Zeearend
Zeearend Haliaeetus | |||
---|---|---|---|
Bedreigd | |||
Leefgebied | Noord-Europa | ||
Leefomgeving | Kustgebieden, meren | ||
Behoort tot de | Roofvogels, Landvogels, Vogels | ||
|
De Zeearend of Europese Zeearend is de grootste roofvogel van Europa. Zeearenden variëren in grootte, van Sanford's zeearend , gemiddeld 2-2,7 kg, tot Stellers zeearend, met een gewicht tot 9 kg. Met een gewicht tot 6,9 kg is de zeearend de grootste adelaar van Europa. Amerikaanse zeearenden kunnen tot 6,3 kg wegen, waarmee ze de grootste adelaar zijn die inheems is in Noord-Amerika.
Afmeting
Hij is 68–92 cm lang en heeft een spanwijdte van 190–250 cm. Het vrouwtje is groter en zwaarder dan het mannetje.
Uiterlijk
Volwassen vogels hebben een bruin verenkleed met lichtbeige kop en hals, een redelijk lange nek, een korte, witte, stomp wigvormige staart, een krachtige zeer grote zware, gele snavel, waar ze zittend het best aan te herkennen zijn, en gele poten. Jonge Zeearenden zijn overal zwartbruin, vooral op vleugels, kop en staart; ze hebben lichte en donkerbruine vlekken op de rug, soms een lichte streep op de ondervleugel en een zwarte snavel, die langzaam van zwart naar donkergrijs naar grijsgeel naar lichtgeel (in zijn 4e jaar) naar geel wordt. Hun kop is vaak het donkerst. Sommige jonge Zeearenden zijn lichtbruin. De iris is van 0-3 jaar zwart, na 3-5 jaar wordt hij lichtbruin. Het volwassen kleed is na ca. 5 jaar volledig klaar, de lichte kop pas na 8-10 jaar. De Zeearend heeft lange brede, rechthoekige vleugels, daardoor heeft hij de bijnaam vliegende deur.
Verspreiding
De Zeearend is nog steeds erg zeldzaam, alleen niet in Scandinavië, vooral Noorwegen; in Noord Duitsland neemt hij sterk toe. In 2006 heeft voor het eerst in Nederland een Zeearend gebroed, in de Oostvaardersplassen.
De Zeearend is een broedvogel van Groenland tot Japan. In Europa broedt hij vooral in het noordoosten (zomergast) en Scandinavië (jaargast, ook op West IJsland), maar ook in West Schotland en op de Balkan, in Middenoost Europa en in Griekenland (jaargast). In heel Midden-Europa zijn er nauwelijks 50 broedparen. De dichtstbijzijnde broedplaats ligt in noordoost Duitsland. Er broeden in Europa 5000-5500 paar. Hij komt nog voor bij afgelegen moerassen, brede rivieren, grote meren en andere natte gebieden en langs rots- en zeekusten en eilanden voor de kust. In Midden-Europa leeft hij op de bosrijke merenplateaus. Rond kleine havens kan hij zeer brutaal en redelijk tam worden als hij met rust wordt gelaten. Hij overwintert gespreid in West-Europa, op uitgestrekte kustvlakten, open laagland, maar ook op akkers, alleen of met zijn tweeën, en keert dan steeds terug naar vaste plaatsen. Volwassen vogels zijn vooral standvogel (behalve in het uiterste noorden). Jonge vogels zwerven rond.
In Nederland is hij sinds kort zeldzame jaargast, vooral aan de Friese kust, in Flevoland en in de Delta. Tot ongeveer 2000 was hij alleen wintergast. Jaarlijks zijn er 2-5 in Nederland, maar soms meer dan 10 exemplaren. Zeearenden hebben bijzonder veel ruimte nodig.
Voedsel
De Zeearend is een viseter die vooral ‘s winters ook jaagt op (water)vogels, zoals eenden en meerkoeten en zoogdieren zoals hazen, tot het formaat van reeën. Hij eet ook aas (dood vlees) en afval. Een volwassen vogel heeft ca. 500 gram vlees per dag nodig.