Lijn

Het woordt lijn heeft meerdere betekenissen.

• Een lijn is een streep, krom of recht. De kortste lijn tussen twee punten is een rechte lijn. Simpel gezegd is het een verbinding tussen twee punten. Een beginpunt en een eindpunt.
• Ook een gespannen touw of koord ("Achter het lijntje blijven!").
• Ook een mode- of kledinglijn (soortgelijke kleding of mode).
• Eveneens: afvallen, vermageren ("Aan de lijn zijn").
• Op een zeilschip is een lijn het touw waarmee de zeilen losser of strakker worden gezet. Dit wordt ook wel de schoot genoemd. De plek waar vroeger lijnen voor schepen werden gemaakt heet een lijnbaan (zie ook touw).
• Een lijn kan ook een route van een trein, bus, metro of tram zijn. Veelal hebben deze routes een eigen nummer of naam. Ook voor vaste scheepvaart verbindingen noemt men het een lijn; bijvoorbeeld de Holland-Amerika lijn. Vliegtuigen met een vaste route noem je een lijnvlucht.

Spreekwoorden

• De lijn trekken-dit betekent luieren
• De lijn aanhalen-dit betekent strenger worden
• Dezelfde lijn trekken- dit betekent dezelfde mening hebben
• Binnen de lijntjes kleuren-dit betekent goed naar de regels luisteren en niets fout doen