Ajax Cape Town

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Amsterdamsche Football Club Ajax, kortweg AFC Ajax of gewoon Ajax, is een Nederlandse profvoetbalclub uit Amsterdam. De club is opgericht op 18 maart 1900 en is één van de drie traditionele topclubs in Nederland. Sinds de oprichting van de Eredivisie speelt Ajax onafgebroken in deze hoogste divisie. Ajax werd zesendertig keer kampioen van Nederland, waarvan achtentwintig keer sinds de invoering van de Eredivisie medio 1956.

Op de UEFA-ranglijst van beste clubs in Europa stond Ajax in het seizoen 2023/24 op 2 november 2023 als beste Nederlandse club op de 21e plaats met een totaal van 64.000 punten. Het Duitse Kicker Sportmagazin noemde Ajax de op een na beste voetbalclub van de twintigste eeuw. Volgens de IFFHS is Ajax de op zes na succesvolste Europese club van de twintigste eeuw en werd het in 1992 door de IFFHS verkozen als Wereldclubteam van het Jaar.

In 1995 werd Ajax door het Engelse voetbaltijdschrift World Soccer uitgeroepen tot Wereldteam van het Jaar. In 2000 eindigde Ajax tijdens de FIFA Club of the Century-verkiezing, samen met het Braziliaanse Santos, op een gedeelde vijfde plaats van beste voetbalclubs van de twintigste eeuw. Daarnaast werd Ajax viermaal uitgeroepen tot Europees team van het Jaar in 1969, 1971, 1972, en 1973 en vijfmaal uitgeroepen tot Nederlands Sportploeg van het Jaar in 1968, 1969, 1972, 1987 en 1995. Het is een van de zes Europese clubs die het recht heeft de Badge of Honour op de mouw te dragen door drie keer winst op rij van de Europacup I in 1971, 1972 en 1973. Die drie keer winst op rij is ook reden om als een van vijf clubs de beker te behouden. In 1995 werd de derde editie van de UEFA Champions League gewonnen en is het hiermee anno 2023 de enige club die de Europacup I/UEFA Champions League viermaal wist te winnen. Enkel FC Barcelona (vijf titels), Bayern München (zes titels), Liverpool (zes titels), AC Milan (zeven titels) en Real Madrid (veertien titels) wisten het belangrijkste Europese clubtoernooi vaker te winnen. Op 7 december 2021 voegde Ajax zich, na de gewonnen thuiswedstrijd tegen Sporting CP, in een schaarse rij van acht voetbalclubs die alle zes de groepswedstrijden tijdens een Europacup I/UEFA Champions League-seizoen wisten te winnen. Dit lukten naast Ajax enkel Paris Saint-Germain, Spartak Moskou, AC Milan, FC Barcelona, Liverpool, Real Madrid en Bayern München.

De club heeft sinds 1998 een beursnotering, AFC Ajax NV. In april 2021 stond Ajax volgens Forbes op plek 20 van meest waardevolle voetbalclubs ter wereld met een geschatte waarde van ongeveer 350 miljoen euro (413 miljoen dollar).

Sinds 1996 speelt de club haar thuiswedstrijden in de Johan Cruijff ArenA. Ajax slaagde er als een van de weinige Europese topclubs in om samen met Manchester United, Chelsea, Juventus en Bayern München alle drie de UEFA-hoofdcompetities (Europacup I/UEFA Champions League, Europacup II, en UEFA Cup/UEFA Europa League) te winnen. Ook won Ajax als een van de weinige Europese clubs, in 1972, de continentale treble (winst van het landskampioenschap, de nationale beker en de Europacup I). In datzelfde jaar werd voor de eerste keer de wereldbeker voor clubteams gewonnen. Het is hiermee, samen met Manchester United (1999), Bayern München (2013, 2020) en FC Barcelona (2009, 2015) een van de vier clubs die de continentale treble en de wereldbeker wist te winnen in hetzelfde seizoen. Nationaal gezien won Ajax negenmaal de dubbel – winst van het landskampioenschap en de KNVB beker in hetzelfde seizoen – en is het de enige club die het lukte om het landskampioenschap, de KNVB beker en de Johan Cruijff Schaal te winnen in hetzelfde seizoen; in 2001/02 en 2018/19.

Ajax was de eerste Europese club die de Europese Supercup won door in januari 1973 tweemaal het Schotse Rangers te verslaan. In april 1962 won Ajax als eerste Europese club de International Football Cup door Feijenoord in de finale met 4–2 te verslaan. Sinds het seizoen 2012/13 heeft Ajax een vrouwenelftal, dat uitkomt in de Eredivisie Vrouwen. Ondanks weerstand binnen de club over deze uitbreiding, wist het vrouwenelftal binnen tien jaar na oprichting twee keer landskampioen te worden en won het vijf keer de KNVB Beker.

Geschiedenis

Zie Geschiedenis van AFC Ajax voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Ontstaan van de club

Een aantal vrienden richtte in 1894 een voetbalclub op. Ze noemden de club aanvankelijk Union, maar doopten hem nog datzelfde jaar om naar Footh-Ball Club Ajax, inclusief de spelfout, naar de Griekse held. In deze periode werden in heel Nederland en vooral in Amsterdam veel voetbalclubs opgericht. De Amsterdamse voetbalbond stelde om chaos te vermijden strikte regels op, de club kon hier niet aan voldoen en in 1896 ging de club praktisch ter ziele.

Vier jaar later besloot Floris Stempel samen met Han Dade en Carl Bruno Reeser wederom een poging te wagen en op 18 maart 1900 werd Ajax opgericht in café Oost-Indië aan het begin van de Kalverstraat bij de Dam, op de plek waar tot 2012 muziekzaak Fame was gevestigd. Floris Stempel werd de eerste voorzitter van de club, waarvan de naam ditmaal wél goed gespeld werd. Om verwarring met een gelijknamige voetbalclub uit Leiden – die inmiddels bekend is als Ajax Sportman Combinatie – te vermijden werd later Amsterdamsche nog voor de naam gezet.

De volledige organisatie bestond destijds uit voorzitter Floris Stempel, vicevoorzitter H.D. Dade, secretaris C.B. Reeser, eerste secretaris C.J. Groothoff, tweede secretaris J.A. Hatzman, penningmeester C.G. Hertel en de commissarissen J.B. Geisler en F.N. Kramer.

In 1902 werd Ajax toegelaten in de derde klasse, waarna het direct promoveerde naar de tweede klasse. In 1908 werd gefuseerd met derdeklasser AFC Holland, opgericht in 1899, die opging in Ajax. Vier spelers van het oude Holland waren belangrijk in het latere succes in 1911.

1901-1954: Amateurvoetbal

Na de officiele oprichting in 1900, in de Kalverstraat in Amsterdam, sloot Ajax zich aan bij de Amsterdamsche Voetbalbond (AVB). De thuisduels werden eerst gespeeld in Amsterdam-Noord, en vanaf 1907 aan de Middenweg in de gemeente Watergraafsmeer. In 1911 promoveerde Ajax naar de hoogste afdeling, in 1913/14 degradeerde de club de enige keer, naar de Tweede Klasse. In 1917 promoveerde Ajax naar de Eerste klasse, waar het tot 1954 speelde. In de Eerste klasse werd Ajax 17 maal afdelingskampioen (1918, 1919, 1921; 1927, 1928, 1930, 1931, 1932, 1934, 1935, 1936, 1937, 1939; 1946, 1947, 1950, 1952). Landskampioen werd Ajax acht keer (1918, 1919; 1931, 1932, 1934, 1937, 1939; 1947). Bekende spelers tussen 1913 en 1929 waren: Henk Hordijk (1917-1927), Theo Brokmann (1913-1925) en Jan de Natris (1917-1925, met twee jaar onderbreking; 1928-1929). In 1930 leed Ajax een nederlaag met 14 goals verschil in Wenen tegen Rapid Wien, dat een Europese topploeg was (16-2). In de 1930'-er jaren werd Ajax maar liefst acht keer afdelingskampioen en vijf keer landskampioen. Ajax won op 11 januari 1931 met 17-0 van VUC, de grootste zege in een officiële wedstrijd van Ajax. Piet van Reenen scoorde de meeste goals voor Ajax ooit, in 235 competitiewedstrijden tussen 1929 en 1942, 272 goals! Op 9 december 1934 werd de openingswedstrijd van het nieuwe stadion De Meer gespeeld (Ajax-Stade Francais 5-1). Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1940-1945), voor Ajax een succesarme periode, was internationaal voetbal onmogelijk. In het nationaal voetbal kwam het regelmatig voor, dat Ajax door mobilisatie, onderduiken en tewerkstelling in Duitsland niet over alle spelers kon beschikken. Het team werd dan aangevuld met beschikbare spelers uit de lagere teams. In 1944, tijdens de hongerwinter, werd het voetballen gestaakt, tot het einde van de oorlog in 1945. In juni 1946 werd in de beslissende wedstrijd tegen ADO het afdelingskampioenschap behaald. Debutant Rinus Michels scoorde maar liefst vijfmaal. De landstitel ging in 1946 naar Haarlem, maar in 1947 was Ajax wel landskampioen, voor de achtste keer in het bestaan sinds 1900. Michels zou tot 1958 in 264 duels 122 goals voor Ajax scoren. Ook verdediger, 'stopperspil' Cor van der Hart kwam uit voor Ajax (1947-1950).

1954-1980: Eerste kwart eeuw betaald voetbal

Vanaf het seizoen 1954/55 werd betaald voetbal gespeeld in Nederland, vanaf het seizoen 1956/57 werd de eredivisie ingesteld. In 1956/57, het debuutseizoen van Sjaak Swart (1956-1973), werd Ajax na een zeer moeizaam seizoen toch kampioen. In 1959/60 en 1960/61 finishte Ajax als eerste en tweede. In 1960/61, het debuutseizoen van Piet Keizer (1961/1974) en het tweede jaar van Henk Groot (1959-1963 en 1965-1969), werd de KNVB beker gewonnen. Daarna volgden 3 matige seizoenen met posities 2 tot en met 5, tot en met 1963/64. In 1964/65 werd met een dertiende plaats in de eindrangschikking in de eredivisie een historisch dieptepunt bereikt. Halverwege het seizoen debuteerde Johan Cruijff, en werd Rinus Michels (1965-1971) aangesteld als trainer, door de nieuwe voorzitter Jaap van Praag (1964-1978). Ook in de eerste helft van 1965 was er sportief weinig verbetering, met onder meer Wim Suurbier (1964-1977) in de gelederen. Mei 1965 was de afsluiting van een periode van 65 jaar, waarin Ajax tien keer landskampioen werd, gemiddeld eens in de zes a zeven jaar. Het beste moest nog komen...

