Bloedbad van Oradour-sur-Glane
Het bloedbad van Oradour-sur-Glane was een gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 10 juni 1944 werden bijna alle inwoners van het Franse dorp Oradour-sur-Glane door Duitse bezetters vermoord. Bij het bloedbad kwamen 642 mensen om het leven. De mannen werden neergeschoten, terwijl de vrouwen en kinderen naar de kerk moesten komen. Eenmaal binnen liet men de kerk ontploffen, waardoor deze instortte en veel rook ontstond. Na afloop werd het gehele dorp in de brand gestoken. Hierdoor waren er alleen nog ruïnes over. Slechts zes mensen overleefden het bloedbad.
Na de Tweede Wereldoorlog besloot men van het dorp een "nationaal monument" te maken. Oradour-sur-Glane is daardoor niet opgebouwd, maar de verbrandende resten zijn zo gelaten. Uiteindelijk heeft men wel een nieuw dorp gebouwd, wat vlak naast het oude Oradour-sur-Glane ligt. Het bloedbad van Oradour-sur-Glane is een van de heftigste gebeurtenissen in Frankrijk tijdens de oorlog. Het nationaal monument dient als herinnering aan deze gebeurtenis.
Aanleiding
Het bloedbad van Oradour-sur-Glane was een zogeheten wraakactie. De Duitse bezetters wilden wraak nemen op de Franse bevolking.
Op 8 juni 1944 had het Franse verzet namelijk een belangrijke spoorbrug bij het plaatje Saint-Julien opgeblazen. Het Franse verzet wilden hiermee de Duitse bezetters dwarsbomen. De Duitse bezetters vervoerden namelijk veel spullen en wapens door middel van treinen. Zonder de spoorbrug konden de treinen niet rijden. Hierdoor werd het vervoer een stuk moeilijker. Bij de ontploffing van de spoorbrug kwamen twee Duitse soldaten om te leven. Een van deze soldaten was bevriend met de SS'er Adolf Diekmann.
Diekmann had een belangrijke functie binnen de SS. Hij was Sturmbannführer (majoor), waardoor hij ook leiding gaf aan een groep SS'ers. Deze groep stond bekend als het eerste regiment "Der Führer" van de 2. SS-Panzer-Division Das Reich. Naast Diekmann hadden Heinz Lammerding, Kahn en Heinz Barth ook de leiding over deze groep. Samen besloten zij een plan te bedenken tot wraak.
Verloop
Een groep SS-soldaten ging onder hun leiding naar het dorpje Oradour-sur-Glane op zaterdag 10 juni om 12 uur. Diekmann gaf zelf leiding aan deze groep en zette een hoofdkwartier op in een boerderij in de buurt van het dorp. Om 13.30 arriveerden de soldaten in het dorp. De soldaten omsingelden het dorp en blokkeerden alle in- en uitgangen. Hierdoor kon niet het dorp meer in of uit. Zaterdag was toentertijd een normale werkdag in Frankrijk. Pas na de oorlog werd zaterdag onderdeel van het weekend. Hierdoor waren de volwassenen gewoon aan het werk en zaten de kinderen gewoon op school.
Na het arriveren moest iedereen zijn werk neerleggen. 20 inwoners besloten meteen het dorp uit te vluchten, waardoor zij het bloedbad overleefden. De SS-soldaten gaven aan dat er een identiteitscontrole zou komen. Iedereen moest naar buiten komen en zich verzamelen op het marktplein. Terwijl dit in gang was controleerden de soldaten of alle huizen echt leeg waren. Naast de inwoners werden ook zes fietsers uit een naast gelegen dorp (die toevallig in Oradour-sur-Glane waren) naar het marktplein gelokt. De mannen werden van de vrouwen en kinderen gescheiden. De mannen moesten naar het marktplein, terwijl de vrouwen en kinderen zich in de kerk van het dorp moesten verzamelen.
