Hart (lichaam)
Gezondheidsklachten?
Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op. |
Het hart ligt in de hartholte, tussen de longen, en is een van de belangrijkste organen in een lichaam. Het hart is een sterke spier die steeds samentrekt en weer ontspant en zo het bloed door het lichaam pompt. Dat is belangrijk, want in het bloed zitten voedingsstoffen en ook zuurstof die overal in het lichaam nodig zijn.
Het bloed blijft dus voortdurend rondjes maken in je lichaam. Per minuut verwerkt het hart wel 5 liter bloed! Elke keer als het hart pompt, heet dat een hartslag. Het hart klopt tussen de 60 en 100 keer per minuut. Het hart van een mens is ongeveer zo groot als de vuist en weegt zo'n 300 gram.
Hoe ziet je hart eruit?
Een hart lijkt eigenlijk niet zoveel op de hartjesfiguren die mensen vaak tekenen. Het hart van mensen en zoogdieren bestaat uit twee helften, een linker- en een rechterhelft. Die twee helften bestaan elk weer uit twee holle ruimtes, een "boezem" en een "kamer". Die boezems en hartkamers worden van elkaar gescheiden door de hartkleppen. Die kleppen werken een beetje als een sluis. Ze laten het bloed maar in één richting door. Als het hart het bloed heeft weggepompt en daarna even ontspant, dan kan het bloed niet weer terugvloeien.
Natuurlijk zitten aan het hart ook een aantal bloedvaten vast waardoor het bloed wordt aan- en afgevoerd. We noemen die bloedvaten ook wel slagaders (aanvoer) of aders (afvoer). In de aders zitten ook weer kleppen zodat het bloed niet de verkeerde kant op kan stromen.
Hoe werkt je hart?
In de eerste boezem komt via twee grote aders bloed binnen vanuit de rest van het lichaam. Dat bloed bevat bijna geen zuurstof meer, want de zuurstof is er door de rest van het lichaam uitgehaald. Het bloed stroomt naar de eerste kamer en vanuit die kamer wordt het naar de longen gepompt om nieuwe zuurstof op te halen. Via de "longslagader" stroomt het bloed naar de longen. In de longen neemt het zuurstof op. Het zuurstofrijke bloed komt via de "longaders" weer naar het hart.
Het zuurstofrijke bloed komt nu binnen in de tweede boezem. Vanuit de boezem stroomt het naar de tweede kamer. Die tweede kamer heeft een extra dikke wand van spieren. De wand trekt samen en zo pompt het hart het bloed, dat nu vol zuurstof zit, terug het lichaam in. Het bloed stroomt het lichaam in via de aorta, ofwel de lichaamsslagader. Het hart blijft voortdurend pompen.
Als je schrikt, gaat je hart sneller pompen. Bij sporten en rennen zal je hart ook sneller moeten werken. In je bloed zit zuurstof, dat zuurstof hebben je spieren nodig. Als je loopt, pompt de hart op de manier dat die het altijd doet. Maar als je rent of sport, hebben je spieren meer zuurstof nodig. Dan moet je hart extra snel pompen om al je spieren zuurstof te geven. Meestal voel je dan ook dat je hart sneller pompt dan normaal.
Het hart is dus de pomp van je lichaam. Het is een soort spier die bloed door je lichaam pompt. Mensen, maar ook honden, leeuwen, wormen, krabben en muggen hebben allemaal een hart. Bijna alle dieren hebben een hart.
Bloed
Bloed stroomt door aderen en holten door je lichaam. Aderen of bloedvaten zijn een soort buizen. Het hart pompt al dat bloed door je aderen. In bloed zitten allemaal voedingsstoffen uit je voedsel en zuurstof uit de lucht die je inademt. Alle spieren en andere organen in je lichaam, zoals je darmen en je hersenen, halen voedingsstoffen en zuurstof uit het bloed. Zonder die stoffen kunnen ze niet werken. Het hart zorgt er dus voor dat steeds opnieuw bloed wordt rondgepompt zodat de organen kunne blijven werken.
Hoe krijgt je hart eten?
Het hart pompt de hele dag bloed rond en zorgt ervoor dat je organen 'eten' krijgen. Het is raar, maar als het hart dit werk doet eet het zelf niet. Het eten krijgt het net als alle organen in je lichaam uit het bloed. Met de grote bloedsomloop krijgt je hart zelf eten. Meer uitleg over de grote bloedsomloop kan je vinden in Hart en vaatstelsel. De aders die je hart voeden, heten de kransslagaders.