Rinus Michels (1965-1971), enige tijd geassisteerd door Cor Brom (1966-1969), introduceerde het 'Totaalvoetbal'. In juli 1965 keerde Henk Groot terug bij Ajax, het begin van de meest succesvolle periode voor Ajax, en de definitieve doorbraak van Ajax als topclub in de eredivisie (1965/66-1972/73). Drie jaar later (1968/69-1972/73) bereikte Ajax ook Europees de top; een voorproefje was al gegeven in het seizoen 1966/67, toen Ajax op 7 december 1966 in de legendarische mistwedstrijd het toen grote Liverpool thuis in Amsterdam met 5-1 van de mat veegde. Dankzij de genialiteit van Johan Cruijff behaalde Ajax in de acht seizoenen 1965/66 tot en met 1972/73 zes landskampioenschappen, vijf KNVB bekerfinales die vier KNVB bekers opleverden, vier Europa Cup I-finales, waarvan de laatste drie gewonnen werden (1970/71, 1971/72, 1972/73), een Wereldbeker (augustus en september 1972), en een Super Cup (1972, gespeeld in januari 1973 tegen Glasgow Rangers, 3-2 thuis en 3-1 uit gewonnen, totaal 6-3). In de tweede helft van de jaren zestig vormden Sjaak Swart, Johan Cruijff, Klaas Nuninga en Piet Keizer de voorhoede van Ajax. Later voegden onder meer Barry Hulshoff (1966-1977), Heinz Stuy (1967-1976), Arie Haan (1968-1975), Gerrie Muhren (1968-1976), Ruud Krol (1968-1980), Dick van Dijk (1969-1972), Johan Neeskens (1970-1974), Horst Blankenburg (1970-1975) en John Rep (1971-1975) zich bij de selectie. In 1971/72 en 1972/73 was Stefan Kovacs trainer, die de edelsteen tot een diamant sleep. In 1971/72 en 1972/73 werd Ajax landskampioen met doelsaldi van +84 (104-20) en +84 (102-18), gemiddeld +84 per seizoen. In de competitie + KNVB beker + Europacup I-toernooien haalde Ajax doelsaldi van +107 en +95, gemiddeld +101 per seizoen. Ajax won in 2 jaar 2 Europacups I, een score van 100 %. Geen enkele trainer van Ajax heeft deze prestaties ooit geevenaard, ook Rinus Michels, Johan Cruijff en Louis van Gaal niet, ook Morten Olsen, Martin Jol en Erik ten Hag niet. In 1971/72 was Piet Keizer aanvoerder, in 1972/73 Johan Cruijff. Na een stemming in juli 1973, waarbij een meerderheid van de spelers Piet Keizer een betere aanvoerder vond en trainer George Knobel naar hen luisterde, werd de aanvoerdersband van Johan Cruijff aan Piet Keizer gegeven het seizoen 1973/74. Een woedende Cruijff vertrok in september 1973 naar Barcelona, waar hij werd herenigd met zijn voormalige trainer Rinus Michels, die zich sinds juli 1971 in Barcelona had gesettled. Ajax hield zes miljoen gulden transfersom over, destijds een clubrecord. Cruijff speelde op 12 en 19 augustus 1973, de eerste twee eredivisieronden van seizoen 1973/74, zijn laatste duels voor Ajax (FC Groningen-Ajax 0-4 en Ajax-FC Amsterdam 6-1).

Het vertrek van Cruijff luidde drie magere seizoenen in voor Ajax (1973/74, 1974/75, 1975/76), waarin Ajax drie maal op rij als derde finishte in de eredivisie, en terugzakte naar de middenmoot in Europa (3 maal op rij een 1/8 finale: 1973/74, 1974/75, 1975/76; 1 x uitschakeling al in de eerste ronde: 1976/77). Ook KNVB beker successen waren er niet in deze jaren. In juli 1974 vertrok ook Johan Neeskens naar Barcelona, hetgeen Ajax nog verder verzwakte. Ajax zakte steeds meer weg in 1974/75 en 1975/76. Piet Keizer (oktober 1974) en Arie Haan (maart 1975) kregen ruzie met trainer Hans Kraay sr., en vertrokken. Ook 'Goudhaantje' John Rep vertrok (in juli 1975, naar Valencia). Zelfs Ruud Geels, Willy Brokamp en Rene Notten, aangekocht door manager Hans Kraay sr. tussen juli en december 1974, konden de verder dalende lijn aanvankelijk niet stoppen.

Tussen half 1975 en half 1977 werden meer vervangers gehaald voor de vertrokken spelers. Tscheu La Ling, Soren Lerby. Frank Arnesen, Dick Schoenaker, Hans Erkens, Geert Meijer en Jan Everse konden niet zo succesvol worden als hun voorgangers (1965/66-1972/73). Toch luidden zij samen met jeugdspeler Simon Tahamata, routinier Ruud Krol, topscorer Ruud Geels, zijn opvolger Ray Clarke en voorstopper Pim van Dord, een nieuwe goede periode in voor Ajax vanaf medio 1977. In 1976/77 werd Ajax nog in de eerste ronde van het UEFA Cup-toernooi uitgeschakeld, en ook in het KNVB beker-toernooi sneuvelde Ajax al tegen de eerste tegenstander. Slechte resultaten in beide bekertoernooien dus. In de eredivisie kende Ajax een vrij moeizame competitiestart. Na het debuut van Simon Tahamata op 24 oktober 1976 begon het beter te lopen, en op 5 december 1976 kwam Ajax op kop in de eredivisie. Ajax werd, zij het moeizaam, kampioen in mei 1977, en pakte hiermee voor het eerst sinds 4 jaar, sinds het seizoen 1972/73, weer een nationale prijs. Hierna braken drie betere seizoenen aan. Na de komst van Jan Everse in juli 1977, heroverde Ajax zijn positie in de nationale top. Ajax eindigde als tweede (kort achter PSV), eerste en eerste in de eredivisie, haalde drie bekerfinales op rij, waarvan de middelste (1978/79) werd gewonnen, en werd een Europese subtopper (1977/78 kwartfinale Europa Cup I, 1978/79 derde ronde Europa Cup III, 1979/80 halve finale Europa Cup I). In 1978/79 werd onder trainer Cor Brom en met centrumspits Ray Clarke zelfs de 'dubbel' gewonnen. Jan Everse (1977/78, 1978/79, 1979/80), Wim Meutstege (1978/79, 1979/80), Guido Pen (1978/79, 1979/80) en Ton Blanker (1979/80) sloten de Europees betere jaren af in Amsterdam, waar vanaf het seizoen 1980/81 noodgedwongen de jeugd het moest maken (Wim Kieft, Frank Rijkaard, Jan Weggelaar, Gerald Vanenburg, Sonny Silooy).

1980-1988: Succes: eerst nationaal (1981-1986), daarna Europees (1986-1988)

Vanaf 1980/81 braken veel jonge spelers van 17 tot 20 jaar door in Ajax1, vanuit de eigen jeugd. Vanaf 1978/79 begon Ajax 14- a 16-jarige spelers te scouten bij amateurclubs, door scout Rob Been sr.. Tussen september 1978 en april 1981 werden achtereenvolgens Sonny Silooy, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg en Marco van Basten gescout en gecontracteerd. Wim Kieft en Frank Rijkaard debuteerden in mei en augustus 1980, Gerald Vanenburg en Sonny Silooy in april en mei 1981, Marco van Basten in april 1982. Tussen januari 1981 en januari 1986 was Ajax bijna geheel zelfvoorzienend, en werden ondanks de vele verkopen maar heel weinig spelers gekocht, een grote koerswijziging ten opzichte van de jaren 70. Het huishoudboekje werd door het nieuwe bestuur (half 1978-eind 1988) onder leiding van Ton Harmsen en Arie van Eijden tot aanvaardbare proporties teruggebracht. Tussen half 1980 en half 1983 werden Ruud Krol, Simon Tahamata, Frank Arnesen, Henning Jensen, Tscheu La Ling, Piet Schrijvers en Soren Lerby verkocht. Na het vertrek van Ruud Krol en Simon Tahamata medio 1980, begon Ajax aan het bouwen van een jong team (21-23 jaar gemiddeld), met veel spelers uit de eigen jeugdopleiding, zoals achtereenvolgens Wim Kieft, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg, Sonny Silooy, John van 't Schip, Marco van Basten, John Bosman, Stanley Menzo en Rob Witschge. Ook werden vanaf medio 1980 enkele jonge spelers van elders aangetrokken, zoals Keje Molenaar, Jesper Olsen, Jan Molby, Ronald Koeman en Rob de Wit.

1980/81 Was een moeilijk seizoen. Ajax bivakkeerde vrijwel het hele seizoen tussen plaats 4 en 8 in de eredivisie. Na 7 ronden stond Ajax even 2de achter AZ'67 (28/9/1980), maar in het 4de kwartaal van 1980 zakte Ajax naar de 8ste plaats, naar de middenmoot (17de ronde, 21/12/1980). Dankzij een sterke 2de competitiehelft, waarin 15 van de 18 duels werden gewonnen, finishte Ajax op het allerlaatste nippertje nog als 2de in juni 1981 (eindstand top-5 van de 18 eredivisieclubs: 1. AZ'67 60 punten, doelsaldo +71 (101-30), 2. Ajax 48 pt., ds. +34 (88-54), 3. FC Utrecht 45 pt., ds. +34 (67-33), 4. Feyenoord 45 pt., ds. +26 (74-48), 5. PSV 44 pt., ds. +31 (62-31)). Ook haalde Ajax voor het 4de opeenvolgende seizoen de KNVB bekerfinale (Ajax-AZ'67 1-3). Johan Cruijff was technisch adviseur (24/11/1980-28/2/1981). Op zijn voorspraak werd libero Wim Jansen gehaald (27/11/1980-30/6/1982), die zijn loopbaan bij Ajax beeindigde. Leo Beenhakker werd als trainer opgevolgd door Aad de Mos; 12 van de laatste 14 eredivisieduels werden gewonnen (15/3/1981-6/6/1981).

In 1981/82 werd Kurt Linder trainer en Aad de Mos zijn assistent. Johan Cruijff keerde op 6 december 1981 terug als speler bij Ajax, tot en met half 1983. Tegelijkertijd debuteerde John van 't Schip die dag. In 1981/82 werd Ajax overtuigend landskampioen (eindstand top-3 eredivisie: 1. Ajax 56 pt., ds. +75 (117-42), 2. PSV 51 pt., ds. +43 (81-38), 3. AZ'67 47 pt., ds. +34 (74-40)). In het KNVB bekertoernooi struikelde Ajax al tegen de 2de tegenstander, DS'79, dat onderin de 1ste divisie speelde (DS'79-Ajax 1-0).

