Intelligentiequotiënt
Het intelligentiequotiënt, afgekort IQ, is een van de meest gangbare waarden waarmee de intelligentie van iemand bepaald wordt.
Het intelligentiequotiënt wordt door middel van een IQ-test bepaald. Bij deze test wordt aan de hand van allerlei vragen iemands intelligentie gemeten. Er bestaan heel veel verschillende intelligentietesten, zoals de WISC V, WPPSI, SON-R en RAKIT-2.
De afgelopen jaren is er steeds meer kritiek op het gebruiken van een intelligentiequotiënt als maat voor intelligentie, omdat zo'n test een momentopname is: als iemand zich bijvoorbeeld een dagje niet goed voelt, dan kan die persoon een score krijgen die wel 10-20% lager uitvalt. Daarnaast moet een IQ-test goed afgenomen worden en moet degene die de test afneemt onafhankelijk zijn. Ook moet die persoon wel goed weten hoe een IQ-test werkt. Ten slotte komt het ook voor dat mensen van tevoren oefenen voor IQ-tests, waardoor de resultaten niet betrouwbaar zijn.
Scoretabel
Resing & Blok
> 130 | Hoogbegaafd |
120 - 130 | Begaafd |
110 - 120 | Bovengemiddeld |
90 - 110 | Gemiddeld |
80 - 90 | Benedengemiddeld |
70 - 80 | Zwakbegaafd |
Indien er is voldaan aan de criteria voor een verstandelijke beperking:
50 - 70 | Lichte verstandelijke beperking |
35 - 50 | Matige verstandelijke beperking |
20 - 35 | Ernstige verstandelijke beperking |
< 20 | Diepe verstandelijke beperking |
Wechsler WAIS-III
> 130 | Hoogbegaafd |
120-130 | Begaafd |
110-120 | Bovengemiddeld |
90-110 | Normaal |
80-90 | Benedengemiddeld |
70-79 | Lichte verstandelijke beperking |
50-70 | Matige verstandelijke beperking |
25-50 | Ernstige verstandelijke beperking |
< 25 | Zeer ernstige verstandelijke beperking |