Aswoensdag
Het Christendom |
Artikelen |
Gebeurtenissen |
Personen |
Stromingen |
Aswoendag is de dag na carnaval en het begin van de vastentijd en is een deel van de kalender van de Rooms Katholieke Kerk. Aswoensdag staat aan het begin van de vastentijd van zo'n 40 dagen. Het was vroeger verboden om vlees te eten voor christenen. De laatste eeuw zijn er verschillende varianten op gekomen. Zo mochten in de jaren 50 kinderen niet snoepen op de door de weekse dagen. Ze verzamelden dan hun snoep in een snoeptrommeltje. Op zondag mochten ze die dan leegeten. Sommige katholieken waren strenger. Die vonden dat de kinderen pas met Pasen hun snoeptrommeltje leeg mochten eten. Het was de bedoeling van de vasten dat kinderen zo al op vroege leeftijd leerden om niet altijd toe te geven aan lichamelijke behoeften en de geest beter in staat was om het leven te controleren.
Askruisje
Aswoensdag heet zo omdat die dag als je meedoet er een kruisje van as op je hoofd wordt getekend. Dat wordt gedaan door een priester. Hij zegt dan: Van stof ben je en tot stof zul je vergaan. Hij bedoelt dan dat je een kort leven op de aarde hebt. Uiteindelijk ga je dood en zul je het lichaam (stof) af moeten staan en gaat je geest verder in het hiernamaals. De tekst verwijst naar Genesis 3: 19 waar God tot Adam spreekt nadat hij gegeten heeft van de boom van Goed en Kwaad. Op Aswoensdag zelf wordt ook gevast, de mensen eten dan maar 1 maaltijd. Met Goede Vrijdag is dit de belangrijkste dag voor de vasten.
Oosters-Orthodoxe Kerk
In de Oosters-Orthodoxe Kerk wordt geen askruisje gegeven, maar wordt de as op het hoofd gestrooid. Dit staat dichter bij de traditie van het jodendom uit het Oude Testament. Dat deed men na boetedoening en trok met het boetekleed aan.