In 1982/83, 1983/84 en 1984/85 werd Ajax door Aad de Mos gecoacht. In 1982/83 prolongeerde Ajax het landskampioenschap wederom overtuigend (eindstand top-3 eredivisie: 1. Ajax 58 pt., ds. +65 (106-41), 2. Feyenoord 54 pt., ds. +33 (72-39), 3. PSV 51 pt., ds. +46 (80-34)). Ook won Ajax de KNVB beker.

Na een conflict met Ajax-voorzitter Ton Harmsen in de lente van 1983, speelde een rancuneuze Johan Cruijff in 1983/84 voor aartsrivaal Feyenoord, iets wat niemand ooit voor mogelijk had gehouden. Ook aanvoerder Soren Lerby verliet Ajax medio 1983; Bayern Munchen trok al sinds lente 1981 aan hem. Ook Europees topscorer van het seizoen 1981/82, Wim Kieft, verkaste half 1983 naar het buitenland (Italie, Pisa). Dit waren, naar toenmalige maatstaven, te veel grote aderlatingen, daarnaast vertrokken ook de 36- a 37-jarige Piet Schrijvers (PEC Zwolle) en Leo van Veen (FC Utrecht). Ronald Koeman en Felix Gasselich moesten Cruijff en Lerby vervangen. De gemiddelde leeftijd van de 22 selectiespelers bedroeg per 18/7/1983 (persdag Ajax 1983/84) slechts 21,0 jaar. In 1983/84 startte Ajax goed in de eredivisie, met in de eerste 7 duels 6 zeges en 1 gelijkspel. In het 7de duel, op 18 september 1983, werd een historische overwinning behaald: Ajax-Feyenoord 8-2. Ajax verspeelde het landskampioenschap echter door 3 zwakke reeksen (2 slechte reeksen: 24/9/1983-16/10/1983 3 duels, 0 zeges, 2 x gelijk, 1 x verlies, doelsaldo -3: Haarlem-Ajax 3-3, Ajax-Groningen 1-1, Den Bosch-Ajax 3-0; 26/2/1984-18/3/1984 3 duels, 0 zeges, 1 x gelijk, 2 x verlies, doelsaldo -6: Feyenoord-Ajax 4-1, PEC Zwolle-Ajax 1-1, Ajax-Haarlem 0-3; 1 wisselvallige reeks: 15/4/1984-6/5/1984 5 duels, 2 zeges, 2 x gelijk, 1 x verlies, doelsaldo +2: AZ-Ajax 1-1, Ajax-PSV 1-0, Roda-Ajax 1-1, Ajax-Excelsior 4-0, Sparta-Ajax 5-2). Ajax eindigde als 3de (eindstand top-3 van de 18 eredivisieclubs: 1. Feyenoord 57 pt., ds. +65 (96-31), 2. PSV 52 pt., ds. +56 (88-32), 3. Ajax 51 pt., ds. +54 (100-46)).

Medio 1984 raakte Ajax onder meer de 2 Denen Jesper Olsen (Manchester United, 1/7/1984) en Jan Molby (Liverpool, 22/8/1984) kwijt. Rob de Wit (FC Utrecht) werd aangekocht als opvolger van linkerspits Jesper Olsen. In 1984/85 werd Ajax landskampioen na een sterke competitiestart de eerste 16 ronden (2/9/1984-9/12/1984), waarin 13 zeges, 2 gelijke spelen, 0 nederlagen, en 1 inhaalduel tegoed (doelsaldo +31). Vanaf de 1-4 thuisnederlaag tegen PSV (16/12/1984) liep het moeizamer, met name in april en de eerste week van mei 1985 verspeelde Ajax veel punten. Op 6 mei 1985 werd trainer Aad de Mos, na een half jaar met diverse conflicten met spelers, en na een stemming op 5 mei, daags na een 1-0 nederlaag in Haarlem ontslagen. Het interim-trio Spitz Kohn-Tonny Bruins Slot-Cor van der Hart coachte Ajax in de laatste 5 duels naar het kampioenschap in de eredivisie. De doelpuntenmachine begon weer te lopen (Ajax-Twente 4-4, Ajax-Feyenoord 4-2, Roda-Ajax 2-3, Ajax-Volendam 5-2). Wel verspeelde Ajax op de slotdag het beste doelsaldo in de eredivisie (PSV-Ajax 4-0). Het kampioenschap was minder overtuigend dan in 1981/82 en 1982/83, zeker qua doelsaldo (eindstand top-3 van de 18 eredivisieclubs: 1. Ajax 54 pt., ds. +47 (93-46), 2. PSV 48 pt., ds. +51 (84-33), 3. Feyenoord 48 pt., ds. +36 (87-51)). Ajax had wel alle 34 ronden de minste verliespunten, maar stond slechts 29 ronden 1ste (4 ronden 2de en 1 ronde 4de tussen 30/9/1984 en 30/10/1984), doordat Ajax 2 duels achterliep op onder meer PSV. Eind december 1984 won Ajax het nationale zaalvoetbaltoernooi 1984/85 in Rotterdam, Ajax had alle 9 wedstrijden gewonnen. Op 6 juni 1985 werd Johan Cruijff bij Ajax aangesteld als technisch directeur, in de praktijk werd hij hoofdtrainer. Op 30 juni 1985 vertrok aanvoerder Dick Schoenaker na precies 9 jaar bij Ajax, met 6 landstitels en 5 KNVB bekerfinales (waarvan er 2 gewonnen werden) op zak sinds 1976/77. Voor het nieuwe Ajax-bestuur was het het 5de landskampioenschap in 7 jaar, en waren er 4 KNVB bekerfinales behaald (waarvan 2 gewonnen) in 7 jaar, sinds 1/7/1978 (1978/79).

Het seizoen 1985/86 startte met het Amsterdam-710-toernooi, dat door Ajax met briljant voetbal werd gewonnen (Ajax-Verona 2-0, Ajax-Atletico Mineiro 4-1). In de competitie startte Ajax moeizaam, met 2 nederlagen in de 1ste 4 duels, 1ste 5 ronden, en een 11de plaats. In de 1ste 10 duels, 1ste 11 ronden, werd 4 maal verloren en Ajax stond op de 7de plaats. Daarna herpakte Ajax zich, en in ronde 18, waarin Ajax 17 duels had gespeeld, werd de 2de plaats bereikt op 15/12/1985. Ajax verstevigde zijn 2de positie daarna en liep steeds meer uit op nummer 3, Feyenoord. Ajax eindigde 2de achter PSV, met 25 zeges, 2 gelijke spelen, 7 nederlagen, en een doelsaldo van +85 (120-35), bijna een evenaring van het toenmalige record uit 1966/67 (+88(122-34)) (eindstand 1985/86 top-3 van de 18 eredivisieclubs: 1. PSV 60 pt., ds. +78 (100-22), 2. Ajax 52 pt., ds. +85 (120-35), 3. Feyenoord 44 pt., ds. +24 (74-50)). Ajax won de KNVB beker, met een doelsaldo van +15 (17-2) in 6 duels. Ajax speelde extreem aanvallend en attractief voetbal, het 3-4-3-systeem in de 2de helft van 1985 (Ronald Koeman als inschuivende libero) en het 3-3-4-systeem in de 1ste helft van 1986 (2 centrumspitsen van Basten en Bosman, en de 2 gebruikelijke vleugelspitsen: Vanenburg of van 't Schip op rechts, de Wit op links).

Van 1980/81 tot en met 1985/86 werd drie keer het kampioenschap (1981/82, 1982/83, 1984/85) en twee keer de KNVB beker (1982/83, 1985/86) gewonnen. Ook won Ajax het nationale zaalvoetbaltoernooi in 1984/85 in Rotterdam, gehouden eind december 1984. Ajax had alle 9 wedstrijden gewonnen. Ajax was tijdens de 5-jarige periode 1981/82-1985/86 de meest trefzekere club van Europa, want in 5 seizoenen werd er 536 keer gescoord in de competitie; het totale doelsaldo in de competitie bedroeg in deze periode +326 (536-210). Dit was gemiddeld +65 (107-42) per seizoen (beste seizoen: het 1ste seizoen, dat Ajax getraind werd door Johan Cruijff: 1985/86: +85 (120-35)).

In de 6 seizoenen 1980/81 tot en met 1985/86 struikelde Ajax evenwel 4 maal in de 1ste ronde en 2 keer in de 2de ronde in de diverse Europa Cup-toernooien. Europees gezien was het enige hoogtepunt in deze zeer magere fase, de 14-0 thuiszege tegen het Luxemburgse Red Boys Differdange in de returnwedstrijd van de 1ste ronde van het Europa Cup III-toernooi in het seizoen 1984/85, op 3 oktober 1984.

In 1986/87, won Ajax voor het eerst in 14 jaar weer eens een Europese hoofdprijs, ondanks het vertrek van Gerald Vanenburg en Ronald Koeman half 1986 naar rivaal PSV, en het wegvallen van linkerspits Rob de Wit door een hersenbloeding. Onder leiding van Cruijff werd Lokomotiv Leipzig in de finale van de Europa Cup II op 13 mei 1987 met 1-0 geklopt, met dank aan onder andere drie aankopen van Johan Cruijff: Danny Blind, Jan Wouters en Arnold Scholten. Zij moesten Ronald Koeman en Gerald Vanenburg vervangen, die half 1986 naar landskampioen PSV waren vertrokken. Ook linkerspits Rob Witschge, middenvelder Aron Winter, (centrum)verdediger Frank Verlaat en rechterspits Dennis Bergkamp waren nieuwkomers, doorgebroken uit eigen jeugd. Rob Witschge en de aangekochte Schot Alistair Dick vervingen Rob de Wit als linkerspits. Ajax haalde in 9 duels een doelsaldo van +17 (22-5) in het Europa Cup II-toernooi. In de eredivisie eindigde Ajax als 2de, achter PSV (eindstand top-3 van de 18 eredivisieclubs: 1. PSV 59 pt., ds. +78 (99-21), 2. Ajax 53 pt., ds. +62 (92-30), 3. Feyenoord 42 pt., ds. +30 (73-43)). Ajax won voor de 2de achtereenvolgende maal de KNVB beker, in de finale werd FC Den Haag met 2-4 na verlenging verslagen in het Haagse Zuiderpark. In de 7 bekerduels werd een doelsaldo van +12 (15-3) behaald.

