Gal (stof)
Gal of galvloeistof is een geelgroene vloeistof dat gemaakt wordt door de lever. Gal wordt opgeslagen in de galblaas en hoort niet bij de verteringssappen. Gal zorgt er als het ware voor dat vetten in de spijsvertering worden opgedeeld in kleinere stukjes (emulgeren).
De stof wordt gemaakt in de lever en bestaat uit water, galzouten, cholesterol en bilirubine. Nadat gal tijdelijk in de galblaas wordt opgeslagen wordt het via de galgang en de papil van Vater naar de twaalfvingerige darm gebracht. In deze darm wordt het gal bij de spijsvertering gedaan, waardoor de vetcellen kleinere worden. Dit belangrijk, aangezien voedingsstoffen hierna in de dunne darm worden opgenomen. Vetcellen zijn vaak te groot om direct opgenomen te worden en dus maakt gal ze geschikt voor opname in het lichaam. Je kunt gal dus vergelijken met een schaar, die de cellen in stukjes knipt.
Gal is grotendeels gemaakt van afvalstoffen, die met de ontlasting het lichaam uitgaan. De galzouten worden door het lichaam voor het grootste gedeelte hergebruikt, net als een deel van het water. De andere stoffen zijn ook echt afvalstoffen van het lichaam. Zo bestaat bilirubine uit dode rode bloedcellen. Op deze manier is het lichaam dus ook haar afval kwijt.
De naam
De naam gal komt van het Griekse chloros; wat helder groen of helder geel betekent. De stof cholesterol en de ziekte cholera zijn hiervan afgeleid. Vroeger werd gedacht dat een te veel aan gal leidde tot bepaalde emoties. Hoewel de wetenschap nu weet dat hier geen relatie tussen is, is het nog wel in ons taalgebruik te vinden. De woorden cholerisch (driftig) en melancholisch (verdrietig) zijn van de Griekse benaming van gal afgeleid. Ook het woord zwartgallig is afgeleid van gal. Toentertijd dacht men dat een teveel aan gal de mens verdrietig en driftig maakte.