Johannes Gutenberg
Johannes Gensfleisch zur Laden zum Gutenberg leefde van ca. 1397 tot 1468 en wordt gezien als één van de eerste uitvinders van de boekdrukkunst. Ook Laurens Janszoon Coster wordt soms als mogelijke eerste uitvinder hiervan genoemd, maar daarvoor bestaat onvoldoende bewijsmateriaal. Gutenberg leefde in Duitsland (al was dat toen nog niet één land) in de stad Mainz. Johannes Gutenberg wordt de uitvinder van de boekdrukkunst genoemd, maar dat is niet helemaal waar. Boekdrukken werd al eeuwen eerder gedaan in China. Dat werd alleen niet zo vaak gedaan. Gutenberg maakte de boekdrukkunst alleen veel makkelijker. Voor Gutenberg sneden drukkers uit hout teksten die ze dan konden drukken. Dit was veel werk, want in hout letters uitsnijden is geen gemakkelijk karwei. Bovendien slijt het hout best wel snel. Gutenberg bedacht dat je veel beter losse letters kon gebruiken, dan hoefde je niet telkens nieuwe blokken uit te snijden. Dit maakte de boekdrukkunst veel gemakkelijker en boeken drukken ging hierdoor veel sneller.
Persoonlijke leven
Gutenberg begon al jong aan het verbeteren van de bestaande boekdrukmogelijkheden. Waarschijnlijk begon hij er voor 1450 na Christus aan. Hij heeft vele jaren zijn drukpers met de metalen letters zitten verbeteren. Hij is er echter niet rijk van geworden. De laatste jaren moest hij het hebben van een inkomen van de bisschop van Mainz. Toen echter het drukwerkproces goed was, waren er veel andere drukkers die gebruik maakten van de nieuwe vorm van boekdrukkunst. Die konden er wel veel geld mee verdienen.
Grote invloed
Omdat informatie dankzij de nieuwe boekdrukkunst zo snel kon verspreiden, waren de overschrijvende monniken in de kloosters niet meer zo nodig. Bovendien konden nu boeken met duizenden in een korte tijd worden gedrukt. Het had een grote invloed. De invloed van Maarten Luther had nooit zo groot kunnen worden zonder de boekdrukkunst. Omdat zijn ideeën snel over heel Europa konden worden verspreid, kon de Reformatie uitbreken. Ook de universiteiten stonden te springen op grotere hoeveelheden boeken. Toen die er kwamen konden wetenschappelijke ontdekkingen sneller worden verspreid.