Bodhrán
De Bodhrán is een Iers slaginstrument. Het wordt vaak gespeeld in traditionele Ierse volksmuziek of folk. Het is een zogeheten frame- of lijsttrommel. De lijsttrommel is een van de oudste muziekinstrumenten. De bodhrán lijkt best veel op de tamboerijn maar heeft vaak een grotere doorsnede.
Het is niet bekend wanneer de bodhrán is ontstaan. Er zijn veel overeenkomsten tussen de bodhrán- en frametrommels uit Noord-Afrika en Noord-Azië. De bodhrán komt mogelijk uit een van deze streken vandaan. Het is echter ook gezegd dat het oorspronkelijk een agrarisch stuk gereedschap was en het later werd gebruikt als een muziekinstrument. Er zijn namelijk veel overeenkomsten tussen de bodhrán en een soort schaal met huid die in de landbouw wordt gebruikt om graankorrels van de velletjes te scheiden. Er is ook een verwijzing naar de Wren waar het als een muziekinstrument wordt gebruikt. De Wren was een groep mannen en jongens, die van huis tot huis gingen en traditionele muziek speelden om de lokale bevolking te vermaken op St. Stephen's Day (herdenkingsdag van St. Stephen op 26 december). De bodhrán werd populair omdat hij werd gebruikt om de maat aan te geven bij de muziek die ze speelden. De bodhrán is door de geschiedenis heen ook als oorlogstrommel gebruikt.
De eerste schriftelijke verwijzing naar het woord bodhrán is te vinden in een manuscript dat vóór het begin van de zeventiende eeuw is geschreven. Dit manuscript noemt het geluid van de bodhrán. De eerste afbeelding van de bodhrán was te zien op een olieverfschilderij van Daniel Maclise. Het olieverfschilderij werd in 1833 tentoongesteld in de Royal Academy of London. Een persoon die de bodhrán speelt, is duidelijk te zien in de afbeelding. Het geluid van de bodhrán werd voor het eerst op een grammofoonplaat opgenomen in de jaren 1920. Het werd populair in het midden van de twintigste eeuw met de hernieuwde populariteit van Ierse traditionele volksmuziek of folk. Seán Ó Riada speelde een belangrijke rol bij het promoten van bodhrán. Hij introduceerde de bodhrán in de groep Ceoltóirí Cualann in de jaren zestig en dit hielp het gebruik van de bodhrán weer nieuw leven in te blazen.
De bodhrán bestaat uit een houten cirkelvormig frame met over één zijde gespannen dierenhuid. Geitenhuid of schapenvacht werd traditioneel gebruikt, maar tegenwoordig is het gebruikelijker om synthetische (plastic) vellen te gebruiken. Een Synthetisch vel maakt echter niet hetzelfde geluid als dierenhuid. De diameter van de bodhrán is meestal tussen de 35 en 40 centimeter en de diepte is meestal tussen de 12 en 15 centimeter. De grootte van de bodhrán is belangrijk zodat de speler deze goed kan bespelen. Het heeft ook invloed op het geluid dat het maakt. Een bodhrán kan eventueel een steunstang hebben. Dit kan een enkele staaf, een T-staaf of een dwarsbalk zijn aan de binnenkant van de trommel. Deze staaf ondersteunt de hand van de speler wanneer de hand tegen de huid wordt gehouden om de klank te veranderen. Daarom kiezen beginners er vaak voor om een steunbalk op hun bodhrán te hebben om het hen gemakkelijker te maken tijdens het leren. De steunstang kan uiteraard ook worden gebruikt om de bodhrán vast te houden terwijl je hem bespeelt.
De bodhrán kan op veel verschillende manieren worden gespeeld. De bodhrán wordt meestal zittend bespeeld, hoewel het ook kan worden bespeeld terwijl men staat. Spelers hebben meer controle over de bodhrán als ze zittend spelen, omdat ze de bodhrán op de knie kunnen leggen. Er worden verschillende hand- en stokstijlen gebruikt om de bodhrán te bespelen. De 'drumstok' is vaak iets groter dan je hand en heeft vaak aan twee kanten een verdikking waarmee tegen het vel geslagen wordt. Vaak word de stok tussen duim en wijsvinger gehouden waardoor je het stokje als het ware heen en weer kunt laten slingeren en beide zijden om beurten de bodhrán raken. Dit geeft een soort roffel.