Chris van Abkoude
Chris van Abkoude | |
Portretfoto van Chris van Abkoude uit 1925 te New York, VS | |
Algemene informatie | |
Naam voluit | Christiaan Frederik (Chris) van Abkoude |
Geboren | 6 november 1880 |
Geboorteplaats | Rotterdam |
Overleden | 2 januari 1960, Portland VS |
Nationaliteit | Nederland |
Beroep | schrijver |
Werk | |
Jaren actief | 1903-1936 |
Genre(s) | Kinderboek |
Bekende werken | Kruimeltje en de Pietje Bell-reeks |
Uitgeverij(en) | Kluitman |
Portaal Literatuur |
Christiaan Frederik (Chris) van Abkoude, later Charles Winters werd geboren in Rotterdam, 6 november 1880. Hij overleed in Portland (Oregon) op 2 januari 1960. Hij was een Nederlands- Amerikaanse onderwijzer, journalist, kinderboeken schrijver, oorlogscabaretier en kinderentertainer. Hij was ruim veertig jaar actief als verhalenverteller, zanger, musicus, poppenkast-speler, buikspreker, goochelaar en was grondlegger van het Nederlandse kindercabaret. Hij is in Nederland vooral bekend geworden als de schrijver van ruim veertig kinderboeken, waarvan de bekendste Kruimeltje en de Pietje Bell-reeks zijn.
Hij groeide op in de Rotterdamse wijk Crooswijk , waar zijn vader een modezaak/ kinderkledingwinkel had. Zijn moeder stierf twee weken na zijn geboorte. Zijn oudere zus Margaretha nam de opvoeding over en zou later model staan voor de personage Martha in de Pietje Bell boeken. Chris van Abcoude volgde een particuliere school en volgde later de hbs en het gymnasium. Uiteindelijk kwam hij op de leraren opleiding (toen kweekschool) terecht. Deze studie werd onderbroken voor militaire dienst bij het Garderegiment Grenadiers en Jagers te Den Haag, waar van Abkoude afzwaaide als korporaal. Op 11 mei 1901 behaalde hij zijn onderwijsakte.
Tussen 1901 en 1910 gaf hij les op een volksschool, maar ging in 2003 zich al bezig houden met journalistiek. Hij werd redacteur van Het Rotterdammertje, een lokaal weekblaadje dat werd uitgegeven door de boekhandelaar/ drukker D. Brouwer. Daarin beschreef hij de armoede van de Rotterdamse jeugd toen. In 1904 begon hij met het schrijvers vak. De novelle De bruiloft van Henri Terborgh (1904) en Een strijd tegen domheid (1905) zijn de eerste boeken die van hem verschenen. Hierin komt het standenverschil duidelijk tot uiting. In 1905 trouwde van Abkoude met zijn buurtgenootje Johanna Alida van Wijk. Twee maanden later werd hun zoon Pieter geboren, in 1907 volgde zoon Dirk en twee jaar later zoon Christiaan, roepnaam Bob. Ze zouden in 1922 model staan voor de hoofdpersonen van het boek De zonen van Pietje Bell.
Het schrijven voor volwassenen bleek geen succes. Hij besloot daarom voor kinderen te gaan schrijven. Ook richtte het een kinderkoor op. In 1907 verschenen zijn eerste twee kinderboeken, Bert en Bram en Hollandsche jongens, beide uitgegeven door de Alkmaarse uitgeverij Kluitman. Vervolgens verscheen Hein Stavast, het eerste boek van Chris van Abkoude dat geïllustreerd werd door Jan Rinke, de illustrator die later Pietje Bell van zijn beroemde knipoog zou voorzien.
