Baggerschuit
Een baggerschuit is een van oorsprong platte schuit die werd ingezet om sloten en kanalen uit te diepen als deze dreigde te verzanden. Dat gebeurde al in de tijd van het oude Egypte. Met schepwerktuigen werd de bagger of slib (specie) naar boven geschept en in de baggerschuit opgevangen. Als de schuit vol was, werd deze elders geleegd (geloosd).
Later kreeg je verschillende gemechaniseerde baggerschepen. Voorbeelden zijn een emmer-, een zuiger-, een snijkopzuiger en een graafbaggerschip.
Bij de zuiger typen wordt de modder (sediment) losgemaakt en opgezogen van de bodem door het baggerschip en via een pijpleiding vervoerd om verderop uitgestort te worden. Het water vloeit weg, waardoor de zand- en kleideeltjes naar de bodem zakken. Op deze manier kan er nieuw land gemaakt worden (zoals bij de Rotterdamse haven.
Soms ontstaan er problemen als er sterk vervuilde slib naar boven wordt gehaald. Deze vervuilde bagger moet apart verwerkt worden.