Overleg gebruiker:Juf kirsten
Bruine beer
Bruine beer
De bruine beer heeft het grootste verspreidingsgebied van alle beersoorten. De grotere populaties komen voornamelijk voor in Scandinavië, de Balkan, Eurazië, delen van Azië (Siberië) en Noord-Amerika. De bruine beer is de bekendste en meest wijd verspreidde beer. Klik op het onderstaande document voor een exacte weergave van de aantallen bruine beren in Europa en de regio's waar deze dieren voorkomen.
Aantallen_Europese_bruine_beren.pdf
Afstamming De bruine beer behoort tot de familie van de echte (grote) beren en stamt af van de Etruskische beer (Ursus etruscus). Deze beer leefde gedurende het vroege Pleistocene tijdperk (ca. 2,5 miljoen jaar geleden). Vanuit Europa trokken deze beren richting Eurazië en Noord-Amerika. Er is bewijs dat de ijsbeer, de bruine beer en de zwarte beer allemaal afstammen van de Etruskische beer.
Leefgebied Bruine beren leven in verschillende soorten gebieden zoals in uitgestrekte bossen, bergachtige gebieden en toendra's.
Uiterlijk De toevoeging ‘bruine’ beer is eigenlijk misleidend, want de vacht van de bruine beer kan verschillend van kleur zijn. De kleur van de bruine beer varieert van licht crème tot donkerbruin, maar er bestaan ook enkele lichtgrijze en zwart-bruine beren. Het uiteinde van de lange haren is vaak blond. Bij vele blijft de lichte nekband van de jonge beren tot op hoge leeftijd bewaard. Karakteristiek voor de bruine beer zijn de lange nagels aan zijn voorpoten, deze klauwen zijn zoals bij alle andere beersoorten niet intrekbaar.
Grootte De lengte van het mannetje varieert van 210 tot 300 cm en zijn hoogte is ongeveer 90 à 150 cm. De lengte van het vrouwtje is ongeveer 70 à 240 cm en haar hoogte bedraagt ongeveer 70 à 120 cm. Gewicht Het gewicht van de bruine beer kan variëren tussen de 150 en de 400 kg. De grootste ondersoort van de Ursus arctos, de Kodiakbeer, kan zelfs 700 kg worden. Max. leeftijd Een bruine beer kan in gevangenschap ongeveer 40 á 50 worden en 25 á 30 jaar in het wild.
Voortplanting
Geslachtsrijp Een vrouwtje is geslachtsrijp vanaf ongeveer 3 jaar en het mannetje is geslachtsrijp vanaf 4 á 5 jaar. Paringstijd De bruine beer paart tussen mei en augustus. Draagtijd De draagtijd van de jongen is 6 tot 9 maanden. Aantal jongen Het aantal jongen dat het vrouwtje werpt schommelt tussen de 1 en 4. Aantal worpen Ongeveer 1 maal per 2 jaar werpt het vrouwtje haar jongen. In totaal werpt ze 8 jongen in haar leven. Maar ze paart alleen als zij en haar jongen genoeg voedsel kunnen krijgen. In hele goede jaren kan ze drie of vier jongen krijgen. Geboortegewicht Het geboortegewicht van een jong is tussen 300-500 gram. Zoogtijd De zoogtijd van de jongen is ongeveer 2 tot 2,5 jaar.
Dieet De bruine beer is een alleseter, oftewel een omnivoor. Voornamelijk eet de bruine beer plantaardig voedsel, zoals vruchten, zeewier, grassen, zaden, noten, bessen, wortels en knollen. Hij heeft een voorliefde voor honing en andere zoetigheid. Verder eet hij insecten, vis, kleine zoogdieren en dode grotere dieren. In sommige gebieden jaagt hij ook op grote hoefdieren, zoals elanden, rendieren en edelherten.
Winterrust Bruine beren gaan gedurende circa 5 maanden in winterrust. Tegen de winter zoeken ze een hol op (een bestaand hol of die de beer zelf graaft), afhankelijk van de breedtegraad waar ze leven.
Sociaal gedrag De bruine beer is een solitair dier, trouw aan zijn leefgebied en heeft zijn eigen territorium. Soms kunnen territoria overlappen. Het territorium van een volwassen mannetje beslaat meestal de territoria van meerdere vrouwtjes, en overlapt soms met de territoria van andere volwassen mannetjes. Maar de bruine beer leeft veelal alleen, met uitzondering van de paartijd waar de beren een paar weken samen doorbrengen en wanneer het vrouwtje de jongen bij zich houdt totdat deze hun eigen weg gaan. Op plaatsen waar er voedsel in overvloed is komen beren vaak bij elkaar, zoals bij de zalmtrek.
Ijsbeer
Ijsbeer
IJsberen komen voor in en rond het Noordpoolgebied. Ze leven in Siberië, Groenland, Canada en Alaska. De ijsbeer kan goed overleven in de extreme omstandigheden van de Noordpool.
Afstamming De ijsbeer is nauw verwant aan de Kodiakbeer (een ondersoort van de bruine beer). De ijsbeer is het grootste landroofdier ter wereld.
Leefgebied De ijsbeer leeft in de kustgebieden van de Poolcirkel. Ze jagen voornamelijk op de pakijs, vlakbij de kust en op de eilanden van de Poolcirkel. Solitaire mannetjes hebben soms wel een territorium van 25.000 km². In de zomer zijn de ijsberen vooral te vinden op de toendra-achtige gebieden.
