Interface

Een interface is zeg maar het interactive en communicatieve gedeelte tussen mens en computer. Een computer rekent en communiceert met andere computers, printers en dergelijke met enen en nullen. Dat kun je als mens wel meelezen, maar de meeste mensen zullen deze machinetaal niet snappen. De interactie tussen computers en het internet bijvoorbeeld vraagt ook om een soort interface, maar dat wordt meestal een protocol genoemd. Dit is zeg maar de vertaalslag om informatie over het web te kunnen versturen. Deze vertaalslag kun je vergelijken met een tolk dit dat doet tussen een Nederlands- en Franssprekend iemand. De tekst die je hier leest, is opgemaakt met een bepaald lettertype (Font), bepaalde kleuren, plaatjes enzovoorts. Om de computer duidelijk te maken hoe die dat op het scherm moet zetten heb je ook een vertaalslag nodig (broncode en HTML). Dat is voor de meeste programmeurs nog wel te begrijpen.

Behalve lezen en kijken en luisteren naar de informatie, wil je ook dingen (opdrachten, vragen, getallen, tekst) kunnen invoeren. Dat doe je veelal via een toetsenbord en met de muis. Ook is tegenwoordig spraakinvoer mogelijk. Dat maakt allemaal deel uit van de interface. Een ander hulpmiddel is de scanner. Deze 'leest' een analoge tekst (uit een boek bijvoorbeeld) dat de computer omzet in een plaatje, maar ook kan omzetten in een digitale tekst (OCR ofwel Optical character recognition). Geluiden kunnen via een microfoon of audioafspeelaperatuur binnengehaald worden via de geluidspoort van de computer. via een koptelefoon of speaker krijg je geluid vanaf de geluidskaart van de computer. Een smartphone heeft een ingebouwde microfoon.

De interface is dus de verzameling van 'zintuigen' en communicatiemiddelen van de computer. Veel randapperatuur maakt er deel van uit.