Hart van mensen
Bij mensen is het hart een groot orgaan. Het ligt in het midden van je borstkas. Het hart van mensen bestaat uit vier ruimten: twee boezems en twee hartkamers. Als deze ruimten samentrekken, wordt het bloed door je aderen gepompt. De aderen die direct bij het hart uitkomen, zijn extra groot en dik. Er stroomt heel veel bloed doorheen. Dat zijn slagaderen. Bij je pols en in je hals liggen de slagaderen vlak onder je huid. Je kunt daar je hartslag voelen. De grootste bloedvat in je lichaam is de aorta.
Hartslag
Wat je voelt bij je hartslag, is de hoeveelheid bloed die per samentrekking van je hart door de slagader wordt gepompt. Je kunt je hartslag zelf meten. Voor volwassenen ligt een normale hartslag tussen de 65 en de 85 slagen per minuut. Een kind van zeven jaar heeft een hartslag van ongeveer 90 slagen per minuut. Bij een baby is de hartslag wel 140 slagen per minuut. Als je lichaam veel werk moet verzetten, gaat je hart ook sneller kloppen. Je hart pompt het bloed dan sneller door je lichaam. Zo kunnen er meer voedingsstoffen en zuurstof bij de spieren komen die dat nodig hebben. Je hartslag kan helpen bij het controleren van je gezondheid. Bij ontstekingen gaat je hartslag omhoog. Bij andere ziekten kan de hartslag juist omlaag gaan.
Hartonderzoek
Een van de simpelste onderzoeken is het voelen van de pols en per minuut te tellen hoeveel hartslagen (pulsen) je voelt. Met een stethoscoop kan een arts luisteren naar het hart. Bij een hartonderzoek wordt vaak een Elektrocardiogram (hartfilmpje of ECG) gemaakt. Hierop kan de arts zien of het hart wel of niet goed klopt (kracht, regelmaat en snelheid). Ook het opmeten van de bloeddruk met een bloeddrukmeter wordt tijdens het onderzoek vaak gedaan. Ook hierbij speelt de hartslag een rol.
Sporters dragen vaak een band of een soort horloge die tijdens het sporten het hartritme bijhouden.
Met een Echocardiografie (hartbeeld op monitor, kortweg echo genoemd) kan er als het ware in het hart gekeken worden of alles goed werkt. Het apparaat 'ziet' door geluidsgolven die teruggekaatst worden hoe het hart er van binnen uitziet en hoe het werkt. De radioloog kan op een monitor zien wat er gebeurt en dit digitaal vastleggen in video's, zodat de cardioloog (hartspecialist) later kan kijken en beoordelen wat er moet gebeuren. Ook het geluid van het hart kan Met het apparaat worden opgenomen. Het is eenzelfde soort apparaat waarmee gekeken kan worden naar een nog ongeboren baby in moeders buik.
Sporthart
Je hart is een spier. Als je een spier veel gebruikt wordt het groter. Net zoals bijvoorbeeld je spierballen. Als je sport gebruik je je hart dus extra, dan wordt je hart dus ook groter. Het kan wel bijna een half keer groter worden. Maar dan moet je wel heel veel sporten. Zo een groot hart door het sporten noemen we een sporthart. Daardoor kan je je hart dus ook gezond maken.
Blijft je sporthart altijd groot?
Nee. Je hart is een grote spier. Als je niks doet, wordt het weer zo klein als eerder.
Is een sporthart erg?
Nee helemaal niet, een sporthart is niet erg! Je gaat er ook niet dood aan. Door aan sport te doen maak je je hart gezond en wordt de kans kleiner dat je hart ziek wordt. Soms lees je weleens dat er zomaar kinderen dood gaan terwijl ze aan het sporten zijn. Hun hart hield er ineens mee op. Mensen dachten eerst dat dat door een sporthart kwam. Een mevrouw, Dr. Babette Pluim heeft er onderzoek naar gedaan. De kinderen waren niet doodgegaan door een sporthart. De kinderen die dit overkwam hadden al een hart dat ziek was. Door te sporten, kan je juist veel hartziekten voorkomen.
Vergroot hart
Toch bestaat er een hartziekte waarbij een van de hartkamers vergroot raakt en waardoor het hart minder pompkracht heeft. Met een deftig woord heet dit Cardiomyopathie. Het is een aandoening van de hartspier. Het hart kan minder goed samentrekken of ontspannen. Daardoor pompt het bloed minder goed rond. Cardiomyopathie is een chronische (langdurige, vaak niet geneesbare) ziekte. Ongeveer 40.000 mensen in Nederland hebben cardiomyopathie. Vaak hebben deze mensen vermoeidheidsklachten. Soms is de ziekte al bij de geboorte aanwezig of ontstaat het door een te grote belasting van het hart (Hartstichting > Cardiomyopathie).
