Stadsrechten
Stadsrechten werden door de landsheer (zo heette vroeger de baas van het land) aan een stad verleend. Die stad kreeg dan vrijheden en privileges, dat zijn voorrechten. Het is dus het recht dat in een stad geldt. In Nederland werden de eerste stadsrechten in de 13e eeuw gegeven. Twee voorrechten waren ook: een stad met stadsrechten kreeg toestemming om een muur te bouwen, de stad kon zich dus beter verdedigen en ze mochten ook een markt houden wat erg veel geld opleverde. Vaak mochten steden ook tol gaan heffen en/of een eigen munt slaan.
Stadsrechten zijn in Nederland uiteindelijk de ondergang van de adel geworden. Doordat de steden zo rijk en machtig werden door de stadsrechten hadden ze een heer helemaal niet meer nodig en als die te veel geld wilde van een stad kon die zich goed verdedigen. Doordat de graven en hertogen daardoor veel minder macht kregen werden ze ook armer, waardoor in Nederland rond de 16e eeuw de steden bijna allemaal in feite onafhankelijk zijn geworden. Nadat de staat in Nederland machtiger werd werden minder vaak stadsrechten verleend.
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
Dit artikel is een beginnetje.
|