In 1987/88 bereikte Ajax wederom de finale van het Europa Cup II-toernooi, maar ditmaal werd met 1-0 van KV Mechelen verloren, dat getraind werd door voormalig Ajax-trainer Aad de Mos.

De Ajax-selecties ondervonden een metamorfose van landskampioenen (4 seizoenen 1981/82-1984/85, 3 x landskampioen 81/82, 82/83, 84/85) tot ware cupfighters (3 seizoenen 1985/86-1987/88, 2 x KNVB beker-winnaars 85/86, 86/87, 2 x Europa Cup II-finalisten 86/87, 87/88; 86/87 gewonnen).

1987-1991: Zwartgeldaffaire en staafincident

Medio 1987 vertrok sterspeler en topscorer van Basten naar AC Milan; kort daarop verlieten ook Silooy en Rijkaard Ajax. Nieuwe spelers half 1987 waren Hennie Meijer, Lloyd Doesburg, Richard Witschge, Brian Roy, eind 1987 Frank de Boer en Peter Larsson, half 1988 Ron Willems, Wim Jonk, Mark Verkuyl, Stefan Pettersson, Marciano Vink en Ronald de Boer. Ajax eindigde in het seizoen 1987/88 weliswaar nog als 2de, met 50 punten en een doelsaldo van +38 (78-40), maar het klassenverschil met PSV, dat met 59 punten en een doelsaldo van maar liefst +89 (117-28) landskampioen werd, was gigantisch, 51 doelsaldo-eenheden (heel anders dan in het seizoen 1977/78, toen Ajax met een kleine achterstand van 4 punten en 4 doelsaldo-eenheden op PSV eindigde: 1. PSV 53 punten, doelsaldo +53 (74-21), 2. Ajax 49 punten, doelsaldo +49 (85-36)).

Niet alleen sportief ging het bergafwaarts, er waren nog veel serieuzere problemen. De FIOD had eind september 1988 een inval gedaan in verband met een zwartgeldaffaire, waarbij 9 ex-spelers uit de periode 1976-1988 betrokken zouden zijn geweest. Het staafincident tijdens een UEFA Cup wedstrijd tegen Austria Wien in september 1989 leidde tot een seizoen uitsluiting uit Europese toernooien (1990/91). Sinds het seizoen 1966/67 tot en met het huidige seizoen 2023/24, is het seizoen 1990/91 het enige seizoen geweest, waarin Ajax geen Europees voetbal heeft gespeeld.

Nadat Ajax in 1988/89 na zes wedstrijden veertiende stond, vertrokken trainer Kurt Linder (20 september 1988) en het bestuur. Assistent Spitz Kohn werd op 8 oktober 1988 als interim-trainer aangesteld. Jeugdtrainer Louis van Gaal werd zijn assistent. Zij werkten Ajax op naar een tweede plaats, met een geringe achterstand op PSV (11/12/1988-21/5/1989 Ajax 2de; eindstand 21/5/1989: 1. PSV 53 punten, doelsaldo +47 (78-31), 2. Ajax 50 pt., ds. +42 (74-32)). Ajax was nu 4 keer op rij als 2de gefinished in de eredivisie in de 4 seizoenen 1985/86 tot en met 1988/89, steeds achter nummer 1, PSV. Op 16 januari 1989 was een nieuw bestuur aangetreden onder leiding van Michael van Praag, zoon van oud-voorzitter Jaap van Praag.

Leo Beenhakker werd trainer per 1 juli 1989. Spitz Kohn en Louis van Gaal werden zijn assistenten. Half 1989 werden Pal Fischer en Edwin van der Sar aan de selectie toegevoegd. In 1989/90 werd Ajax na 5 seizoenen eindelijk weer eens kampioen (zij het met een duidelijk zwakker doelsaldo dan nummer 2, PSV: +44 tegen +58), met onder andere spelers als Dennis Bergkamp, Stefan Pettersson, de broers Rob en Richard Witschge, Bryan Roy, Aron Winter en Marciano Vink.

In 1990/91 mocht door het staafincident op 27/9/1989, geen Europees voetbal worden gespeeld, en Ajax werd ook net geen kampioen. Samen met PSV eindigde Ajax bovenaan (beiden 53 punten), maar de Eindhovenaren hadden een iets beter doelsaldo (+56 versus +54). In de voorgaande zomer van 1990 werden geen nieuwe spelers via aankoop of uit eigen jeugd gecontracteerd. Wel werd Gerard van der Lem als assistent-trainer gecontracteerd, hij zou 7 jaar blijven, tot en met half 1997. Van der Lem volgde Spitz Kohn op, die na ruim 6 jaar bij zijn laatste club Ajax werkzaam te zijn geweest vanaf lente/zomer 1984, stopte als (assistent-)trainer en met pensioen ging. Met de komst van Beenhakker, van Gaal en van der Lem vlogen de toeschouwersaantallen bij eredivisiewedstrijden omhoog, van 12.000 per duel in 1988/89 naar 17.000 per duel in 1989/90 en naar 22.000 in 1990/91, op welk laatste niveau de toeschouwersaantallen zouden blijven tot en met 1995/96, het laatste seizoen, dat Ajax in stadion De Meer speelde.

1991-1996: 3 Landskampioenschappen en 2 Europacups; laatste 5 jaar in De Meer

Op 28 september 1991 keerde Leo Beenhakker terug naar Real Madrid. Louis van Gaal volgde hem op. De ex-speler van Ajax (1972/73 reserve), FC Antwerp (1973-1977), Telstar (1977/78), Sparta (1978-1986) en AZ (1986-1986) en ex-assistent-trainer bij AZ (1986-1987) en Ajax (1988-1991), won samen met zijn assistent Gerard van der Lem en hun selectie, in het seizoen 1991/92 meteen de UEFA Cup. Half 1991 tot en met half 1993 speelden Rob Alflen, Alfons Groenendijk, John van Loen en Dan Petersen bij Ajax. Tussen eind 1991 en half 1992 vertrokken onder meer Dennis Bergkamp, Wim Jonk (beiden Inter Milan), Bryan Roy (Foggia) en Jan Wouters (Bayern Munchen). Voormalig jeugtrainer Louis van Gaal liet jeugdspelers als Edgar Davids, Clarence Seedorf en Patrick Kluivert debuteren in Ajax1. De Fin Jari Litmanen werd half 1992 gehaald als vervanger voor Bergkamp, alsmede Marc Overmars. Nadat doelman Stanley Menzo blunderde uit tegen Auxerre (maart 1993, 4-2 nederlaag) kreeg Edwin van der Sar zijn kans. Half 1993 voegden zich John van den Brom, Finidi George, Nwankwo Kanu, Peter van Vossen, Patrick Kluivert en Nordin Wooter zich bij de selectie, evenals de teruggekeerde Frank Rijkaard. Half 1994 waren Winston Bogarde, Kiki Musampa en Michael Reiziger nieuwkomers. Half 1995 werd Peter Hoekstra gecontracteerd, en keerde Arnold Scholten weer bij Ajax terug.

Louis van Gaal werd met zijn vrij jeugdige teams drie keer landskampioen (1993/94, 1994/95, 1995/96), won een KNVB beker (1992/93), de UEFA Cup (1991/92), de Champions Leaugue (1994/95), de Wereldbeker (eind 1995), de Europese Supercup en drie keer de Nederlandse Supercup. In 1994/95 bereikte Ajax het hoogtepunt door de Champions League (opvolger van de Europacup I) te winnen. In de finale werd het grote AC Milan verslagen (1-0, doelpunt Patrick Kluivert in de 85ste minuut, mei 1995). Op 28 november 1995 won Ajax de Wereldbeker voor clubs (Ajax-Gremio 0-0, Ajax won na strafschoppen). In 1995/96 werd wederom de finale van de Champions League bereikt, maar na een 1-1 uitslag, was Juventus na strafschoppen te sterk.

Het seizoen 1995/96 was de afsluiting van een uiterst succesvolle, briljante periode van Ajax in de eredivisie, in de laatste 31 jaar in stadion De Meer (augustus 1965-april 1996). Van 1965/66 tot en met 1995/96 werd Ajax 16 maal eerste, 10 keer tweede en 5 maal derde in de eindrangschikkingen in de eredivisie. 52% Van die seizoenen eindigde Ajax als eerste, 32% als tweede, en 16% als derde. Ajax eindigde dus circa de helft (1/2 deel) van de seizoenen als eerste, 1/3 deel als tweede, en 1/6 deel als derde. Ajax eindigde nimmer lager dan als derde (1973/74, 1974/75, 1975/76, 1983/84, 1992/93), en haalde nimmer een doelsaldo lager dan +34 in de eredivisie (1980/81). Ook behaalde Ajax in de helft van de 31 seizoenen 1965/66 tot en met 1995/96, 15 maal, minimaal een 1/4 finale in 1 van de Europacup-toernooien: 6 maal won Ajax een toernooi (Europacup I voor landskampioenen 3 x: 1970/71, 1971/72, 1972/73; Champions League voor landskampioenen 1 x: 1994/95. Europacup II voor bekerwinnaars 1 x: 1986/87. UEFA Cup 1 x: 1991/92). 3 Maal was Ajax verliezend finalist (Europacup I voor landskampioenen 1 x: 1968/69; Champions League voor landskampioenen 1 x: 1995/96. Europacup II voor bekerwinnaars 1 x: 1987/88). 2 Keer behaalde Ajax een 1/2 finale (Europacup I voor landskampioenen 1 x: 1979/80. Jaarbeursstedenbeker 1 x: 1969/70). 4 Maal schopte Ajax het tot een 1/4 finale (Europacup I voor landskampioenen 2 x: 1966/67, 1977/78. Europacup II voor bekerwinnaars 1 x: 1993/94. UEFA Cup 1 x: 1992/93). Tevens haalde Ajax in 13 van de 31 seizoenen 1965/66-1995/96 de KNVB bekerfinale, een score van 42%. 9 Keer finishte Ajax als eerste in het KNVB bekertoernooi (1966/67, 1969/70, 1970/71, 1971/72, 1978/79, 1982/83, 1985/86, 1986/87, 1992/93), 4 keer als tweede, als runner-up (1967/68, 1977/78, 1979/80, 1980/81).

Op 28 april 1996 werd de laatste wedstrijd in stadion De Meer gespeeld (Amsterdam-Oost, Watergraafsmeer, Middenweg, Ajax-Willem II 5-1), waar Ajax als hoogste toeschouwersaantallen gemiddeld circa 22.000 tot 23.000 per eredivisieduel had, in 1981/82 (Cruijff-effect) en in de 6 seizoenen 1990/91 tot en met 1995/96.

