ROM

Een ROM ziet er vaak uit als een zwart blokje met pennetjes

ROM (Read-Only Memory)is een soort geheugen dat niet verloren gaat als je de computer uitzet.

In tegenstelling tot RAM, Random Access Memory, kan je ROM enkel lezen, het is permanent dus onveranderlijk.

Functie van ROM

Het ROM vertelt, bij het opstarten van je computer, aan het BIOS welke stappen er moeten gedaan worden.

Bijvoorbeeld: Je toetsenbord moet "wakker worden". ROM stuurt de software die daarvoor nodig is door naar het BIOS. Het BIOS voert een testje uit om te zien of alles nog werkt, en doet de nodige verdere stappen.

Van ROM naar flash-geheugen

Moderne flash-geheugen kaartjes

Het ROM bevat dus die informatie die altijd ongewijzigd blijft. Het is door de programmeur van het computerbedrijf dat de computer maakte gevuld. Vandaar ook de naam firmware (software van de firma).

De vroegere insteek modules voor spelcomputers zijn dus in feite ook een ROM.

Mocht er een fout in de software van de ROM zitten, dan moet deze in z'n geheel worden vervangen. Later kwamen er uitwisbare ROM's; de EPROM (1971) en EEPROM (1972, ook wel flash-geheugen genoemd). Daar zijn later de USB-sticks uit voortgekomen. Die behouden de data als er geen stroom meer op staat. Je had er eerst nog speciale apparatuur voor nodig om het te wijzigen. Dit wissen werkte namelijk met sterk UV-licht.

Ook de opslagruimte in een ROM is in de loop der jaren enorm gestegen. Van 1 Kb in 1969 tot 16 Mb in 1995.

Flash-geheugen wordt gebruikt in computers, PDA's , digitale audiospelers, digitale camera's, mobiele telefoons, synthesizers, videogames, wetenschappelijke instrumenten, industriële robotica en medische elektronica.