Menselijk lichaam

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Fysieke lichaam)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deus Organ Donor KL.png Over dit artikel en/of onderwerp bestaat er ook een portaal! Klik hier om het portaal te bekijken!

Het menselijk lichaam bestaat uit allerlei organen, zoals het hart, de lever en de longen die gegroepeerd worden in orgaanstelsels. De huid is het grootste orgaan. Het lichaam wordt bijeen gehouden door spieren en het skelet.

Bouw

Een mens heeft super veel botten. Je zou denken dat een volwassen iemand meer botten zou hebben dan een baby, maar dat is niet waar: een baby heeft er namelijk 270, een volwassen persoon nog maar 206. Als je ouder wordt groeien sommige botten namelijk aan elkaar vast. Je hand bestaat uit 27 botjes en je voet uit 26 botten. Het kleinste botje zit in je oor. Dat heet de stijgbeugel en is maar 2 mm lang. Ook heeft een mens heel veel spieren, wel 650. Als je lacht gebruik je 17 spieren en als je met je wenkbrauwen fronst gebruik je 40 spieren. Als je een stap zet gebruik je wel 200 spieren. Je spieren wegen in totaal 40% van je lichaamsgewicht. Je kleinste spier is de musculus stapedius, de stijgbeugelspier. Deze spier zit aan het kleinste botje in je lijf, in je binnenoor. Je sterkste spier is je tong.

Botten

Het menselijk skelet

Skelet van het menselijk lichaam (vrouwelijk)

Net als alle gewervelde dieren, heeft ook het menselijk lichaam een skelet met een ruggengraat/wervelkolom). Het volwassen menselijk skelet heeft 206 botten. De ruggengraat of wervelkolom bestaat uit de halswervels, de borstwervels, de lendenwervels, het heiligbeen en het stuitbeen. De borstgordel bestaat uit de borstwervels, de ribben en het borstbeen. De heupbotten en het heiligbeen zijn samen de bekkengordel. De armen en de benen noemen we de ledematen. Een arm bestaat uit een opperarmbeen, een spaakbeen, een ellepijp en de handbonen (bestaat uit handwortelbenen, middenhandsbenen en vingerkootjes). Het been bestaat uit, dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen en de voetbonen (voetwortelbenen, middenvoetsbenen en teenkootjes). De schedel bestaat uit het wandbeen, het slaapbeen, het achterhoofdsbeen, het voorhoofdsbeen, het sphenoide bot, het neusbot, het jukbeen, de bovenkaak en de onderkaak.

De functie van het skelet

Botten hebben als functie het ondersteunen van je lichaam, het beschermen van organen en het mogelijk maken van beweging. Botten spelen ook een rol bij het vormen van nieuwe bloedcellen. Die worden gemaakt in het beenmerg dat zich in de botten bevindt.

De opbouw van het bot / de botten

Er zijn hebt twee soorten botten: platte botten (bijvoorbeeld de borstgordel en de schouderbladen) en lange botten (de ribben en het dijbeen bijvoorbeeld).

Het bot bestaat uit twee stoffen: calciumfosfaat en collageen. Collageen zorgt ervoor dat je bot een beetje flexibel is, zodat het een klein beetje kan buigen in plaats van meteen breken. Calciumfosfaat zorgt juist voor de stevigheid, hierdoor zijn je botten stevig en buigen ze niet helemaal door.

Hoe jonger je bent, hoe meer collageen je in je botten hebt en hoe buigzamer je botten dus zijn. Hierdoor breken kleine kinderen ook minder snel een bot dan oude mensen.

Gewrichten

Er zijn drie soorten gewrichten en dan nog drie ondersoorten. De drie soorten zijn:

  • Een gefuseerde verbinding, dat is als het eerst twee of meerdere aparte botten waren en later bij elkaar gegroeid zijn. Er is dan geen beweging mogelijk.
  • Het hechtgewricht, dit komt alleen voor in de schedel, hierbij zijn de botten onregelmatig samen gekomen.
  • Het synoviale gewricht, hierbij is beweging mogelijk. Het synoviale gewricht heeft drie onder categorieën:
    • Het kogelgewricht, dit kan alle kanten op bewegen. Dit vind je bijvoorbeeld in de schouders en de heup.
    • Het draaigewricht,
    • Het scharniergewricht, dit is is als er maar één richting op gedraaid kan worden. Denk aan je vingerkootjes. Die kun je maar op een manier buigen en niet zijwaarts.

Andere skeletten

Wij hebben een intern skelet dat in ons lichaam zit, maar er zijn ook dieren met een extern skelet, zoals een mossel. Insecten en krabben hebben bijvoorbeeld ook een extern skelet om zichzelf te beschermen. Sommige dieren zoals de zeester hebben wel een intern skelet, maar dan zonder echte botten. Deze dieren hebben dan wel een soort versteviging in plaats van de botten. Andere dieren zoals kwallen en wormen hebben helemaal geen skelet. Dit noemen we ongewervelde dieren.

Spieren

Het spierstelsel.

Alle spieren samen heten het spierstelsel. Bij elkaar zijn er ongeveer 650 spieren, die vastzitten aan de botten. Ze worden vastgehouden door pezen.

De meeste spieren werken samen in groepjes van twee. Als een spier beweegt, bewegen de botten ook.

Videoclip

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Menselijk_lichaam&oldid=863034"