Werkhuis
Een werkhuis was een tehuis voor armen, bedelaars, criminelen en zwervers. Ook weeskinderen werden soms in werkhuizen opgevangen. Zij mochten in het huis slapen en kregen er eten. In ruil daarvoor werkten zij in dienst van het werkhuis. Werkhuizen waren daarom vaak in de buurt van fabrieken gevestigd.
Het werkhuis was een vroege vorm van armenzorg. Meestal waren werkhuizen verbonden met de kerk of plaatselijke overheid (de gemeente). Werkhuizen moesten de straten schoon houden van bedelaars, criminelen en zwervers. Zij konden als straf naar een werkhuis gestuurd worden. Ze konden er ook "vrijwillig" blijven. Meestal was dit niet zo heel vrijwillig, aangezien bedelen op veel plaatsen strafbaar was. De omstandigheden in het werkhuis waren over het algemeen slecht. Tegen het einde van de 19e eeuw was het werkhuis ook meer een gevangenis.
Tegenwoordig bestaan er geen werkhuizen meer, aangezien er betere manieren zijn om voor armen te zorgen.