1996-2000: Eerste 4 jaar Amsterdam Arena; slechts subtop eredivisie: plaats 4, 1, 6 en 5

Een modern stadion met circa 56.000 plaatsen voor voetbalwedstrijden, en 71.000 plaatsen voor muziekconcerten, werd in gebruik genomen vanaf seizoen 1996/97: de Amsterdam Arena, sedert april/juli 2018 de Johan Cruijff Arena, waar Ajax gemiddeld 48.000 toeschouwers per eredivisieduel ontving. In de seizoenen 2018/19 en 2019/20 lag het gemiddelde zelfs op 53.000. Het stadion De Meer werd niet meer gebruikt. Tegelijkertijd vertrokken half 1996 Sonny Silooy (Arminia Bielefeld), Edgar Davids en Michael Reiziger (beiden AC Milan), en de Nigerianen Nwankwo Kanu (Inter Milan) en Finidi George (Real Betis Sevilla). Half 1996 contracteerde Ajax Tijani Babangida en het Portugese talent Dani (= Daniel da Cruz Carvalho). Ajax haalde in 1996/97 nog wel de halve finale van de Champions League, maar eindigde in de eredivisie slechts als 4de (doelsaldo +24, 61 punten bij 3 punten voor een zege, 44 punten bij 2 punten voor een zege, slechts 17 overwinningen in 34 duels). Een dergelijke lage eindklassering was sinds half 1965, sinds het seizoen 1965/66 nooit meer voorgekomen. De 2de plaats was de laagste eindklassering in de 8 seizoenen 1965/66 tot en met 1972/73. De 3de plaats was de laagste eindklassering in de 23 seizoenen 1973/74 tot en met 1995/96, 5 maal gebeurde dit, in de seizoenen 1973/74, 1974/75, 1975/76, 1983/84 en 1992/93 (doelsaldi respectievelijk +58, +42, +36, +54 en +57; aantal punten respectievelijk 51, 49, 50, 51, 49 op een maximaal haalbaar aantal punten van 68, in 34 duels, bij 2 punten voor een zege).

Veel belangrijke spelers waren al vertrokken. Medio 1997 vertrokken ook Kluivert en Bogarde naar AC Milan, en succestrainer van Gaal vertrok naar FC Barcelona. Morten Olsen volgde hem op, en onder meer Michael Laudrup, Jesper Gronkjaer, Sunday Oliseh, Benny McCarthy, Wamberto de Jesus Sousa Campos, Ferdi Vierklau, Cedric van der Gun, John O'Brien en Shota Arveladze werden gekocht. In 1997/98 werd Ajax kampioen, met maar liefst 17 punten voorsprong op PSV, en een doelsaldo van +90 (record). Na onder meer een 5-0 zege op PSV Eindhoven in het laatste duel, de finale, won Ajax tevens de KNVB beker. In de UEFA Cup ging het iets minder voorspoedig. In de kwartfinales in maart 1998 verloor Ajax van Spartak Moskou. Aan het eind van dit seizoen ging Ajax als eerste Nederlandse voetbalclub naar de beurs (11 mei 1998). Het seizoen 1997/98 was een zeer positieve uitschieter in de sportief moeilijkste fase voor Ajax, gerekend vanaf het seizoen 1965/66.

In 1996/97, 1998/99 en 1999/2000 eindigde Ajax slechts als 4de, 6de en 5de in de eredivisie, hetgeen sinds het seizoen 1965/66 nooit meer was voorgekomen.

Het seizoen 1998/99 was problematisch, onder andere qua prestaties. Op 12 december 1998 zette Ajax trainer Morten Olsen op non-actief. Jan Wouters nam de leiding over, en eindigde met zijn spelers 6de in de eredivisie, de laagste eindklassering vanaf seizoen 1965/66. Ook eindigde Ajax onderaan in de poulefase van de Champions League. Ajax won wel de KNVB beker.

Na 1998/99 namen Jari Litmanen (Barcelona) en Edwin van der Sar (Juventus) afscheid. Danny Blind en Michael Laudrup stopten. Het seizoen 1999/2000 verwijderde coach Wouters 6 spelers uit de selectie, onder wie Giorgi Kinkladze en Dean Gorre. Vervangers waren Nikos Machlas, Frank Verlaat, Aron Winter, Stanley Menzo, Bogdan Lobont, Pius Ikedia, Christian Chivu en Martijn Reuser. De prestaties van deze ploeg vielen echter erg tegen. Op 20 maart 2000 werd Wouters ontslagen, een absolute anticlimax van wat een zo feestelijk jaar en feestelijke maand hadden moeten worden. Ajax vierde immers zijn 100-jarig jubileum (18 maart 2000). Hans Westerhof nam de leiding van Ajax1 tijdelijk over. Ajax eindigde als 5de, met een doelsaldo van +21, het laagste doelsaldo gerekend vanaf seizoen 1965/66. Ajax haalde in 1999/2000 nog wel de derde ronde van de UEFA Cup.

2000-2005: Nieuw millennium

Na een uiterst succesvolle periode, de laatste 31 jaar in het stadion De Meer, vanaf seizoen 1965/66 tot en met seizoen 1995/96 (juli 1965-april 1996), vlak voor het einde waarvan Ajax in seizoen 1994/95 nog de UEFA Champions League en in november 1995 nog de wereldbeker won, werd Stadion De Meer vervangen door de moderne Johan Cruijff ArenA (destijds de naam Amsterdam ArenA, augustus 1996 tot april/juli 2018). Vanaf 2000 won Ajax tot 2004 twee keer de landstitel, de beker en de Johan Cruijff Schaal. In 2002/03 kwam Ajax tot de kwartfinale van de Champions League. De jonge ploeg van trainer Ronald Koeman werd in de slotminuten echter uitgeschakeld door het geslepen AC Milan waardoor het op een haar na de halve finale misliep. Koeman werd in het voorjaar van 2004 kampioen van Nederland met Ajax. Het daaropvolgende seizoen 2004/05 zou het begin zijn van een jarenlange titeldroogte in Amsterdam. De titel moest Ajax sindsdien vaak afstaan aan zijn historisch gezien grootste concurrent, PSV, pas in seizoen 2010/11 zou Ajax na 7 jaar eindelijk weer eens landskampioen worden.

2005-2010: Hunkering naar derde ster

Ajax won in 2005, 2006 en 2007 de Johan Cruijff Schaal en in 2006 en 2007 ook de KNVB Beker. Ondanks de kleinere successen wist Ajax in de periode 2005-2010 geen één keer de landstitel te prolongeren. Ajax snakte, na het 29ste behaalde kampioenschap in 2004 naar de 30ste landstitel, deze geeft recht op een derde ster op het shirt. In deze jaren wonnen echter PSV (4 keer), AZ en FC Twente (beide 1 keer) het landskampioenschap. Het dichtsbij was Ajax onder trainer Henk ten Cate in het seizoen 2006/07. Het kwam één doelpunt tekort waardoor PSV optimaal profiteerde van de misstap van AZ in de laatste speelronde tegen SBV Excelsior. Ajax haalde hierna wisselende eindklasseringen, met als dieptepunt plaats drie onder toenmalig trainer Marco van Basten. In dat seizoen, 2008/09, werd Ajax bovendien ondanks recordaankopen uitgeschakeld door FC Volendam in de beker en reikte het niet verder dan de achtste finale van de UEFA Cup.

2009-2011: Titelloos seizoen bekroond met CL-voetbal, trainerswissel

Ajax trok in de zomer van 2009 de gelouterde Martin Jol aan en selecteerde door nadat Van Basten ontslag nam. Zo werden de aankopen van Van Basten amper meer gebruikt en koos Martin Jol voor jongere talenten en maakte hij Luis Suárez, met wie van Basten een moeilijke relatie had, aanvoerder van Ajax. De club speelde een relatief goed seizoen in 2009/10 en deed tot aan het einde mee om de landstitel. Ajax scoorde de meeste doelpunten na een goede reeks na de winterstop maar moest genoegen nemen met de tweede plek en bekerwinst. De beker won het dankzij een dubbele confrontatie met Ajax's grootste vijand Feyenoord. De wedstrijden werden over twee wedstrijden gespeeld door het dreigende supportersgeweld tijdens de finale in Rotterdam. Ajax kwalificeerde zich dankzij de tweede plaats voor de voorrondes van de UEFA Champions League van het volgende seizoen 2010/11. Ajax kwalificeerde zich ten koste van PAOK Saloniki en Dinamo Kiev zich uiteindelijk ook voor de groepsfase van het miljoenenbal na een 5 jaar durende afwezigheid. Ajax werd in de groepsfase uitgeschakeld. Het eindigde als derde, wat nog wel recht gaf op UEFA Europa League voetbal, onder Europese grootmachten Real Madrid en AC Milan. In de Europa League werd de club met ruime cijfers (0-4) door Spartak Moskou uitgeschakeld. Het Eredivisie seizoen verliep matig. Ajax was niet de gedroomde titelfavoriet en het rommelde ook in de bestuurskamer wat tot veel onrust leidde. In deze maanden roerde clubicoon Johan Cruijff zich hevig met het eerste elftal van Ajax door middel van columns waarin hij kritiek uitte op de club. De positie van trainer Martin Jol werd mede hierdoor onder druk gezet waarna de trainer na een matige periode in november-december opstapte na 1-1 gelijkspel in de Arena tegen NEC Nijmegen. Jol werd opgevolgd door de onervaren Frank de Boer.

2011-2014: Vier landstitels op rij

De Boer debuteerde op 6 december 2010 als hoofdtrainer van Ajax in de Champions League tegen AC Milan, deze wedstrijd werd met 0–2 gewonnen door Ajax waarna een goede reeks werd voortgezet. De Boer, die de rust binnen Ajax terug wist te brengen, mede door de vele punten die die binnenhaalde en zich daarmee terugknokte in de titelrace, werd na een 3-1 overwinning op directe concurrent FC Twente kampioen van Nederland in 2010/11 en reikte dat seizoen ook tot de finale van de KNVB Beker. Deze werd verloren van FC Twente. In de daarop volgende seizoenen werd Ajax vanaf 2012 tot en met 2014, vier keer achter elkaar, kampioen van Nederland. Het won in 2013 ook nog de Johan Cruijff Schaal. Internationaal succes bleef telkens uit. Ajax overwinterde wel steeds in Europees verband door vier jaar achter elkaar derde te eindigen in de Champions League. Het werd echter na de winterstop ieder jaar vroeg uitgeschakeld in de Europa League tegen op het oog gunstige teams. Ajax werd in dit toernooi onder anderen uitgeschakeld tegen Steaua Boekarest (2013) en Red Bull Salzburg (2014).

