Germknödel
Germknödel (Nederlands: deegknoedel) is een lekkernij uit Oostenrijk en Zuid-Duitsland die voor het grootste deel bestaat uit deeg. Germknödel komt oorspronkelijk uit de Oostenrijkse en Boheemse keuken. De Germknödel is op een aparte manier ontstaan. Vroeger was het namelijk zo dat tijdens de christelijke vastentijd (waarin geen vlees mocht worden gegeten en andere dingen ook weinig) de mensen toch wel iets lekkers wilden maken. Omdat vis erg duur was en vlees niet mocht gingen ze experimenteren met bloem en suiker en daar kwam de Germknödel uit. Germknödel is gemaakt van brooddeeg met daarin pruimencompote. Nadat hij in zout water is gekookt of gestoomd wordt er boter overheen gegoten en vaak ook een beetje slaapbol (een plant), een beetje maanzaad en poedersuiker overheen gegooid. Soms wordt er ook vanillesaus bij gebruikt. Germknödel wordt gegeten als nagerecht en heel soms als hoofdgerecht.