Gebruiker:JellinaW/Leren met wikikids
Voor leraren en ouders
Deze lessen op WikiKids zijn erg leerzaam, ze zijn specifiek voor kinderen van groep 6 t/m de Middelbare school. Elke maand worden de lessen weer verwijderd, en zullen er weer nieuwe lessen verschijnen. We zullen zoveel mogelijk toevoegen. Deze lessen zijn eigenlijk bestemd voor huiswerk of voor op school, maar als je zelf weet dat je kind niet sterk in begrijpend lezen en woordenschat is kan dit thuis ook. Het gaat meestal over een bepaald onderwerp en vak.
Les 1 conflicten
1. Als je met een les begint die conflicten heet, moet je wel weten wat het betekent. Als je dit nog niet weet dan is het een goed idee om dit te gaan opzoeken, want dit is een moeilijk woord ervoor.
a. Op WikiKids is een pagina voor conflictoorzaken, pak deze erbij en schrijf er vier op.
b. Waarschijnlijk zijn dit conflictoorzaken voor een land/dorp/stad/straat
2. Conflicten kunnen zich overal afspelen, in de hele wereld, maar zelfs in jou huis.
a. Schrijf een kort verhaaltje over een conflict die jij hebt meegemaakt, als je geen conflict hebt meegemaakt ooit, ga dan naar 2b, als je wel een verhaaltje hebt geschreven moet dit niet.
b. Schrijf een kort verhaaltje over het volgende, jij en je moeder krijgen binnenkort ruzie, wat zal de conflictoorzaak zijn?
3. In Algerije is een conflict.
a. Wat is de conflictoorzaak? als dit NIET op WikiKids staat, zoek dan een andere website.
b. Zoek de betekenis van terroristisch gevaar op. Als er vliegtuigen in een gebouw vliegen waar een conflict afspeelt dan is dit NIET terroristisch gevaar. Waar/niet waar.
c. Waarom plegen mensen terroristisch gevaar?
- 4. Je maakt deze vraag als je leraar dit heeft opgegeven met een letter.
A. Zoek informatie over het conflict in Algerije. Schrijf er een mooi stukje over. Lever het vervolgens in bij je leraar, hij zal het mooiste stukje uit de klas erop zetten, of alles samenvoegen tot een expert stuk.
B. De klas is opgedeeld in 5 groepjes, let nu goed op welk land je krijgt, want je moet over dat land een stuk schrijven voor WikiKids, natuurlijk wel over het conflict die er afspeelt. Groep 1 Ethiopië(afscheidingsbeweging). Groep 2 Nigeria(Etnische spanning tussen bevolkingsgroepen). Groep 3 Angola(burgeroorlog). Groep 4 Algerije(dreiging van guerrilla's of terroristisch gevaar). Groep 5 Myanmar(dictatuur). Als jullie dit gedaan hebben, mogen jullie op een account inloggen, en het plaatsen.
C. zoek informatie over het conflict in Angola, schrijf allemaal dingen op een papier. Daarna ga je naar de klas, en heeft je leraar op het bord kopjes gemaakt over het conflict in Angola. Als je dan bij een bepaald kopje informatie hebt, kun je dat delen met je leraar, je leraar zal het typen, en later als er genoeg informatie is, het plaatsen op WikiKids.
Les 2 Opzoek opdrachten
In deze les ga je vragen maken, deze vragen hebben veel te maken van economie. Misschien kun je bronnen van WikiKids erbij pakken, misschien kun je ook andere websites vinden. Probeer wel eerst op WikiKids te kijken, want dat heeft makkelijkere woorden dan bijvoorbeeld Wikipedia. Misschien weet je ook vele vragen al. Misschien mag je dit in tweetallen doen, maar misschien is dit ook wel een toets. Dut zal je leraar wel hebben aangegeven.
1. Wat betekent het woord huishoudkunde?
2. Hoeveel eurobiljetten zijn er? En hoeveel euromunten?
3. Noem minstens zes landen waar je met de euro kunt betalen.
4. Noem een verschil tussen de Nederlandse bank en andere banken.
5. Waarom is het veilig om geld op een bankrekening te zetten? Noem twee redenen.
6. Je koopt een iPod via internet en maakt het geld over via je bankrekening. Is dit directe ruil of indirecte ruil?
7. Vijf klasgenoten ontvangen de volgende bedragen per week aan zakgeld: 7 5,50 6,20 3,80 en 4,50. Wat is het gemiddelde? Je mag een DIGITALE rekenmachine gebruiken, dus waag het niet om je rekenmachine te pakken, of je leraar te vragen.
8. De moeder van Meike verdient per maand 1.024,40 reken uit hoeveel ze per week verdient. Let op dit is een strikvraag, 1 hint: 4 weken is 28 dagen, maar 28 dagen is GEEN maand. Bij deze hint moet je goed doordenken, natuurlijk niet seksueel.'
9. Rond dit bedrag af op centen. 1,735
10. Hoeveel je verdient, hangt af van veel factoren. Noem er twee.
Les 3 afval en milieu
Je gaat opdrachten maken over afval en milieu, je leest als eerst de doelstelling goed door, daarna maak je de vragen. Als er in de doelstelling geen antwoord te vinden is, gebruik dan andere bronnen van WikiKids of andere websites. Tip: Misschien is een goed zoekwoord afval of milieu.
Doelstelling 1 ~Biologisch afbreekbaar afval: afval dat door bacterien en schimmels kan worden afgebroken.
-afvalresten van planten, dieren of mensen.
-afval van producten gemaakt van delen van planten en dieren.
-voorbeelden: bladeren, fruitschillen, uitwerpselen, broodkorsten, papier.
~niet biologisch afbreekbaar afval: afval dat niet door bacterien en schimmels kan worden afgebroken.
-Afval van producten gemaakt van glas, metaal, steen of kunststoffen.
-Alleen de mens zorgt voor niet-biologisch afbreekbaar afval.
-Voorbeelden: batterijen, steenpuin, shampoo, flessen, wijnflessen.
1. Welk afval kan door bacterien en schimmels worden afgebroken?
2. Welk afval is alleen de mens afkomstig?
3. Tot welke soort afval behoort een autowrak?
4. Tot welke soort afval behoort een hondendrol?
5. Tot welke soort afval behoort een afgevallen boomtak?
Les 4 verslag
Ga op WikiKids opzoek naar een onderwerp waar je nog niet veel van weet. Op die pagina moet voldoende informatie staan, als er teveel op staat zoek dan een kopje erbij uit, dus bijvoorbeeld als je Israël kiest, doe dan de bewoners van Israël, of wat ze er eten, gewoon wat jij interessant vind. Daarna ga je een kort verhaaltje schrijven over het onderwerp die jij hebt gekozen, een half A4'tje. Er zijn een paar eisen, lees ze even goed door, en wanneer je klaar bent met het verslag, lees dan de eisen weer, om fouten te verbeteren.
Eisen:
Gebruik geen grote letters.
Zet er geen moeilijke woorden in!
Verplaats alles naar je eigen woorden.
Dingen die onzin zijn, of die jij onzin vind, hoeft er niet in.
De lezer moet het kunnen begrijpen.
De lezer moet het een interessant onderwerp vinden, dus als je het bijv. over roken doet, zet er dan niet in van niet roken je gaat dood, maar de voordelen en nadelen.
Gebruik goede spelling, hoofdletters en punten.
Voor de Middelbare school nog een eis: pak je Nederlands boek erbij en houd je aan die schrijfregels van het hoofdstuk waar je het in de les over hebt.