Domino
Domino is een gezelschapsspel dat je met 2 of 4 personen speelt met 28 houten of plastic 'stenen' met stippen erop. Het spel stamt uit de middeleeuwen en komt zeer waarschijnlijk uit China. Marco Polo zou het hebben meegebracht naar Europa. Vroeger waren de 'stenen' van echt steen, bot of gemaakt uit ivoor.
Bij twee spelers trekt ieder zeven stenen vanuit de stapel, waarbij de stippen niet zichtbaar zijn en zet ze onzichtbaar voor de tegenstander voor zich neer. Met vier spelers trekt ieder 5 stenen. De stenen kunnen ook door een van de spelers verdeeld worden. De eerste speler na de gene die uitgedeeld heeft (met de klok mee) legt één van zijn domino stenen in het midden van de tafel neer. Dan leggen de spelers om de beurt passende dominostenen aan. De 1 sluit aan op de 1 van de liggende steen, 2 aan 2, 3 aan 3 enzovoorts. Kan een speler niet dan pakt hij een nieuwe dominosteen van de stapel. De speler die als eerste al zijn dominostenen kwijt is wint!
Ook kan diegene beginnen die het hoogste getal gooit met een dobbelsteen of de speler met de hoogste dubbele waarde op een steen, begint. Je kunt er ook voor kiezen om te bepalen wie er mag beginnen door een steen van de stapel te trekken te trekken.
Er zijn meerdere speelvarianten van het spel bekend. Spreek van tevoren af hoe het spel gespeeld gaat worden.
Domino-omverwerpen
Dominostenen kun je op hun zijkant neerzetten op een tafel. Doe je dat op een rij, dan kun je de een na de ander laten omvallen: het zogeheten domino-effect . Later zijn daar speciale gekleurde stenen voor gekomen als speelgoed. Het bekende Domino-D-dag is een in een zaal opgebouwd circuit van dominostenen in bepaalde vormen, die naar men hoopt allemaal één-voor-één omvallen nadat de eerste is omgetikt. Zo hoopt men telkens een record te breken van het aantal omgevallen stenen.