Beitel
Een beitel is een (hand)gereedschap.
Er zijn twee verschillende soorten: je hebt de houtbeitel en de steenbeitel. Een steenbeitel dient om stenen stuk te kappen of bijvoorbeeld gaten in een muur te maken. Een houtbeitel dient om in hout te snijden en bijvoorbeeld te beeldhouwen.
Beitels gebruik je ook om houtverbindingen te maken. Je kunt de beitel met de hand in het materiaal steken of met een hamer erin drijven.
De beitel heet een snijdend gedeelte dat de vouw wordt genoemd. Deze moet een bepaalde hoek hebben (meestal zo'n 25° - 30°) om goed te snijden. De platte kant van de beitel heet de rug en het scherpe gedeelte de snede. Als je bijvoorbeeld op een spijker in het hout terecht komt, krijg je een beschadiging in de snede. Dit heet een braam. Deze moet er met een slijpsteen of slijpmachine eraf worden geslepen. Om de snede echt scherp te maken moet je de beitel wetten op een wetsteen.
Beitels voor het kunstig een houtsnijwerk maken noem je gutsen. Voor het houtdraaien (bijvoorbeeld stoel- en tafelpoten) gebruik je draaibeitels. Steen bewerk je met een steenbeitel.