2014-2016: Prijzendroogte onder Frank de Boer

Ajax ging het voetbalseizoen 2014/15 hoopvol in, de club ging op jacht naar de vijfde titel op rij wat voor een record had gezorgd. Echter was dit seizoen het begin van vele jaren zonder prijs en succes. Mede door tegenvallende aankopen werd het versterkte PSV overtuigend kampioen. Ajax werd nog wel tweede maar hoogtepunten kende het dit seizoen niet. Waar naast de titel mis werd gelopen, verloor de club de strijd om de Johan Cruijff Schaal, werd het in december al uitgeschakeld voor de beker en verloor het in de achtste finale van de Europa League van FK Dnipro.

Doordat Ajax in 2014/15 wel de tweede plaats behaalde kwam het uit in de voorronde van de Champions League in seizoen 2015/16. Het seizoen begon vroeg want in juli 2015 begonnen de kwalificaties al. Ajax werd gekoppeld aan de Oostenrijkse club Rapid Wien. Ajax verloor over twee wedstrijden (5-4) van Rapid, waarna Ajax voor het eerst sinds het seizoen 2009/10 weer afwezig zou zijn in de Champions League. Ajax stroomde door deze nederlaag in bij de laatste play-offs van de Europa League. Hierin versloeg het Jablonec en kwalificeerde het zich wel voor de Europa League. Hierin kwam het in een poule met Fenerbahçe SK, Molde FK en Celtic FC. Ajax boekte matige resultaten en werd daardoor derde in de groep waarmee het na de winter geen Europees voetbal meer speelde en uitgeschakeld was. In de KNVB Beker werd Ajax in oktober uitgeschakeld door een 1-0 nederlaag tegen aartsrivaal Feyenoord in De Kuip. In de Eredivisie deed Ajax het naar behoren. Het streed mee tot de laatste speeldag voor het kampioenschap en bleef vrijwel de gehele competitie koploper, op de periode januari tot maart 2016 na. Titelfavoriet PSV veroverde de titel uiteindelijk op 8 mei 2016 na een misstap van Ajax tegen De Graafschap. Enkele dagen hierna nam Frank de Boer ontslag.

2016-2018: Eerste Europese finale sinds 1996, landstitel blijft uit

In mei 2016 werd Peter Bosz gepresenteerd als opvolger van Frank de Boer. Ook deze zomer kwam Ajax uit in de voorronde van de Champions League. Ajax haalde wederom het miljoenenbal niet na een nederlaag tegen FK Rostov. Ajax leed ook in de Eredivisie veel puntverlies. Vanaf september 2016 pakte de ploeg de draad op. Het begon wedstrijden te winnen met aantrekkelijk voetbal. Ook in de Europa League deed Ajax het uitstekend, het eindigde eerste in de poule na een ongeslagen status tegen Celta de Vigo, Standard Luik en Panathinaikos. Ajax reikte in dit seizoen, na onder anderen wedstrijden tegen Schalke 04 en Olympique Lyon, tot de finale. Deze werd echter verloren van Manchester United FC (0-2). Nationaal gezien was het wederom geen succes. In de beker werd Ajax vroeg uitgeschakeld tegen SC Cambuur. In de Eredivisie deed Ajax lang mee, aartsrivaal Feyenoord verspeelde echter haar koppositie sinds de eerste speelronde niet. De club uit Rotterdam werd kampioen van Nederland in 2017. Ajax eindigde tweede.

In de zomer van 2017 vertrok Peter Bosz na onenigheid over de samenstelling van de trainersstaf. Marcel Keizer volgde de naar Borussia Dortmund vertrokken Peter Bosz op. Het seizoen begon voor Ajax dramatisch. Abdelhak Nouri kreeg tijdens een oefenwedstrijd tegen Werder Bremen in de voorbereiding een hartstilstand en ontwaakte maar niet uit zijn coma. Enkele dagen later werd bekend dat hij blijvende schade had opgelopen. Dit had zichtbaar invloed op de selectie. Ajax speelde lang niet zo goed als het voorgaande seizoen en werd wederom uitgeschakeld in de voorronde van de Champions League. OGC Nice was over twee wedstrijden te sterk. Ajax speelde hierdoor wederom Europa League play-offs. Hierin werd de club uitgeschakeld tegen Rosenborg BK. Ajax speelde dit seizoen geen Europees voetbal en in de Eredivisie verspeelde het veel punten. Marcel Keizer werd in december 2017 ontslagen na uitschakeling in de beker tegen FC Twente. Erik ten Hag volgde de ontslagen Marcel Keizer op in Amsterdam. Ten Hag kon in zijn eerste halfjaar de achterstand op de uiteindelijke kampioen PSV niet meer goedmaken maar werd nog wel tweede in de Eredivisie.

2018-2022: Gouden aankopen en trainer ten Hag leiden Ajax naar succes

Erik ten Hag was per 1 januari 2018 de in december 2017 ontslagen trainer Marcel Keizer opgevolgd. In de zomer van 2018 vond er een koerswijziging plaats. Ajax, na 4 seizoenen zonder prijs, doorbrak het salarisplafond en haalde onder anderen ervaren spelers, voor hoge transfersommen, binnen in de persoon van Daley Blind en Dušan Tadić. Samen met de doorgebroken talenten Matthijs de Ligt, Frenkie de Jong en Noussair Mazraoui vormde het elftal met spelers die zich ontpopte tot sterkhouders, bijvoorbeeld Hakim Ziyech, Nicolás Tagliafico en Andre Onana zich tot een Champions League elftal. De ploeg haalde de groepsfase van het toernooi makkelijk en overleefde de poule zonder veel moeite. Het overwinterde voor het eerst sinds 2005 in de Champions League. In een poule met FC Bayern München en Benfica eindigde het tweede waarna het in de achtste finale Real Madrid CF en Juventus FC uitschakelde. In de halve finale verloor Ajax in de slotseconden de halve finale tegen Tottenham Hotspur waardoor het de finale misliep. Ajax won in 2018/19 nog wel het kampioenschap en de beker. Hiermee kwam er een einde aan vier jaar prijzendroogte.

In juli 2019 won Ajax de Johan Cruijff Schaal. In 2019/20 haalde Ajax de groepsfase van de Champions League wederom weer maar wist het niet te overwinteren. In de Europa League werd het uitgeschakeld tegen Getafe CF. Ajax kreeg tijdens het vroegtijdig gestopte Eredivisie seizoen 2019/20 (door de corona pandemie) de Nederlandse Champions League ticket voor 2020/21 toegewezen. Hierin werd het wederom uitgeschakeld maar reikte het in 2021 tot de kwartfinale van de Europa League. Het werd uitgeschakeld tegen AS Roma. Het won dat seizoen wederom zowel de landstitel als de KNVB Beker.

In seizoen 2021/22 werd Ajax wederom kampioen van Nederland. De KNVB Beker en de Johan Cruijff Schaal moest het afstaan aan concurrent PSV doordat het in beide finales aan de kortste eind trok. Europees gezien behaalde Ajax de eerste plaats in de Champions League poule, alle zes duels werden gewonnen, meestal ruim. Na de winterstop werd Ajax in de achtste finale nipt uitgeschakeld door Benfica (2-2 uit, 0-1 thuis).

2022-heden: Ajax zakt ineen

Per 1 juli 2022 volgde Alfred Schreuder de naar Manchester United vertrokken Erik ten Hag op als trainer van Ajax. In de zomerse transferperiode vertrokken de meeste sterkhouders van de voorgaande seizoenen maar werd er ook flink terug geïnvesteerd. Ajax begon, ondanks de nederlaag tegen PSV in de Johan Cruijff schaal (3-5), het seizoen relatief goed met zes zeges op rij in de eredivisie, maar dit sloeg vanaf 18 september 2022 om na een 2-1 uitnederlaag tegen AZ. Ajax werd al vrij snel uitgeschakeld in de Champions League in een poule met Liverpool FC, SSC Napoli en Rangers FC. Thuis tegen Napoli werd zelfs met 5 goals verschil verloren (1-6), de grootste nederlaag van Ajax ooit in Europees verband. Vlak voor het WK voor landenteams, dat incidenteel in de wintermaanden werd gehouden, ging Ajax in november, in een vormdip, de verlengde winterstop in. In januari 2023 werd de competitie hervat. Na zeven wedstrijden op rij zonder overwinning sinds 6 november 2022, werd hoofdtrainer Alfred Schreuder na een gelijkspel in de Arena tegen FC Volendam (1-1) ontslagen. John Heitinga volgde Schreuder op als interim. Onder Heitinga wist Ajax, ondanks een goede start met zeven zeges op rij (29/1/2023-12/3/2023), het niet om te keren. Ajax eindigde in de Eredivisie op de derde plaats, achter kampioen Feyenoord en runner-up PSV. Dit was de laagste eindklassering van de club sinds seizoen 2008/09, waarin het eveneens als derde eindigde. Ajax werd na de winterstop in de eerste knock-out fase van de Europa League uitgeschakeld door Union Berlin (3-1). Ajax reikte nog wel tot de finale van de KNVB Beker, deze werd echter verloren van PSV na strafschoppen (3-2). Zodoende sloot Ajax het seizoen, voor het eerst sinds 2017/18, af zonder prijs. Algemeen directeur Edwin van der Sar stapte na het seizoen op.

Ajax kwalificeerde zich dankzij de behaalde derde plaats in seizoen 2022/23 voor de play-offs van de UEFA Europa League 2023/24.

