Djembé
De djembé of jembe is een soort trommel, een slaginstrument. Het is een instrument wat vroeger met touw gespannen vel bedekt was en werd bespeeld met blote handen. Je kan er verschillende klanken en tonen uit krijgen. De djembé komt oorspronkelijk uit West- Afrika waar dorpen het onder andere gebruikte om met elkaar te kunnen communiceren. Volgens de Bambara-bevolking in Mali komt de naam van de djembe van het gezegde "Anke djé, anke bé" wat zich vertaalt als "iedereen komt samen in vrede" en dit is meteen het doel van de trommel. In de Bambara-taal is "djé" het werkwoord voor "verzamelen" en wordt "be" vertaald als "vrede". Een djembé werd vroeger gemaakt door een hardhouten boomstam uit te hollen (de schelp) en er een geitenvel over te spannen. Later werden ze ook mooi versierd met verf, touw en kralen.
Djembes hebben een buitendiameter van 30–38 cm en een hoogte van 58–63 cm. Het gewicht van een djembé varieert van 5 kg tot 13 kg en is afhankelijk van de maat en het materiaal van de schelp. Een middelgrote djembé gesneden uit een van de traditionele houtsoorten (inclusief huid, ringen en touw) weegt ongeveer 9 kg.
De djembé kan een grote hoeveelheid verschillende geluiden maken, waardoor het een zeer veelzijdige drum is. De trommel is erg luid, waardoor hij duidelijk te horen is als een solo-instrument over een groot slagwerk-ensemble. Het Malinké-volk zegt dat een ervaren drummer iemand is die "de djembé aan het praten kan krijgen", wat inhoudt dat de speler een emotioneel verhaal kan vertellen. Het Malinké volk heeft overigens de djembé nooit als signaaltrommel gebruikt.
Traditioneel wordt de djembé of de dunun alleen door mannen bespeeld. Veel andere slaginstrumenten zoals de shekere (een uitgeholde kalebas bedekt met een net van kralen), karignan (een buisvormige bel) en kese kese (een geweven mandrammelaar ), worden meestal gespeeld door vrouwen. Zelfs vandaag de dag is het zeldzaam om vrouwen djembé of dunun te zien spelen in West-Afrika. Afrikaanse vrouwen uiten hun verbazing wanneer ze een vrouwelijke djembespeler zien.
Het is niet duidelijk wanneer de djembé is ontstaan. Men schat zo'n 1000 jaar geleden. Gezien de vorm zou het uit een vijzel ontstaan kunnen zijn. Vijzels worden bij de Afrikaanse volken nog veel gebruikt om voedsel er in fijn te stampen. Sinds de jaren '50 van de twintigste eeuw is de djembé bekend geworden buiten de oorspronkelijke West-Afrikaanse gebieden. De djembé is gebruikt door veel moderne artiesten, waaronder Paul Simon, Cirque du Soleil en Tool, waardoor het westerse publiek meer bekendheid kreeg met het instrument.
De toon van de djembé wordt bepaalt door de velspanning. Tegenwoordig heb je djembés met stelschroeven. Ook de manier van bespelen geeft verschillende klanken. Het basgeluid wordt verkregen door met de handpalm en platte vingers op de trommel te slaan nabij het midden van de huid. Tik of sla je met de vingers aan de rand van het vel, dan geeft dat een hogere fellere toon.