Boezemfibrileren
Bij ouderen komt vaker voor dat de sinusknoop niet langer de baas is over het hartritme. Heel veel hartspiercellen in de boezems gaan zelf chaotische elektrische prikkels maken. Dat heet boezemfibrilleren. Er lopen veel te veel stroompjes door de boezemkamerknoop en dat gebeurt op onvoorspelbare momenten. Dat leidt ertoe dat bij deze zorgvragers de polsslag vaak snel, maar altijd totaal onregelmatig en met een wisselende vulling per slag is. Boezemfibrilleren maakt de hartwerking minder effectief - daardoor kan er hartfalen ontstaan. Ook is er een risico dat het bloed in de boezems gaat stollen, omdat het in de boezems te langzaam stroomt. Uit zo'n stolsel kan een embolie richting hersenen ontstaan met een groot CVA als gevolg. Oorzaken van boezemfibrilleren zijn een te hoge schildklierwerking, hoge leeftijd en het wordt uitgelokt door longontsteking en door hartfalen. Hartfalen is dus zowel een oorzaak als een gevolg van boezemfibrilleren.
Hartblok (AV knoop )
Een 'hartblok' is een abnormale remming van de prikkelgeleiding in de boezemkamerknoop. Die kan zo erg worden dat er af en toe een slag wegvalt en in extreme gevallen is er helemaal geen geleiding meer. Dan moeten de kamers maar zien dat ze hun eigen prikkels gaan maken. Dan wordt iemand onwel, en zal scheefzakken of vallen ('collaps', 'collaberen'). Dit onwel worden heet ook wel een 'syncope'. Jammer genoeg is de naamgeving in de praktijk erg verwarrend
Hartstilstand
Stilstand van het hart betekent dat de hartspier helemaal niet meer samentrekt, of het gaat zo chaotisch en zonder enige efficiëntie, dat er geen bloed meer uit de linker kamer komt (de 'output' is verdwenen). Dat is meestal een plotselinge gebeurtenis. Er zijn verschillende oorzaken, twee voorbeelden daarvan:
- de sinusknoop is gestopt, en geen enkel ander deel van het hart kan inspringen om te helpen met het ritme; dat heet asystolie.
- de kamers zijn eerst op hol geslagen op eigen houtje (een 'kamertachycardie') en dat is al snel overgegaan in kamerfibrilleren ('ventrikelfibrilleren'). In deze situatie is defibrilleren mogelijk zinvol.
Als het hart ongeveer 10 seconden geen bloed meer uitpompt, verliest iemand het bewustzijn.
- er is meteen een zeer diep coma, zonder een enkele reactie op wat dan ook
- de ademhaling stopt
- de pupillen zijn maximaal wijd en reageren niet op licht
Later kunnen er nog wat laatste ongecontroleerde adembewegingen zijn en onwillekeurige bewegingen van de ledematen. Deze adembewegingen ('gasping') horen bij het overlijden.
Andere tekenen van het intreden van de dood zijn:
- volledige spierverslapping, met opzij vallen van het hoofd en het ontspannen van sluitspieren. Later komen andere verschijnselen na het intreden van de dood.
- stilstand van de bloedsomloop en ophopen van bloed op de laagste plekken leidt tot blauw-paarse verkleuring ('lijkvlekken', 'livor mortis'), behalve op plekken waar druk op staat, afhankelijk van de houding. Soms zijn er in een stervensfase al momenten dat op sommige plaatsen deze vlekken ontstaan, en regelmatig ook weer wegtrekken.
- de spieren maken de laatste restjes energie op die ze in zich hebben, en maken een periode door dat ze verstijven. Dat is de 'lijkstijfheid', de 'rigor mortis'.
- de lichaamstemperatuur zal geleidelijk dalen tot omgevingstemperatuur
Bronnen
De informatie over het eten van het hart komt van de website van de hartstichting: [www.hartstichting.nl] en uit Natuuronderwijs inzichtelijk, geschreven door Carla Kersbergen en Amito Haarhuis, uitgeverij Coutinho, Bussum 2010.
De informatie over het sporthart is komt uit verschillende artikelen op het internet. http://mens-en-gezondheid.infonu.nl-sterk-sporthart.html, opgehaald op 30 oktober 2016.
Artikel naar aanleiding onderzoek Babette Pluim: [1], opgehaald op 30 oktober 2016
Externe links
Alvleesklier | Baarmoeder | Bijnier | Bijschildklier | Darmen | Eierstokken |