Grondsoorten in Nederland
Grondsoorten in Nederland
Grondsoort is het materiaal waaruit de ondergrond bestaat. De belangrijkste grondsoorten in Nederland zijn zeeklei, rivierklei, veen, leem, zand en löss. Deze grondsoorten komen voor in bepaalde landschappen.
Laten we eens kijken naar de eigenschappen van deze grondsoorten.
Eigenschappen grondsoorten
Zeeklei
Zeeklei is te vinden in een zeekleilandschap en heeft meestal een blauwgrijze kleur. Er kan weinig water door de zeeklei heen, omdat de kleideeltjes dicht op elkaar zitten. De klei is daarom zwaar, plakkerig en vast. Ook kun je in de klei delen van schelpen tegenkomen. Zeeklei is zeer vruchtbaar. Gebieden met zeeklei worden vaak gebruikt voor akkerbouw.
Rivierklei
Rivierklei is te vinden in een rivierkleilandschap en is bruin of grijs van kleur. Wanneer er veel ijzer in de klei zit, kleurt het oranje. De klei is zwaar, plakkerig en vast. Net zoals bij zeeklei kan er weinig door de klei heen. Wanneer de klei nat is, is het oppervlak egaal en glad. Wanneer de klei droog is, heeft het een brokkelige structuur en zijn er scheuren in de klei te zien. Ook in rivierklei kunnen delen van schelpen te vinden zijn.
Rivierklei bestaat uit fijne korrels en is veel jonger dan de oude zeeklei. Op deze gebieden is het moeilijk om water uit de bodem te verwijderen en daardoor is het meer gebruikelijk voor grasland dan voor akkerbouw.
Veen
Veen komt voor in een veenlandschap. Deze natte, sponsachtige grondsoort is ontstaan door afgestorven planten in moerassen. Wanneer plantenresten onder water komen te liggen, kunnen bacteriën en schimmels door weinig zuurstof de plantenresten niet meer goed afbreken. De plantenresten hopen dan op. Zo kunnen dikke pakketten veen ontstaan, waarin takjes, bladeren en soms hele stammen nog duidelijk te zien zijn. De bodem is erg slap en heeft een donkere kleur, bijvoorbeeld bruin of zwart. Onderin de bodem is het veen harder dan aan de oppervlakte.
Leem
Leem komt voor in een zandlandschap en komt in verschillende kleuren voor. Er bestaan rode, witte en donkerbruine leem. Leem is fijner dan zand en kan zowel door de wind, door rivieren als door ijs worden vervoerd. Leem is zacht en plakkerig wanneer het nat is. Leem is een vruchtbare grondsoort.
Zand
Zand bestaat uit zeer kleine stukjes steen, zandkorrels, die in grootte verschillen tussen 0,063 mm en 2 mm. Als de korrels kleiner dan 0,063 mm zijn heet de grondsoort silt; bij korrels groter dan 2 mm spreken we van grind. Het zand wordt vervoerd door water en wind. Bij zandgronden zijn vaak podzolbodems te vinden. Deze bodem heeft een grijsbruine kleur, maar dieper in de grond is het zand meer geel van kleur. De grond is onvruchtbaar.
Onder zandgrond vallen ook de duinen.
Löss
Löss is een door de wind gevormde geelachtige afzetting en is kenmerkend voor het heuvellandschap. Lössdeeltjes zijn groter dan kleideeltjes, maar kleiner dan zandkorrels. Ook voelt het zacht aan. Löss is zeer vruchtbaar en geschikt voor de landbouw omdat het kalkrijk en fijnkorrelig is. Ook houdt löss het water goed vast. Dat is gunstig in droge perioden. Hoe verder je de bodem ingaat, hoe lichter de löss van kleur wordt.
Bronnen
Geologie van Nederland, Naturalis Biodiversity Center, & Vrije Universiteit van Amsterdam. (z.d.). Bodems - Geologie van Nederland. Geraadpleegd van https://www.geologievannederland.nl/ondergrond/bodems
Kraaijvanger, C., University of Leeds, & Lewis, S. (2017, 12 januari). Grootste tropische veengebied ter wereld ontdekt. Geraadpleegd van https://www.scientias.nl/grootste-tropische-veengebied-wereld-ontdekt/
Jaime van Trikt & Hansjorg Ahrens, Naturalis