Uiterlijk Het lichaam van de ijsbeer is, in tegenstelling tot die van de meeste bruine beren, slank en zijn poten zijn kort en stevig. De brede, platte voetzolen vertonen haren in de naden, zwemvliezen tussen de tenen en is voorzien van vijf grote nagels. Dit zorgt voor een goede grip op het gladde ijs. Opvallend is de kleine, smalle kop met het vlakke voorhoofd en de lange nek. De oorschelpen van de ijsbeer zijn klein. Onder de lange witte dekharen zit een korte, dichte ondervacht en daaronder weer een isolerende speklaag. De huid van de ijsbeer is zwart. Hierdoor absorbeert hij alle warmte die op zijn huid komt. De witte, holle haren en een dikke vetlaag zorgen voor extra isolatie. Zijn poten doen ook dienst als peddels, want de ijsbeer jaagt regelmatig onder water. Omdat er weinig prooidieren zijn, beschikt de ijsbeer over een uitstekend reukvermogen om te jagen. Zijn lichaamsvorm lijkt op een torpedo, waardoor hij snel kan zwemmen en hij kan een aantal minuten onderwater blijven. Hierbij houdt hij zijn neusgaten gesloten. Voor het leven in de koude stromen van de noordelijke Poolzee en op de ijsschotsen is deze beer uitstekend uitgerust. Met z’n witte of geelwitte pels (alleen is de neus zwart) past hij geheel bij de wereld van sneeuw en ijs. Toch is hij eigenlijk niets anders dan een bruine beer, die zich in de IJstijd aan het leven in het Poolgebied heeft aangepast.
Grootte
De lengte van de ijsbeer is ongeveer 240 à 300 cm en zijn hoogte is ongeveer 160 cm. Gewicht Het gewicht van de ijsbeer varieert tussen de 400 en de 650 kg. De vrouwtjes zijn een stukje lichter, tussen de 300 en 400 kg. Max. leeftijd De gemiddelde leeftijd is 25 jaar, in het wild worden ze soms wel 35 en in gevangenschap kunnen ze tegen de 40 jaar worden.
Voortplanting Geslachtsrijp Een vrouwtje is geslachtsrijp vanaf ongeveer 5 jaar. Paringstijd De ijsbeer paart tussen april en juni, in een periode van drie weken. Draagtijd De draagtijd van de jongen is 8 á 9 maanden. Aantal jongen Het aantal jongen dat het vrouwtje werpt is tussen de 1 en 3. Aantal worpen Ongeveer 1 maal per 3-4 jaar werpt het vrouwtje haar jongen. Geboortegewicht Het geboortegewicht van een jong is tussen 450 en 600 gram. Zoogtijd De zoogtijd van de jongen is ongeveer 18 á 26 maanden.
Dieet De ijsbeer heeft veel meer een roofdierengebit dan zijn soortgenoten. Zijn voornaamste voedsel is dan ook van dierlijke aard. Robben genieten zijn voorkeur, voornamelijk de ringelrob maar ook andere soorten baardrob, klapmuts en de zadelrob. Wanneer een ijsbeer een rob probeert te bemachtigen, heeft hij een bijzondere tactiek. Hij wacht bij een wak in het ijs tot de rob komt ademhalen en dan slaat hij toe. Ook benaderen ze de dieren onderwater en duiken dan dicht bij hen omhoog om de weg van de rob te versperren. Daarnaast doet hij zich ook tegoed aan walrussen, kleine walvissen, zeevogels en vis. Maar zo nodig neemt hij ook genoegen met kleinere prooien zoals sneeuwhazen en lemmingen. Ook eet een ijsbeer regelmatig aas. Zijn fijne reukorgaan stelt hem in staat dit op grote afstand te bespeuren. In de zomer eet hij bovendien wel de bladeren van de wilg, bessen, gras en mos. Als hij hongerig is en wordt geprikkeld, valt hij ook mensen aan.
Winterrust Normaal gesproken gaat de ijsbeer niet in winterrust, alleen wanneer het vrouwtje drachtig is. Zij graaft een gang van 2 à 3 meter in de sneeuw, met aan het einde een ruimte waar ze inpast. Vervolgens laat ze alles dichtsneeuwen en zijn haar sporen uitgewist.
Sociaal gedrag IJsberen leven over het algemeen solitair, behalve wanneer het paartijd is. Soms komen ze in groepen voor, vaak wanneer er veel voedsel aanwezig is. Ze zijn redelijk tolerant naar elkaar, behalve wanneer mannetjes elkaar tegenkomen in de paartijd. De ijsbeer is zowel overdag als nachts actief. Hij gebruikt zijn energie spaarzaam en rust veel. Ook is de ijsbeer een bijzondere goede zwemmer die vele kilometers maakt. Hij kan enkele meters diep duiken, twee tot drie kilometer per uur halen en soms wel 80 seconden onderwater blijven. Op het land kan de ijsbeer zich ook prima voortbewegen en is bijzonder snel. Daarbij heeft de ijsbeer een goed ontwikkeld reukorgaan, misschien wel de beste van alle beren. Wanneer hij een prooi heeft ontdekt die zich vele kilometers verderop bevindt, loopt hij in een rechte lijn tot wel 65 kilometer per uur om de prooi te bereiken.