De mannen werden vanaf het marktplein naar zes stallen en schuren geleid. Hier pakten de SS-soldaten hun wapens en begonnen op de benen van de mannen te schieten. Toen niemand meer bewoog werden de stallen en schuren in brand gestoken. Zes mannen wisten te ontsnappen uit de schuren en stallen. Hiervan werd eentje later alsnog gevonden door de SS en vermoord. In de stallen en schuren kwamen 190 mannen om het leven.
Hierna liepen de soldaten de kerk binnen, waar ze een explosief plaatsten. De soldaten liepen vervolgens de kerk uit en lieten het explosief afgaan. De kerk vulde zich met rook en stortte gedeeltelijk in. Hierdoor ontstond veel paniek, aangezien mensen steeds moeilijker adem konden halen. De mensen die via de ramen en deuren probeerden te ontsnappen werden meteen beschoten door de SS. Het lukte slechts twee vrouwen en een baby om de kerk te verlaten door uit een hoog raam te springen. De moeder en haar baby werden direct neergeschoten door soldaten, terwijl de andere vrouw (Marguerite Rouffanche) de val overleefde. Rouffanche was de enige overlevende uit de kerk. In de kerk stierven 247 vrouwen en 205 kinderen.
Vervolgens plunderden de soldaten de huizen en winkels van het dorp en namen kostbaarheden (zoals juwelen, geld en wijn) mee. Na het plunderen werden de huizen in de brand gestoken. Het dorp werd hierdoor volledig verwoest. Slechts zes mensen overleefden het bloedbad zelf. Toch waren er ook enkele inwoners gevlucht vlak voor het bloedbad of niet aanwezig in het dorp tijdens het bloedbad (vanwege werk of bezoek).
Afloop
Oradour-sur-Glane bleef verboden terrein voor enkele dagen. Uiteindelijk mochten de overgebleven inwoners terugkeren naar het dorp. Zij zagen de ruïnes van het dorp en begroeven de doden. Later werd dorp ook de bisschop van Limoges bezorgd. Het bloedbad kwam als een schok in Frankrijk en zelfs in Duitsland. Zowel de Duitse legerleiding als de regering van Vichy-Frankrijk spraken schande van de actie. De Duitse legerleiding in Frankrijk vond dat Diekmann te ver was gegaan en begon een onderzoek. Toch kwam dit onderzoek niet erg ver. Diekmann werd enkele weken later vermoord tijdens Operatie Overlord. Veel soldaten die hadden meegeholpen tijdens het bloedbad werden toen ook vermoord.
Tussen 1953 en 1983 werden de overige SS-soldaten berecht in West- en Oost-Duitsland. Sommige van hen werden vrijgesproken of later vrijgelaten. Heinz Lammerding werd berecht in West-Duitsland en stierf in 1971. Heinz Barth werd opgespoord in Oost-Duitsland in 1983 en veroordeeld tot levenslang. Hij werd echter in 1997 vrijgelaten en stierf in 2007.
Nationaal monument
Na de oorlog besloot generaal Charles de Gaulle het dorp te bezoeken. Het dorp bestond toen nog steeds uit ruïnes. De Gaulle besloot dat het dorp een "nationaal monument" werd. De ruïnes werden daarom niet opgebouwd of afgebroken, maar moesten blijven staan. Oradour-sur-Glane werd hierdoor een blijvende herinnering aan het geweld van de nazi's tijdens de bezetting van Frankrijk. Eén kilometer verderop werd het nieuwe Oradour-sur-Glane gebouwd voor de overgebleven inwoners, wat in 1953 geopend werd.
In 1999 werd het Centre de la mémoire d'Oradour door president Jacques Chirac geopend. Dit bezoekscentrum is de ingang naar het dorp en heeft een klein museum over het bloedbad. In het museum zijn enkele voorwerpen te zien die in het dorp gevonden zijn. Over het bloedbad zijn verschillende documentaires gemaakt en boeken geschreven, waar de overlevenden vaak aan hebben meegeholpen. De laatste overlevende van het bloedbad (Robert Hébras) overleed op 11 februari 2023.