Benedictus van Nursia
De heilige Benedictus van Nursia (geboren in 480 in Nursia - overleden in 546) is een belangrijke christelijke heilige en de stichter van de monnikenorde der Benedictijnen. Het was een tijd van volksverhuizingen en angst voor volkeren zoals de Hunnen. Kloosters werden steeds vaker plaatsen van rust en afzondering. Benedictus stichtte een nieuwe kloosterorde, de Benedictijnen. Het belangrijkste uitgangspunt van de orde was en is "bid en werk"(ora et labora in het Latijn). Dit was nieuw, want in die tijd was werken voorbehouden aan slaven en mensen onderaan de maatschappelijke ladder. Benedictus heeft veel bijgedragen aan het uitdragen van wetenschappelijk onderzoek en het overschrijven van boeken uit de tijd van de Grieken en de Romeinen. De boekdrukkunst bestond toen nog lang niet. Dankzij het monnikenwerk weten we nu nog steeds best wel veel over de oudheid.
Het leven van monniken
De meeste kloosters kwamen op afgelegen plaatsen. Daar konden mannen of vrouwen zich helemaal richten op God. Dat deden ze door 5 maal per dag te bidden en te zingen. Daar tussendoor deden ze veel andere dingen. Veel kloosters hadden een ziekenzaal waar zieke mensen werden verpleegd. Daarnaast hadden ze een kruidentuin met geneeskrachtige kruiden. Die gebruikten ze eventueel als een medicijn. De bestudering van de kruiden heeft ervoor gezorgd dat medicijnen als wetenschap werden bevorderd. Ook vingen kloosters vaak reizigers op die grotere afstanden moesten afleggen en zochten naar een plaats om te overnachten. Tevens werden in veel kloosters jongeren onderwezen. Eerst moesten ze dan leren lezen en schrijven. Later konden ze eventueel Latijn leren. Dat was de taal die in de Middeleeuwen werd gesproken door de geleerden. Er waren kloosters voor alleen mannen en kloosters voor alleen vrouwen.