Per 19 mei 2023 trad Sven Mislintat in functie als sportdirecteur van Ajax. Hiermee werd hij de opvolger van Marc Overmars, die begin 2022 vertrok. Mislintat stelde in de zomer van 2023 Maurice Steijn aan als hoofdtrainer. Mislintat gaf circa 115 miljoen euro uit aan transfers, onder anderen Branco van den Boomen, Chuba Akpom en Benjamin Tahirović werden binnengehaald. Het seizoen begon met een 4–1 overwinning op Heracles Almelo. Gevolgd door twee gelijkspelen uit tegen Excelsior Rotterdam en Fortuna Sittard en een 3-1 nederlaag uit tegen FC Twente, behaalde Ajax de slechtste seizoenstart in ruim zestig jaar. De positie van directeur Mislintat kwam in verlegenheid nadat was gebleken dat hij een transfer had laten plaatsvinden via een spelersmakelaar die investeerder was van zijn bedrijf, dit zou in strijd zijn met de corporate governance verklaring van de club. Ook oud werkgever VfB Stuttgart startte een onderzoek naar de transfers van Mislintat. Op 24 september 2023 werd de De Klassieker gespeeld, hoewel Ajax een aantal dagen eerder thuis 3-3 gelijk speelde tegen Olympique Marseille stond het na 37 minuten spelen al met 0–3 achter tegen aartsrivaal Feyenoord. De wedstrijd moest tijdelijk gestaakt worden nadat supporters vuurwerk op het veld gooiden, na ongeveer 10 minuten in de tweede helft gespeeld te hebben werd de wedstrijd definitief gestaakt wederom na het gooien van vuurwerk. Nadat de wedstrijd was gestaakt braken er buiten het stadion rellen uit. Ajax-supporters probeerden de hoofdingang te bereiken, de Mobiele Eenheid voerde charges uit om de supporters bij de inmiddels deels gesloopte hoofdingang van de Johan Cruijff ArenA weg te halen, echter lukte het een aantal supporters om de hoofdingang te betreden. In de avond van 24 september werd Mislintat per direct ontslagen, onder andere gebrek aan een breed draagvlak binnen de club was een van de redenen.. De Klassieker werd op woensdag 27 september uitgespeeld in een leeg stadion. Feyenoord won met 4-0 uit tegen Ajax. Na ook een nederlaag thuis tegen AZ (1-2) had Ajax 5 punten na 6 wedstrijden, waarmee Ajax de slechtste seizoensstart in de clubgeschiedenis doormaakte.

Na ook een nederlaag uit tegen FC Utrecht (4-3) stond Ajax voor het eerst in de clubgeschiedenis op plek 17. Op 23 oktober 2023 gingen Maurice Steijn en Ajax per direct uit elkaar. Hedwiges Maduro nam voor een week de honneurs waar.

Op 29 oktober 2023 behaalde Ajax een historisch dieptepunt. Vlak nadat Volendam met 3-1 van Excelsior won, verloor Ajax in Eindhoven met 5-2 van PSV. Hiermee kwam Ajax voor het eerst sinds de oprichting van de club op de laatste plaats, plek 18 in de Eredivisie terecht. Een dag na het verlies tegen PSV werd bekend dat John van 't Schip tot het einde van het seizoen de hoofdtrainer zou worden.

In de eerste week onder het trainerschap van Van ‘t Schip werd er in de competitie gewonnen in de thuiswedstrijden tegen FC Volendam (2-0) en sc Heerenveen (4-1). Ajax slaagde er onder de leiding van Van 't Schip te klimmen naar plek 5 in de eredivisie. In de Europa League poule eindigde Ajax als derde, wat een vervolg in de Conference League betekende. In de beker werd Ajax met 3-2 uitgeschakeld door de amateurs van USV Hercules.

Joodse achtergrond

Ajax staat nationaal en internationaal bekend om zijn Joodse achtergrond. Ajax heeft verschillende bekende Joodse spelers en verenigingsmensen gehad, zoals Johnny Roeg en de in Auschwitz omgekomen Eddy Hamel. In de jaren 1960 speelden Bennie Muller en mister Ajax Sjaak Swart als Joodse spelers voor de club. De laatste Joodse spelers bij Ajax waren Hedwiges Maduro, Daniel de Ridder en Ilan Boccara. Buiten het veld waren verzorger Salo Muller en bestuurders Jaap van Praag, Michael van Praag, Michael Kinsbergen en Uri Coronel Joods.

Stadions

Ajax heeft in de loop der jaren op verschillende locaties gespeeld. Het begon op een veld in de toenmalige gemeente Nieuwer-Amstel, nog voordat de club officieel werd opgericht (in 1893). Voor vijftien gulden per half jaar werd er een weiland gehuurd. In 1896 werd het veldje bij de gemeente Amsterdam gevoegd.

In 1900 verhuisde de club naar Amsterdam-Noord, waar tot 1907 tussen de weilanden werd gespeeld. In 1907 nam Ajax intrek in het eerste voetbalstadion van Amsterdam, in de volksmond Het Houten Stadion genoemd. Het stadion lag dichter bij het centrum dan de vorige locaties, maar er ontbraken nog steeds tribunes, die er pas in 1911 kwamen, kleedkamers en stromend water. Het stadion bleek toch te klein te zijn: na vier opeenvolgende landstitels in de jaren 1930 werd er verhuisd naar stadion De Meer.

Dit stadion zou het meest legendarische stadion uit dit rijtje worden: er speelden voetballers als Johan Cruijff, Sjaak Swart en Marco van Basten. De gemeente Amsterdam wilde bouwen in het geannexeerde Watergraafsmeer, dus liet Ajax een stadion bouwen in Betondorp. Het stadion mocht maximaal 300.000 gulden kosten, en zelfs de spelers betaalden mee. De openingswedstrijd was op 9 december 1934 tegen Stade français, een wedstrijd die met 5-1 werd gewonnen. Het duurde tot 1971 tot er lichtmasten werden geplaatst.

In 1996 vertrok Ajax, na er 62 jaar gespeeld te hebben, uit De Meer. Het stadion had, onder andere door nieuwe veiligheidsregels van de UEFA, zijn langste tijd gehad. In die jaren gebruikte Ajax het Olympisch Stadion als uitvalsbasis voor zijn belangrijkste duels: stadion De Meer kon niet meer dan 29.500 personen herbergen, terwijl het Olympisch Stadion vanaf 1937 64.000 plaatsen kende. Met de bouw van de Amsterdam ArenA werd het Olympisch Stadion in 1996 gedag gezegd. In dit stadion werd op 14 augustus 1996 geopend met een vriendschappelijk duel tegen AC Milan, er werd met 0-3 verloren. Tot op heden speelt Ajax zijn wedstrijden in de Amsterdam ArenA. Op 15 mei 2013 werd in de Amsterdam ArenA de finale van de Europa League 2012/13 gespeeld.

Financiën

Ajax NV

Zie AFC Ajax NV voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Ajax is de enige Nederlandse voetbalclub met een beursnotering. De emissie op de Amsterdamse effecten beurs vond plaats op 11 mei 1998. Met een introductiekoers van 25 gulden haalde de club omgerekend 54 miljoen euro op. Na een lichte opleving zakte de koers naar een dieptepunt van €3,50. Kritiek werd gegeven dat het juridisch stramien van een naamloze vennootschap een voetbalclub niet past. Supporters maakten zich zorgen dat de sportieve belangen van de club zouden botsen met de commerciële belangen van het beursgenoteerde Ajax. Een Ajax-aandeel was anno 2008 ongeveer €5,90 waard.

In 2008 concludeerde een commissie onder leiding van erelid Uri Coronel dat de beursnotering geen waarde heeft voor de club en overwogen zou moeten worden om de beursnotering te beëindigen. De haalbaarheid en wenselijkheid van het terugkopen van de aandelen wordt echter betwijfeld.

Sponsors

De eerste grote shirtsponsor van de club was het Japanse elektronicaconcern TDK (1982/1983-1990/1991). Daarna waren de ABN AMRO-bank en verzekeraar AEGON sponsor. Op 1 januari 2015 werd Ziggo hoofdsponsor van Ajax. De overeenkomst met Ziggo heeft een looptijd tot en met juni 2025. De eerste kledingsponsoren waren Le Coq Sportif (begin 1973-1976/77; 1980/81-eind 1984), Puma (1977/78-1978/79) en Cor du Buy (1979/80). De huidige kledingsponsor is adidas, dat een contract heeft tot medio 2031.

Periode Kledingsponsor Shirtsponsor
1973-1977 Le Coq Sportif geen
1977-1979 Puma
1979-1980 Cor du Buy
1980-1982 Le Coq Sportif
1982-1984 TDK
1985-1989 Kappa
1989-1991 Umbro
1991-2000 ABN AMRO
2000-2008 Adidas
2008-2014 AEGON
2015-2025 Ziggo
2025-2031

Ajax heeft een paar keer met een alternatieve shirtsponsor gespeeld. Op 1 april 2007 droeg Ajax in de wedstrijd tegen Heracles Almelo de naam Florius op het shirt. Florius is een onderdeel van ABN AMRO en was destijds net gelanceerd. De laatste competitiewedstrijd in het seizoen 2007/08, eveneens thuis tegen Heracles Almelo, stond Dance4Life op het tenue. Dit was een gebaar van ABN AMRO, die na dat seizoen stopte met sponsoring en de laatste wedstrijd het hele sponsorpakket aan Dance4Life doneerde.

Op 24 januari 2010, bij de wedstrijd Ajax-AZ, speelden beide ploegen met Giro 555 op het shirt om aandacht te vragen voor het gironummer van de samenwerkende hulporganisaties, ten bate van de aardbeving in Haïti. Hetzelfde gebeurde op 13 april 2011 toen Ajax een benefietwedstrijd speelde tegen Shimizu S-Pulse ten bate van de ramp in Japan. De shirts met Giro 6868 werden later geveild.

Op 1 april 2012 speelde Ajax wederom tegen Heracles Almelo met een andere shirtsponsor. Op deze dag prijkte het logo van "Fonds Gehandicaptensport" op het shirt. Ajax' shirtsponsor AEGON ondersteunt al jaren het Fonds Gehandicaptensport en wilde met deze actie samen met Ajax en de Ajax foundation aandacht vragen voor de start van de jaarlijkse collecteweek. Ook op 7 april 2013 speelde Ajax met Fonds Gehandicaptensport op het shirt, weer was Heracles Almelo de tegenstander. Op 30 maart 2014 prijkte het Fonds Gehandicaptensport wederom op het shirt. Ditmaal was FC Twente de tegenstander.

Supporters

Ajax heeft enkele fanatieke supporterskernen, waaronder de F-Side (opgericht in oktober 1976). In de Arena zit de F-Side pal achter het doel aan de zuidkant van het stadion in de vakken 125 tot en met 129. De supporters van de F-Side zorgen voor sfeer in het stadion, maar ook vaak voor rellen tijdens en na wedstrijden. Als de toss het toelaat speelt Ajax altijd de tweede helft richting de F-Side. F-Side heeft geen eigen zitplaatsen maar staat tijdens de wedstrijd.

Een andere bekende supporterskern was VAK410 (opgericht in 2001). De supporters van VAK410 bevonden zich lange tijd in de zuidhoek van het stadion op de bovenste ring, vak 424 en 425. Vanaf het begin tot 2008 stonden zij echter aan de noordwestkant, in vak 410 (vandaar de naam). De supporters van VAK410 maakten meer sfeeracties in het stadion met onder meer grote spandoeken. Mede door een, door opzeggingen en stadionverboden, kleiner wordende groep, én de aankomende nieuwe verhuizing naar de zuidkant, werd in 2016 besloten te stoppen met VAK410 als supporterskern.