Hij organiseerde kinderfeesten, schreef daar liedjes voor en gaf er poppenkast voorstellingen. Met de poppenkast zou hij later op stap gaan en daarmee het onderwijs verlaten. In 1909 verschenen wekelijks artikelen in Het Rotterdamsch Dagblad die Van Abkoude over deze reis schreef. Van Abkoude kwam met een compleet programma van muziek, verhalen en poppenspel. De liedjes en verhalen hadden een ondeugend karakter wat door met name de ouderwetse pedagogen niet erg werd gewaardeerd. De Eerste Wereldoorlog maakte het hem niet gemakkelijk en het was geen vetpot voor het gezin. Hij verhuisde alleen naar Laren (Noord-Holland) en deed daar het schrijfwerk. Begin 1914 huurde van Abkoude een woning aan de Schoolstraat in Baarn en werd hij herenigd met zijn gezin. Daar schreef hij het boek Pietje Bell, met als oorspronkelijke titel Pietje Bell of de lotgevallen van een ondeugenden jongen. Het boek was direct een enorm succes onder de jeugd, maar de pedagogen vonden het maar niks. Nog jarenlang zouden ze protesteren tegen het werk van Chris van Abkoude.
In zijn diensttijd tussen 1914 en 1915 oogstte Chris van Abkoude landelijk veel succes met zijn vele optredens als oorlogscabaretier, waarbij hij langs de forten gelegen aan de Nieuwe Hollandse Waterlinie trok om de militairen te vermaken. Op woensdag 7 juni 1916 vertrok Van Abkoude met het SS Noordam van de Holland-Amerika Lijn naar de Verenigde Staten. Hij reisde samen met ene Betty Poulus, die van plan was in Amerika een muzikale carrière op te bouwen. De bedoeling was dat zijn vrouw en kinderen de overtocht zouden maken nadat hij werk en huisvesting zou hebben gevonden. Van Abkoude huurde een woning in Hackensack (New Jersey) en kon in die plaats aan de slag als pianist voor stomme films bij het Eureka Theatre. Omdat Amerikanen moeite hadden met het uitspreken van zijn Nederlandse naam, veranderde hij deze in Charles Winters. Door de oorlog konden zijn vrouw en kinderen niet de overtocht maken en kreeg van Abkoude een verhouding met de zangers. Die beviel drie dagen na de aankomst van zijn vrouw en kinderen van een dochter. Toch bleef de verhouding bestaan en Betty Poulus kreeg later nog een zoon. Tot na zijn dood bleef de verhouding als familiegeheim bestaan. De beide kinderen kwamen wonen bij hem en zijn vrouw. Betty Poulus zou ze daarna niet meer zien.
Er volgden nieuwe Pietje Bell boeken en in 1923 verscheen Kruimeltje. Zowel Pietje Bell als Kruimeltje zijn later verfilmd.
Door de economische crisis in 1923 kwam ook van Abkoude zonder werk te zitten en moest zijn woning in New York opgeven. Hij kwam terecht in een zomerhuisje in Danbury in Connecticut. Hij bouwde zelf een soort caravan, met als doel af te reizen naar de westkust van de Verenigde Staten. Daar was minder ellende. De woonwagen bood net genoeg ruimte aan Van Abkoude en zijn vrouw. De drie oudste zonen waren al het huis uit. De jongste kinderen Fred en Mary (van Betty Poulus) moesten tijdens het reizen overnachten in een tent. De woonwagen werd door Van Abkoude beschilderd met Hollandse taferelen als molens en boeren en boerinnen op klompen. Tijdens de reis, die duurde van juni tot september 1934, wist Van Abkoude met veel pijn en moeite optredens te regelen waarmee hij levensonderhoud en benzine kon betalen. Van Abkoude met zijn vrouw en dochter Mary vertrokken in het najaar van 1935 naar Californië. Fred bleef achter in Portland, Oregon, om daar te studeren. Van Abkoude stopte met schrijven en gaf tot zijn 70e alleen nog maar voorstellingen. Het gezin kon maar net het hoofd boven water houden. In 1950 kwam zijn vrouw Johanna te overlijden. Van Abkoude verdreef daarna de eenzaamheid met schilderen. De bejaarde jeugdvermaker wist in 1951 nog een kindertheater in Alameda op te richten. Voor het Altarena Little Theatre was hij zowel decorbouwer, producent, schrijver, componist als regisseur. Eind 1952 werd hij getroffen door een beroerte en moest hij stoppen met zijn werkzaamheden. In de daaropvolgende drie jaar nam zijn gezondheid dusdanig af dat zijn zoon Dirk hem halverwege 1955 naar Portland haalde, waar hij zijn laatste levensjaren doorbracht in een verzorgingstehuis.
