Assassijnen
De Assassijnen vormden een ismaëlitisch-sjiitische sekte van het eind van de elfde eeuw tot aan halverwege de dertiende eeuw. Het was de meest gevreesde sekte van het Midden-Oosten. Ze zaten met name in (het huidige) Syrië en Iran.
Geschiedenis
Aan het eind van de elfde eeuw kreeg de Perzische Hassan al-Sabbah een grote groep aanhangers. Ze richtten de Orde der Assassijnen op en veroverden kastelen in het noorden van Iran en later ook in Syrië. Zij waren heel erg gewelddadig tegenover mensen die een andere religie of stroming aanhingen. Geweld plegen deden ze meestal niet met oorlogen, maar met het doodden van belangrijke leiders van hun vijanden. Ze gebruikten hasj, een drug, om zichzelf te motiveren moorden te plegen en te vechten voor hun stroming. Eeuwenlang hielden ze de forten in handen in het huidige Syrië en Iran, waardoor ze honderden jaren lang terreur konden zaaien in het Midden-Oosten. In het midden van de dertiende eeuw kwamen de Mongolen echter in het gebied, en zij wisten uiteindelijk de Assassijnen te verdrijven en hun orde te vernietigen.