Cabaret
Cabaret is een vorm van vermaak in een theater met muziek, zang, dans, toneelspelen of drama. Het kan op vele plaatsen gespeeld worden; bijvoorbeeld in een pub (soort café), een casino, een hotel, een restaurant of een nachtclub. Soms wordt het ook op film opgenomen en op televisie getoond. Daarbij is de oudejaarsconference de meest bekende vorm. Als er maar een podium is voor uitvoeringen. Het publiek, dat vaak eet of drinkt, danst doorgaans niet, maar zit meestal aan tafels. Optredens worden meestal aangekondigd en ingeleid door een ceremoniemeester of MC (soort presentator). Het entertainment (vermaak) wordt gedaan door een groep van acteurs en is vaak gericht op een volwassen publiek, maar is er soms ook speciaal voor kinderen. Een enkele 'vermaker' bij het cabaret noem je een cabaretier. De teksten en liedjes die gebracht worden kunnen grappig zijn, maar ook wel droevig of scherpzinnig (wat ervoor zorgt dat je er over gaat nadenken).
De term komt uit het Middelnederlands (ook wel Diets genoemd, de oude Nederlandse taal) en betekende vanaf de 13e eeuw goedkope herberg of restaurant. Het Franse woord 'chambrette' betekent kleine kamer.
Hoe het begon
In het Franse Parijs ontstonden in de 15e eeuw steeds meer cabarets (soort cafés) waar je kon eten en drinken en soms was er een optreden te zien. Deze Cabarets werden veelvuldig gebruikt als ontmoetingsplaats voor schrijvers, acteurs, vrienden en artiesten. Het is dan ook niet vreemd dat ze daar ideeën uitwisselden. In de 18e eeuw ontstond in Parijs het café-chantant (café waar gezongen wordt), dat eten aanbood samen met muziek, zangers of goochelaars. In 1881 stichte Rodolphe Salis, een theatermakelaar en ondernemer, de uitgaansgelegenheid "Le Chat Noir". Ze serveerden daar eten en drinken en combineerden dat met muziek en ander amusement met politiek commentaar en satire (iets bespottelijk maken, het is een kunstvorm waarbij vaak op humoristische wijze kritiek op personen of de maatschappij wordt gegeven).
In Nederland had je rond 1885 ook van dergelijke kleine theatertjes. Wellicht hangt de naam 'kleinkunst' daar ook mee samen. Als de geboortedatum van het Nederlandse cabaret wordt meestal 19 augustus 1895 genoemd. Toen trad cabaretier en protestzanger Eduard Jacobs op in het Amsterdamse café De Kuil. Ook heb je in Amsterdam een toneelopleiding die in 1874 werd opgericht als Amsterdamse toneelschool. Later ging deze samen met de Academie voor Kleinkunst (opgericht in 1960). De kleinkunst is vaak een mix van (stand-up) comedy, theater en muziek en gaat vaak over sociale thema's (liefde, armoede en zo) en politieke satire (scherpzinnige grappen over de politiek). In de twintigste eeuw waren "de grote drie" Wim Sonneveld, Wim Kan en Toon Hermans. Tegenwoordig worden veel cabaretvoorstellingen van populaire "cabaretiers" (artiesten van cabaret) uitgezonden op de nationale televisie, vooral op oudejaarsavond. Nederland kent veel cabaretiers (zie lijst cabaretiers wikipedia). Vaak zijn dat ook vertolkers van luisterliedjes.
Cabaret en de popmuziek
Soms zijn er cabaretliedjes die de hitlijsten halen. Of omdat ze heel grappig zijn, maar ook omdat ze droevige momenten heel treffend weergeven en wat veel mensen uit de eigen omgeving herkennen. Sommige liedjes werden bekend als (landelijk) carnavalslied. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
- "het dorp" (1965) van Wim Sonneveld
- "Mien waar is mijn feestneus" (1968) van Toon Hermans
- "Pizza lied (Effe wachte...)" (1993) van Andre van Duin
- "Waar is toch m'n caravan" (1997) van Herman Berkien
- "Mag ik dan bij jou" (2009) van Claudia de Breij
- "Flappie" (2017) van Youp van 't Hek