Uit de Football Top 20 van onderzoeksbureau SPORT+MARKT is gebleken dat Ajax in 2010 ongeveer 7,1 miljoen supporters in Europa heeft, een stuk meer dan rivalen Feyenoord en PSV met respectievelijk 1,6 en 1,3 miljoen. Deze 7,1 miljoen supporters leveren Ajax een 15e plaats op de Europese ranglijst op. Daarnaast is volgens het onderzoek 39% van de Nederlandse voetballiefhebbers Ajacied. Ajax heeft niet alleen veel supporters, maar ook veel fans gaan naar Europese wedstrijden. Met gemiddeld 53.056 toeschouwers per wedstrijd stond Ajax in 2019 op de dertiende plek in Europa, boven grote clubs zoals Paris SG, Liverpool FC en Chelsea FC. Kanttekening hierbij is dat niet alle clubs de capaciteit van de Johan Cruijff ArenA bezitten.

Joden

Spelers en supporters van Ajax werden in het verleden al aangesproken als Joden. Supporters hebben dit als geuzennaam overgenomen. De herkomst van deze naam is onderwerp van discussie, omdat Ajax van oorsprong geen Joodse voetbalclub is. Voor de Tweede Wereldoorlog waren Wilhelmina Vooruit en Hortus Eendracht Doet Winnen, later gefuseerd onder de naam WV-HEDW, dé Joodse clubs van Amsterdam. Al voor de oorlog speelden er Joodse voetballers bij Ajax, alleen niet significant méér dan bij de andere Amsterdamse clubs. De aanhang was echter wel van meer Joodse afkomst en zo hing er in de jaren 1930 al een Joods imago rond de club. Aanhangers van bezoekende teams zagen dat er veel Joodse supporters aanwezig waren. Het bestuur van Ajax en het CIDI hebben zich altijd verzet tegen het gekoketteer met het jodendom.

Volgens Amsterdammers is de bijnaam afkomstig van de vele supporters die vroeger per fiets naar de wedstrijden reden. Daarbij passeerden zij de Nieuwmarkt/Waterloopleinbuurt (de Jodenhoek) en de Transvaalbuurt waar ook veel Joodse mensen woonden. Men gebruikte dan vaak de uitdrukking "Wij gaan naar de Joden."

Negatief gebruik

Tegenwoordig heeft de geuzennaam weinig meer met het Joodse geloof te maken. Daarom wordt de geuzennaam Joden ook steeds minder gebruikt, aangezien dit kwetsend is voor de Joodse gemeenschap van Amsterdam.

Daarnaast wordt de geuzennaam negatief gebruikt door supporters van rivaliserende clubs. Een enkele keer ook door tegenstanders, zoals in maart 2011 na de wedstrijd tussen ADO Den Haag en Ajax. Na afloop van de door ADO gewonnen wedstrijd gingen de spelers Lex Immers en Charlton Vicento en de trainers John van den Brom en Maurice Steijn te ver mee in het enthousiasme van de supporters. Volgens verschillende bronnen was vooral Immers de aanstichter door de geuzennaam op een negatieve manier te gebruiken. Zo werd "we gaan op jodenjacht" naar voren gebracht. Alle betrokkenen hebben na afloop hun excuses aangeboden, maar werden alsnog door de eigen club en de KNVB gestraft.

Supportersvereniging Ajax

Supportersvereniging Ajax is een vereniging met ruim 90.000 leden, opgericht op 7 mei 1992. De vereniging organiseert tientallen keren per jaar grote activiteiten en evenementen binnen Nederland. Variërend van de open dag, die jaarlijks door tienduizenden bezoekers wordt bezocht, tot regionale supportersfeesten, een website en een krant Ajaxlife die twintig keer per seizoen toegestuurd wordt.

In 2023 blokkeerde de supportersvereniging een feestelijke huldiging op het Leidseplein van de Ajax-vrouwenploeg, die dat jaar landskampioen geworden was, vanwege verbolgenheid over de slechte prestaties van de mannenploeg.

Gemiddeld toeschouwersaantal 1978-2023

Deze grafiek laat zien hoeveel supporters de thuiswedstrijden van Ajax gemiddeld bezochten in de loop der jaren. Er is een duidelijk verschil tussen De Meer en de Amsterdam ArenA (vanaf 1996/97)/Johan Cruijff ArenA (naam vanaf 2018). In de zeer magere periode van De Meer, is er wel een tijdelijk Cruijff-effect (met name 1981/82 en enigszins nog 1982/83) en een blijvend Beenhakker-effect (1989/90 en 1990/91, dat ook onder van Gaal tussen 1991/92 en 1995/96 aanhoudt), met een relatief sterke stijging van de toeschouwersaantallen.

11765
14994
11085
21665
17582
12641
13006
14273
12889
10467
11823
17000
22479
18994
21429
22724
23584
21992
48069
48423
41275
40873
36339
35809
47571
48996
49595
47737
48561
49125
49014
48677
47316
50146
50490
50871
49403
49201
49551
49670
52987
53342
1860
36656
53582
78/79 79/80 80/81 81/82 82/83 83/84 84/85 85/86 86/87 87/88 88/89 89/90 90/91 91/92 92/93 93/94 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03 03/04 04/05 05/06 06/07 07/08 08/09 09/10 10/11 11/12 12/13 13/14 14/15 15/16 16/17 17/18 18/19 19/20 20/21 21/22 22/23

Rivaliteit

Als een van de drie traditionele topclubs heeft Ajax in de loop der jaren veel rivaliteit ondervonden van andere clubs in de Eredivisie.

Rivaliteit met Feyenoord

De rivaliteit tussen Ajax en Feyenoord is bekender dan alle andere rivaliteiten tussen Nederlandse voetbalclubs. De onderlinge duels (De Klassieker) behoren tot de belangrijkste wedstrijden van het jaar en zijn altijd uitverkocht. Tot en met het seizoen 1973-1974 waren Ajax en Feyenoord de enige Nederlandse clubs die met regelmaat landskampioen werden en zich met de wereldtop konden meten. Een wedstrijd tussen beide clubs kwam in die dagen neer op een strijd om welke club de beste van Nederland was. Het is in de publieke beleving een botsing tussen het aanvallende, pressende, sierlijke, elegante en creatieve voetbal van Ajax, waarbij de bal vaak een totaal andere kant uitgaat dan waar je hem verwacht en waarbij optie 3 in plaats van 1 of 2 wordt gekozen[bron?], en het wat defensievere spel en de onverzettelijke strijdlust van Feyenoord (begin jaren zeventig: Gerrie Muhren, Johnny Rep, Johan Cruijff en Dick van Dijk versus Theo Laseroms, Wim Jansen, Dick Schneider en Willem van Hanegem). Daarnaast is het een botsing van de twee grootste steden van Nederland: de zelfbewuste uitstraling van de hoofdstad strijdt tegen de Rotterdamse arbeidersmentaliteit. In de praktijk valt er op de stereotypering van het voetbal van beide clubs veel af te dingen, deze stereotypering ging alleen zeer duidelijk op in de 5 seizoenen 1977/78 tot en met 1981/82, toen Ajax onder meer Frank Arnesen, Tscheu La Ling, Keje Molenaar, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg en Jesper Olsen onder contract had staan, terwijl Feyenoord onder meer Ben Wijnstekers, Michel van de Korput, Ivan Nielsen, Andre Stafleu, Rene Notten en Richard Budding in de gelederen had.

Zowel binnen als buiten het stadion hebben er in het verleden supportersrellen plaatsgevonden. Het dieptepunt is de afgesproken confrontatie geweest tussen hardekernaanhangers van de beide clubs in 1997 in een weiland nabij Beverwijk, waarbij Ajax-supporter Carlo Picornie om het leven kwam (de Slag bij Beverwijk).

Rivaliteit met PSV

PSV is een rivaal op sportief gebied. De wedstrijden tegen PSV worden ook als toppers bestempeld sinds het seizoen 1973-1974. De rivaliteit met PSV bestaat al geruime tijd en komt voort uit diverse oorzaken, zoals de verschillende interpretatie van al dan niet recente nationale en internationale successen van beide clubs en de veronderstelde tegenstelling tussen de Randstad en de provincie. Wedstrijden tussen Ajax en PSV staan bekend als De Topper.

Rivaliteit met andere clubs

Behalve Feyenoord en PSV heeft Ajax nog een aantal andere rivalen. Eén daarvan is FC Utrecht. Hoewel de Utrecht-supporters Ajax meer als rivaal beschouwen dan andersom, zijn deze duels altijd beladen: twee fanatieke supportersgroepen staan tegenover elkaar en wedstrijden waarin aan beide kanten strijd geleverd wordt, zijn eerder regel dan uitzondering. Hetzelfde geldt ook voor ADO Den Haag. De confrontaties tussen de beide supportersgroeperingen zorgen voor beladen wedstrijden. In 1987 leidt dit tot de slag om het Zuiderpark. De vermeende brandstichting in het supportershome van Ajax door ADO-hooligans en de inval van Ajacieden in het clubhuis van ADO als wraakactie hebben de onderlinge spanningen verder opgevoerd. In 2006 werd besloten dat beide clubs vijf jaar lang geen uitsupporters mochten meenemen in onderlinge duels.

Met FC Twente, FC Groningen en het nabijgelegen AZ heersen daarnaast enige spanningen. Supporters van andere clubs vertonen soms een afkeer van Ajax en trekken dan samen op tegen de club. In het verleden waren Amsterdamse rivalen Blauw-Wit, DWS en De Volewijckers, die in 1972 opgingen in FC Amsterdam en dat na tien jaar failliet ging in 1982.

Verbonden aan Ajax

Bestuursraad, directie en RvC

De vereniging AFC Ajax telt ruim 700 leden met stemrecht en bezit 73% van de aandelen van AFC Ajax NV. De vereniging wordt geleid door de bestuursraad, die bestaat uit zeven personen, onder leiding van voorzitter Frank Eijken.

De directie van het bedrijf AFC Ajax NV bestaat uit vier leden: Menno Geelen (commercieel directeur), Maurits Hendriks (chief sports officer), Susan Lenderink (financieel directeur) en heeft sinds het ontslag van Sven Mislintat een vacante functie van directeur voetbalzaken.

De Raad van commissarissen (RvC) bestaat gewoonlijk uit vijf leden.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Ajax_Cape_Town&oldid=844347"