Faust
Faust is een heel bekende vertelling. Het gaat over de Duitse dokter Johann Faust, die in het begin van de zestiende eeuw leefde. De duivel heeft met God een weddenschap afgesloten dat de duivel in staat zou zijn om Faust tot het kwade te verleiden. Faust wil namelijk het werkelijke leven leren kennen. Hij laat zich tot het kwade verleiden om zijn jeugd te herkrijgen en wordt verliefd op Gretchen. Maar als Gretchen en zijn kind sterven, verliest hij zich in een zondig leven. Bij zijn dood blijkt dat hij toch altijd het verschil heeft gekend tussen goed en kwaad.
Verhaal
Op een dag maakt Faust een avondwandeling. Hij komt een loslopende poedel tegen. Hij besluit de poedel mee naar huis te nemen, maar weet niet dat deze poedel een vermomming is van de duivel. De duivel heeft een contract bij zich dat ondertekend moet worden. Ze spreken af in het contract dat de duivel Faust het echte leven leert kennen en in ruil krijgt de duivel de ziel van Faust.
En Faust verandert van een oude man in een veel jongere. Hij kan dan een deel van zijn leven overdoen. Dankzij deze deal leert Faust de vrouwen kennen en zij vallen allemaal voor de charmes van Faust. Maar op één wordt hij verliefd en dat is Gretchen. Maar hoewel ze niet getrouwd zijn, raakt ze in verwachting. Ze schaamt zich dan zo voor haar kind, dat ze hem verdrinkt en begraafd. Ze wordt beschuldigd van moord en veroordeeld tot de doodstraf.
Faust weet dit niet, want hij feest met de duivel. Maar als hij er dan toch achter komt, wil hij Gretchen bevrijden. Maar omdat de duivel van de partij is, weigert ze alle hulp. Ze gaat nog liever dood dan dat ze zich inlaat met de duivel. Gretchen moet op de brandstapel en komt om in de vlammen. Maar hoewel ze haar kind heeft vermoord, hoeft ze toch niet naar de hel, want omdat ze zich niet heeft laten helpen door de duivel heeft ze een plekje in de hemel verdiend.
Faust is ontroostbaar, hij heeft het leven van zijn grote liefde Gretchen niet kunnen redden. Maar vervolgens duikt hij met de duivel de onderwereld in om zijn verdriet te vergeten.
Omdat Faust in zonde heeft geleefd, moet hij naar de hel. De duivel lijkt daarmee de weddenschap van God te hebben gewonnen. Maar het blijkt anders dan gedacht, want engelen nemen hem mee naar de hemel. Omdat hij altijd het verschil heeft gekend tussen goed en kwaad, mag hij toch naar de hemel.