Grauwe poon
Grauwe poon Eutrigla gurnardus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Oosten Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, Middellandse Zee en Zwarte Zee | ||
Leefomgeving | Kustwateren van 10 tot 300 m diepte | ||
Behoort tot de | Schorpioenvisachtigen (Scorpaeniformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De grauwe poon (Eutrigla gurnardus), is inheems in de oostelijke Atlantische Oceaan, Noordzee, Oostzee, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Het wordt gevangen als voedselvis en staat bekend om het produceren van geluiden. Behoort tot de orde van Schorpioenvisachtigen (Scorpaeniformes). Wordt zelden waargenomen langs de Nederlandse kust en in de Zeeuwse wateren.
Beschrijving
De grauwe poon heeft een grote kop maar geen diepe achterhoofdgroef. Er zijn twee rugvinnen, de eerste heeft 7-10 stekels en de tweede heeft 18-20 stralen. De aarsvin heeft 17-20 stralen, de borstvinnen zijn kort en strekken zich net uit tot aan de oorsprong van de aarsvin. De schubben langs de zijlijn zijn iets groter dan de schubben die het lichaam bedekken, en hebben een stekelige kiel en een getande achterrand. De borst is zonder van schubben terwijl de buik gedeeltelijk bedekt is met schubben. De kleur van deze vis is verschillend, maar hij is meestal grijsbruin, zelden dofrood en rood getint op zijn rug en flanken. De onderzijde is crèmekleurig en de rug en de zijkanten zijn meestal bedekt met kleine witte vlekjes. De eerste rugvin heeft een grote, ronde zwarte vlek. Het kan groeien tot een maximale totale lengte van 60 centimeter, hoewel een meer gebruikelijke totale lengte 30 centimeter is, terwijl het maximale beschreven gewicht 956 gram is.
Het is een veel voorkomende vis op zanderige zeebodems, maar komt zelden voor op rotsachtige ondergronden, evenals in moddergebieden vanaf de kustlijn tot 140 meter. In de oostelijke [[Ionische Zee][ is het tot wel 340 meter diep geregistreerd. Het is een roofzuchtige soort die zich voedt met schaaldieren, voornamelijk garnalen en kustkrabben, en kleine vissen, zoals grondels, platvissen , jonge Atlantische haring en zandspiering. Wordt in Azië veel gevangen als voedselvis.