in de kaas gedoopt door middel van een speciaal stokje.
Kaasfondue ontstond in de 18e eeuw en was eigenlijk een noodmaaltijd. In de zomer maakte men veel kazen, die 's winters niet meer zo lekker waren. De kazen werden gesmolten en verdund met melk. Vervolgens doopte men van alles erin; wat ze maar hadden. Toen de welvaart steeg en kazen langer houdbaar werden verdween de kaasfondue lange tijd. Pas in de jaren 60 van de vorige eeuw werd de kaasfondue herontdekt. De kaasfondue groeide uit tot een populair gerecht en werd vergeleken met luxe.
Tegenwoordig wordt voornamelijk stookbrood gebruikt om in de kaas te dopen. Vaak vervat de kaasfondue ook witte wijn; waarvan de alcohol dan verdampt en de smaak achterblijft. Welke kaas er wordt gebruikt verschilt per regio. In het Franstalige Zwitserland gebruikt men voornamelijk Gruyère en Vacherin, terwijl men in Duitstalig Zwitserland liever Emmentaler gebruikt. De fondue wordt op smaak gebracht met knoflook, nootmuskaat, peper, kirsch en boletales (een soort van champignons). In Nederland gebruikt men qua kaas Goudse kaas.
Volgens velen is het onderste laagje het lekkerste. Dit laagje heeft een eigen naam; les réligieuses oftewel de nonnen.