Aanval op Fort Sumter
Aanval op Fort Sumter | |
Datum | 12 - 13 april 1861 |
Locatie | Fort Sumter, South Carolina |
Resultaat | Zuidelijke overwinning |
Strijdende partijen | |
Verenigde Staten | Confederatie |
Leiders | |
Robert Anderson | P.G.T. Beauregard |
Troepensterkte | |
1ste U.S. Artillery | voorlopige legers van de C.S.A. |
Verliezen | |
2 doden bij het omvallen van de vlaggenmast | geen |
Portaal Amerikaanse Burgeroorlog |
De Aanval op Fort Sumter (Battle of Fort Sumter) was de eerste veldslag tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. De aanval vond plaats tussen 12 en 13 april 1861 en zorgde voor het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog. De aanval wordt daarom gezien als de directe aanleiding van de oorlog. De aanval werd gewonnen door de Zuidelijke Staten, nadat het fort zich overgaf.
Fort Sumter was een legerbasis bij Charlestown, South Carolina. Aangezien South Carolina, samen met andere staten, uit de Verenigde Staten was gestapt vanwege de slavernijkwestie, wilde het federale bezittingen in South Carolina innemen. De Amerikaanse president Abraham Lincoln vond dit niet kunnen, aangezien Fort Sumter bezit was van de Amerikaanse overheid. Hoewel de Zuidelijke Staten geld wilden betalen voor de forten en andere bezittingen sloeg Lincoln dit af. Lincoln was namelijk van mening dat de Zuidelijke Staten niet het rest hadden uit de Verenigde Staten te stappen. Fort Sumter was een van de vier forten die nog in handen van de Unie was. Om het fort te veroveren, besloot het Zuidelijke leger geweld te gebruiken.
Het Zuidelijke leger wist het fort succesvol in te nemen; mede doordat het fort onderbezet was. Lincoln verklaarde na de inname de oorlog met de Zuidelijke Staten. Hierbij kreeg hij de steun van alle staten, met uitzondering van Virginia, North Carolina, Arkansas en Tennessee. Deze vier staten scheidden zich als reactie ook van de Verenigde Staten af en voegden zich bij de Zuidelijke Staten.
Achtergrond
De oorzaak van de Amerikaanse Burgeroorlog is de slavernij in Amerika, die niet geacepteerd werd door het noorden. Ook de verkiezing van Lincoln tot president van de Verenigde Staten is ook een mogelijke oorzaak. De slavernij werd in het noorden al in 1800 afgeschaft maar in het zuiden duurde het nog maximaal 70 jaar tot dat dat ook gebeurd was.
De slag
Nadat de oorlog begonnen was, werd de sfeer bij Fort Sumter steeds grimmiger. Robert Anderson verliet het onverdedigbare Fort Moultrie om zich te vestigen in het beter verdedigbare Fort Sumter. Bearegard stuurde een ultimatum naar Anderson, maar anderson weigerde en schreef:
- "Heren, als u het fort niet vernietigd, zullen we na enkele dagen toch sterven van honger"
Bombardement
Bearegard deelde Anderson mee dat het bombardement van Fort Sumter zou beginnen om 04h20. Fort Moultrie gaf het teken aan de andere kanonnen door een mortiergranaat naar Fort Sumter af te vuren. Anderson kon niet veel doen tegen het bombardement omdat hij weinig munitie in voorraad had.
Vlaggemast
Tijdens het Bombardement werd de vlaggemast van Fort Sumter afgeschoten hierbij vielen 2 doden. Er werden verschillende zuidelijke boodschappers uitgezonden om te informeren of het fort zich overgaf.
Overgave
Uiteindelijk werd er een staakt-het-vuren afgesproken en gaf Anderson zich over. Eén van de voorwaarden was dat Anderson en zijn mannen mochten evacueren met de net aangekomen marineschepen.
Gevolgen
Fort Sumter werd ingenomen door de zuidelijken en de noordelijken verloren 2 soldaten, de zuidelijken geen. Anderson nam de vlag van Fort Sumter mee. 4 jaar later, na het einde van de oorlog mocht Anderson (hij was intussen Majoor-Generaal) de vlag terug in Fort Sumter hijsen. Hij kreeg de bijnaam Major Robert Anderson (Majoor Robert Anderson) omdat hij die rang droeg tijdens de Aanval op Fort Sumter.