Amalie van Pruisen
Prinses Anna Amalie (Berlijn, Duitsland, 9 november 1723 - Berlijn, 30 maart 1787), was een dochter van Friedrich Wilhelm I van Pruisen en Sophie Dorothea van Hanover.
Haar jeugd was geen fijne, zij, haar moeder en haar broers en zussen werden regelmatig geslagen door hun vader. Toen zij zeven jaar oud was, probeerde haar broer Frederik in 1730 naar het Verenigd Koninkrijk te vluchten samen met een jeugdvriend. Dit plan werd ontdekt en haar broer zou tot februari 1732 niet op het Pruisische hof mogen komen. Amalie was erg muzikaal, maar omdat haar vader muziek haatte kreeg zij geen muziekles tot na zijn dood. Haar moeder zou de lessen die ze daarna kreeg, waarvan de eerste van haar broer was, toejuichen en ze leerde onder andere viool en fluit spelen.
Zij en haar zus Luise werden voorgesteld als huwelijkskandidaten voor de kroonprins van Zweden, Adolf Fredrik. Haar broer Friedrich vond dat Luise niet geschikt was, en dat Amalie beter met Adolf Fredrik kon trouwen. Er wordt gezegd dat hij dit zei omdat hij Amalie makkelijker kon gebruiken dan Luise als pion. De kroonprins koos uiteindelijk toch voor Luise.
In 1743 trouwde ze in het geheim met Baron Friedrich von der Trenck. Toen haar broer, Friedrich II van Pruisen, erachter kwam dat ze getrouwd en zwanger was, stuurde hij haar naar Quedlinburg Abbey. Het huwelijk werd, op verzoek van haar broer, ongedaan gemaakt in 1745. Friedrich werd voor tien jaar in de cel gegooid. Toch hield Amalie contact met haar (ex-)man tot haar dood.
In 1755 werd ze leider van het Quedlinburg Abbey en bracht ze veel tijd door in Berlijn. Ze hield zich veel bezig met muziek en composeerde ook eigen muziek waar ze best bekend mee werd.