Eetstokjes
Eetstokjes (Chinees :筷子of箸; Pinyin: kuàizi of zhù) zijn zeg maar het bestek in Aziatische landen. Het zijn gevormde paren stokken van gelijke lengte die al meer dan drieduizend jaar worden gebruikt als keukengerei en eetgerei in het grootste deel van Oost- en Zuidoost-Azië. Ze worden vastgehouden in de hand, vastgezet met vingers en gehanteerd als verlengstukken van de hand om voedsel op te pakken.
Oorspronkelijk zijn ze afkomstig uit China, de eetstokjes verspreidden zich later naar andere delen van Azië. Eetstokjes zijn meer geaccepteerd geworden in verband met Aziatisch eten in het Westen, vooral in steden met aanzienlijke groepen inwoners uit Aziatische landen.
Eetstokjes zijn gladgemaakt en lopen vaak taps toe. Ze zijn vanouds gemaakt van hout of bamboe, maar ook metaal, ivoor en keramiek. Tegenwoordig zijn ze steeds vaker verkrijgbaar in niet-traditionele materialen zoals plastic, roestvrij staal en zelfs titanium.
Eetstokjes worden vaak gezien als iets dat oefening en vaardigheid vereist om onder de knie te krijgen om als eetgerei te worden gebruikt. In sommige landen wordt het niet naleven van de etiquette bij het gebruik ervan afgekeurd, hoewel dergelijke gevoelens over het algemeen minder zijn dan vroeger.
Eetstokjes hebben ongeveer dezelfde werking als een lang pincet.
Geschiedenis
Eetstokjes worden al sinds de Shang-dynastie (1766–1122 v.Chr.) gebruikt. De historicus Sima Qian uit de Han-dynastie schreef echter dat het waarschijnlijk is dat eetstokjes ook werden gebruikt in de voorgaande Xia-dynastie en zelfs in de nog eerdere Erlitou-cultuur, hoewel het vinden van archeologisch bewijs uit deze tijd ongelooflijk moeilijk is.
Het vroegste bewijs van tot nu toe ontdekte eetstokjes bestaat uit zes eetstokjes, gemaakt van brons, ze zijn 26 centimeter lang en 1,1 tot 1,3 centimeter breed, opgegraven in de ruïnes van Yin nabij Anyang (Henan). Deze dateren uit ongeveer 1200 v.Chr., tijdens de Shang-dynastie. Ze zouden zijn gebruikt om te koken.