Beatrix Potter

Beatrix op 15-jarige leeftijd met haar hond

Helen Beatrix Potter ( Londen, 28 juli 1866 - Near Sawrey, 22 december 1943) was een Engelse auteur, illustrator, botanist (plantenkunde) en conservatist (politieke stroming voor de bescherming van de natuur). Ze is het meest bekend om haar kinderboeken, zoals Peter Rabbit (Pieter Konijn).

Jeugd

Beatrix is geboren in South Kensington, Londen en is de dochter van Rupert William Potter (1832–1914) en Helen Potter (1839–1932). Ze kreeg thuis les door gouvernantes, waardoor ze weinig kans had om met andere kinderen te spelen. In tegenstelling tot Beatrix was Bertram, Beatrix's jongere broer, weinig thuis. Hij zat op een kostschool. Ze had veel huisdieren, waaronder 2 konijnen genaamd Benjamin en Peter. Ze nam Peter overal mee naartoe. Zelfs als ze met haar familie ergens heen gingen. Ze observeerde haar huisdieren, en schetste die toen ook. Naarmate ze ouder werd, werden haar schetsen ook beter. Ze ontwikkelde een talent voor tekenen, wat later van pas zou komen.

Elke zomer huurde haar vader een huisje, vanaf 1871 tot 1881 was het het Dalguise House in Perthshire, Schotland. Daarna was het in het Lake District, daar leerde Beatrix de inwoner Canon Hardwicke Rawnsley kennen. Hij leerde haar de waarde van het behouden van de natuur. Dit is haar hele leven bij haar gebleven. Hij stichtte later, in 1895, het National Trust op. Vanaf het moment dat ze in het Lake District kwamen, werd Beatrix verliefd op de bergen en de donkere meren.

Toen ze wat ouder was, had ze de leiding over een huishoudster en ontmoedigde enige intellectuele ontwikkelingen. Vanaf dat ze 15 jaar was tot haar dertigste schreef ze elke dag in een dagboek, waarvoor ze een code had die pas vele jaren na haar dood was ontrafelt. Een oom probeerde haar op de universiteit te krijgen maar ze werd afgewezen doordat ze en vrouw was. Ze was door onderzoeken van haar een bekende mycologist.

Haar verhalen

Een illustratie uit The Tale of Peter rabbit

Inspiratie voor haar verhalen kwamen van dieren die ze had geobserveerd in de zomervakantie of van haar eigen huisdieren. Ze heeft al de tekeningen zelf gemaakt, soms met hulp van haar huisdieren. Ze werd aangemoedigd om haar eerste verhaal, The Tale of Peter Rabbit, te publiceren. Ze had alleen veel moeite om een uitgever te vinden. Uiteindelijk, in 1902, had ze een uitgever gevonden, Frederick Warne & Co. De boeken werden uitgegeven in een klein formaat, zodat kinderen het makkelijk zouden kunnen lezen en vasthouden. Ze werden veel gekocht en Beatrix kreeg daardoor een eigen inkomen.

Ze was in het geheim verloofd met haar uitgever, Norman Warne, maar haar ouders waren tegen het huwelijk en uiteindelijk was het niet bestemt om plaats te vinden. Norman werd kort na hun verloving erg ziek, hij had kwaadaardige bloedarmoede. Hij stierf binnen een paar weken. Vanaf 1920 gingen haar ogen achteruit, waardoor ze minder boeken kon schrijven. Het boek The Tale of Little Pig Robinson werd pas in 1930 uitgegeven, hoewel het verhaal een van de eerste was die Beatrix had geschreven. Ze schreef uiteindelijk 24 boeken:

• The Tale of Peter Rabbit (1902)
• The Tale of Squirrel Nutkin (1903)
• The Tailor of Gloucester (1903)
• The Tale of Benjamin Bunny (1904)
• The Tale of Two Bad Mice (1904)
• The Tale of Mrs. Tiggy-Winkle (1905)
• The Tale of the Pie and the Patty-Pan (1905)
• The Tale of Mr. Jeremy Fisher (1906)
• The Story of A Fierce Bad Rabbit (1906)
• The Story of Miss Moppet (1906)
• The Tale of Tom Kitten (1907)
• The Tale of Jemima Puddle-Duck (1908)
• The Tale of Samuel Whiskers or, The Roly-Poly Pudding (1908)
• The Tale of the Flopsy Bunnies (1909)
• The Tale of Ginger and Pickles (1909)
• The Tale of Mrs. Tittlemouse (1910)
• The Tale of Timmy Tiptoes (1911)
• The Tale of Mr. Tod (1912)
• The Tale of Pigling Bland (1913)
• Appley Dapply's Nursery Rhymes (1917)
• The Tale of Johnny Town-Mouse (1918)
• Cecily Parsley's Nursery Rhymes (1922)
• The Fairy Caravan (1929)
• The Tale of Little Pig Robinson (1930)
• Wag-By-Wall (afgemaakt door J. J. Lankes) (1944)
• The Tale of Kitty-in-boots (2016)

Latere leven

Nadat Norman was gestorven, kocht ze Hill Top Farm in Lake District. Ze hield erg veel van de landschappen rondom haar huis. Ze Begon in de jaren stukjes land te kopen van haar verdiende geld, onder de begeleiding van een advocaat en inwoner William Heelis. Ze probeerde zoveel mogelijk tijd door te brengen in lake District.
In 1913, toen Beatrix 47 jaar was, trouwde Beatrix en William, en verhuisde permanent naar Hill Top Farm. Hoewel ze geen kinderen hadden, was hun huis gevuld met dieren. Ze hadden honden, katten en zelfs een huis-egel genaamd Mrs. Tiggywinkle. Ze ging schapen fokken en werd een gerespecteerde farmer (boerin). Ze werd ook een jurylid bij lokale shows en werd president van de Herdwick Sheep Breeders’ Association. Toen haar ouders dood gingen, gebruikte ze haar erfenis om meer land en boerderijen te kopen. Na een paar jaar verhuisde Beatrix en William naar Castle Cottage in Sawrey. De lokale kinderen noemde haar Auld Mother Heelis.
Beatrix stierf in 1943 in Castle Cottage, op 77-jarige leeftijd. Ze werd gecremeerd en haar as werd uitgespreid het landschap dichtbij Sawrey. Ze liet 1600 hectare land, cottages en 15 boerderijen na aan de National Trust. Hierdoor werd de landschappen en de natuur van Lake District behouden.

In 2006 is de film Miss Potter gemaakt, over het leven van Beatrix Potter. Daarin spelen Renée Zellweger, Emily Watson en Ewan McGregor.

In 2014 werd een niet eerder ontdekt werk gevonden van Beatrix Potter: The Tale of Kitty-in-Boots. Bij dit verhaal heeft ze zelf slechts één illustratie gemaakt. Quentin Blake werd gevraagd om het volledig te illustreren. In september 2016, 150 jaar na de geboorte van Potter, verscheen het boek in Nederland bij De Vier Windstreken onder de naam Het verhaal van de gelaarsde poes.