Elrits
Elrits Phoxinus phoxinus | |||
---|---|---|---|
Kwetsbaar | |||
Leefgebied | Benelux, de Geul, maas en beken op de Veluwe | ||
Leefomgeving | beken en rivieren | ||
Behoort tot de | Karperachtigen (Cypriniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De elrits (Phoxinus phoxinus) is een kleine soort zoetwatervis in de familie van Karperachtigen (Cypriniformes). Het is de naamgever van het geslacht Phoxinus. Het komt veel voor in een groot deel van Eurazië, van Groot-Brittannië en Spanje tot Oost-Siberië, voornamelijk in koele (12-20 °C) stromen en zuurstofrijke meren en vijvers. Het staat bekend als een sociale soort, die in grote aantallen scholen leeft. In Nederland bedreigd.
Beschrijving
De elrits is een kleine vis die een maximale totale lengte van 14 centimeter bereikt, maar is normaal gesproken ongeveer 7 centimeter lang is. Het heeft 3 stekels en 6-8 zachte stralen in zijn rugvin met 3 stekels en 6-8 zachte stralen in zijn anaalvin. De ruggengraat bestaat uit 38-40 wervels. Het onderscheidt zich van soortgelijke soorten die in Europa voorkomen doordat ze een zijlijn hebben. Deze strekt zich uit voorbij de neus van de aarsvin. De schubben op de borst zijn er gedeeltelijk en de schubben worden gescheiden door niet-geschubde gebieden, hoewel ze zelden zijn verbonden door 1 à 2 rijen schubben. De staartvin bestaat uit 19 zachte stralen. De rug is normaal bruinachtig groen en wordt gescheiden van de witachtig grijze onderkant door de hierboven beschreven streep of vlekken. Deze vissen waarschuwen elkaar voor roofvissen door het uitscheiden van een chemische stof. De vissen die de geur ervan oppikken gaan nog meer in een school zwemmen.