Van Abkoude is nooit meer naar Nederland teruggekeerd.
Van hem verschenen
- 1903 - Droevig Kinderleven in Rotterdam. Een onderzoek naar den toestand van behoeftige schoolkinderen, A. Brouwer, Rotterdam, 1903/4
- 1904 - De Bruiloft van Henri Terborgh, Van Holkema & Warendorf, Amsterdam
- 1905 - Een Strijd tegen Domheid, Van Holkema & Warendorf, Amsterdam
- 1907 - Bert en Bram, P. Kluitman, Alkmaar
- 1907 - Hollandsche Jongens, P. Kluitman, Alkmaar
- 1908 - Hein Stavast, P. Kluitman, Alkmaar
- 1910 - Willems Verjaarsgeschenk, P. Kluitman, Alkmaar
- 1910 - Het Jongenskamp, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1910 - Met de poppenkast op reis, avontuurlijke lotgevallen van drie journalisten, Scheltens & Giltay, Amsterdam
- 1910 - Een Ongeluksvogel, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1910 - Schoolmannen. Een roman uit de onderwijswereld, Scheltens & Giltay, Amsterdam, 1910 (Onder het pseudoniem B. Verhoef)
- 1910 - Tim en Tom, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1911 - Bob-zonder-zorg, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1911 - De Fietsclub “Alle Vijf”, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1912 - Het Boek van Luilekkerland, De Groot & Dijkhoffz, 's-Gravenhage
- 1912 - Het Boek van de Tien kleine Dreumesjes, De Groot & Dijkhoffz, 's-Gravenhage
- 1912 - De man met de Poppenkast, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1912 - De Otters, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1912 - De Padvinders van Duinwijk, A.W. Bruna & Zoon, Utrecht
- 1912 - Piet Parker, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1913 - Jan Boenders: hoe een echt Hollandsche jongen in Amerika rijk werd, Scheltens & Giltay, Amsterdam
- 1913 - Jolige liedjes voor de Jeugd, Scheltens & Giltay, Amsterdam
- 1913 - De Pinkertonnetjes, A.W. Bruna & Zoon, Utrecht
- 1913 - De Voetbalclub, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1914 - Instituut Sparrenheide, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1914 - Pietje Bell, of De lotgevallen van een ondeugenden jongen, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1914 - Jaap Snoek van Volendam, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1915 - De Waterratten, Gebr. Kluitman, Alkmaar [vanaf tweede druk: Het Waterkamp]
- 1916 - Jolig Strandleven, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1916 - De zonnige jeugd van Frits van Duuren, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1917 - Hoe Jaap Bekkers een fiets kreeg, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1920 - De vlegeljaren van Pietje Bell, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1921 - Dickie Pool, of Hoe twee gymnasiasten automobiel-fabrikant werden, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1922 - De Zonen van Pietje Bell, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1923 - Kruimeltje, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1924 - Pietje Bell’s Goocheltoeren, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1926 - De Circusclown, of De lotgevallen van Daantje, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1926 - Dwergneus, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1929 - Pietje Bell in Amerika, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1930 - In het land van Uncle Sam, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1931 - Hoe Fred aviateur werd, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1932 - Nieuwe avonturen van Pietje Bell, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1932 - Peppie, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1934 - Pietje Bell is weer aan den Gang, Gebr. Kluitman, Alkmaar
- 1936 - Pietje Bell gaat Vliegen'', Gebr. Kluitman, Alkmaar (schaduwschrijver N.J.P. Smith)
- 1936 - Het Verlaten huis, Van Holkema & Warendorf, Amsterdam