Afzettingsprocedure (Verenigde Staten)
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Een afzettingsprocedure (Engels: impeachment) is een proces waarbij een bestuurder gedwongen wordt om te stoppen met zijn functie. In de Verenigde Staten wordt dit vooral in verband gebruikt met het afzetten van een president, maar ook een vicepresident of andere bestuurder kan worden afgezet. Hoe dit moet gebeuren staat beschreven in de grondwet van de Verenigde Staten. De verschillende staten hebben daarnaast de mogelijkheid om eigen gouverneur aan te zetten. Hoe dit moet gebeuren verschilt per staat en staat in de grondwet van de desbetreffende staat beschreven.
Op federaal niveau staat de afzettingsprocedure beschreven in het eerste en tweede artikel. Volgens de grondwet kan een afzettingsprocedure gestart worden door het Amerikaans Congres. Dit kan in drie gevallen; corruptie, landverraad en "high crimes". Beide kamers moeten hiermee instemmen om een persoon te kunnen afzetten. In de Amerikaanse politieke geschiedenis zijn er vier afzettingsprocedures tegen presidenten geweest; Andrew Johnson in 1868, Bill Clinton in 1999 en twee maal tegen Donald Trump (2020 en 2021). In alle vier de gevallen heeft het Huis van Afgevaardigden de afzetting aangenomen, maar de Senaat niet. Dit betekent dat ze niet afgezet zijn en na de procedure gewoon president kunnen blijven. Mochten beide kamers ermee instemmen kan er nog een stemming worden gehouden om te verbieden dat de afgezette president zich verkiesbaar mag stellen voor de presidentsverkiezingen.
Op statelijk niveau zijn gedurende de geschiedenis verschillende gouverneurs afgezet. De redenen en procedure verschilt per staat, maar vaak moeten beide kamers van het parlement van die staat ermee instemmen.
De term impeachment
Voor Nederlandstaligen kan de term "impeachment" vrij verwarrend zijn. Het vertaalt namelijk zowel naar "afzetting" als "aanklacht". Dit zijn twee verschillende begrippen. Een afzetting betekent dat iemand uit een functie wordt gezet. Een aanklacht is echter dat iemand beschuldigt wordt van iets waarvoor hij/zij kan worden afgezet.
Als we de afzettingsprocedure tegen Bill Clinton in 1999 nemen betekent dit het volgende. Het Huis van Afgevaardigden beschuldigde hem voor iets waarvoor hij afgezet kon worden (namelijk liegen onder ede). Deze beschuldiging werd door een meerderheid aangenomen. In het Engels kun je zeggen "Bill Clinton was impeached". Doordat het woord "impeach" zowel vertaald naar beschuldigen als afzetten lijkt het hierdoor alsof Clinton uit zijn ambt werd gezet. Dit was echter niet waar. Een president of andere bestuurder kan pas uit zijn ambt worden gezet als de Senaat hem schuldig vindt. Dit gebeurde niet en Clinton bleef president tot het einde van zijn termijn in 2001. Hierdoor moeten Nederlandstaligen oppassen dat ze de juiste vertaling gebruiken.
Op federaal niveau
Wanneer kan iemand afgezet worden?
Om een afzettingsprocedure te starten moet een goede reden zijn. Dit is om te voorkomen dat iemand zomaar wordt afgezet vanwege zijn persoonlijkheid, een bepaalde mening of geloof. Om dit te voorkomen staan in de Amerikaans grondwet drie redenen:
- Treason (landverraad): Dit gebeurt wanneer de Verenigde Staten bijvoorbeeld in oorlog is met een ander land en een bestuurder de kant van de vijand kiest. De reden hiervoor is dat de bestuurder de Verenigde Staten in deze oorlog kan tegenwerken, aangezien hij niet trouw is aan de Verenigde Staten.
- Bribery (corruptie of omkoperij): Dit gebeurt wanneer een bestuurder wordt omgekocht door een organisatie of persoon. Deze bestuurder krijgt geld, spullen of iets anders om bijvoorbeeld voor of tegen een wet te stemmen. Dit is een reden voor een afzettingsprocedure, omdat deze bestuurder het landsbelang kan tegenwerken. Daarnaast is het ondemocratisch.
- High crimes and misdemeanors (Erge misdaden en overtredingen): Dit is een moeilijke reden, aangezien niet vaststaat wat hier wel en niet ondervald. Deze term is overgenomen uit de Britse wet en staat niet verder in de Amerikaans grondwet beschreven. Over de jaren heen is deze term daardoor steeds anders geïnterpreteerd.
Sinds het ontstaan van de zijn er 21 afzettingsprocedures geweest. Hiervan vallen er 0 onder de categorie landverraad, 3 onder de categorie corruptie en 18 onder de overige categorie.
Om een procedure te starten moet er ook (voldoende) bewijs zijn. Daarom wordt er vaak een comité opgericht om dit te onderzoeken. Zonder bewijs in een afzettingsprocedure niet mogelijk. Een voorbeeld is toen afgevaardigde Marjorie Taylor Greene één dag na de beëdiging van Joe Biden tot president hem wilde afzetten. Volgens haar had Biden machtsmisbruik gepleegd, hoewel hier nooit bewijs voor gevonden is.
Wie kunnen er allemaal afgezet worden?
De volgende personen kunnen afgezet worden:
- De president van de Verenigde Staten
- De vicepresident van de Verenigde Staten
- Ministers en staatssecretarissen
- Hoge functionarissen en commissarissen
In 1970 stelde de afgevaardigde Gerald Ford voor een rechter van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten af te zetten. Toen is verklaard dat dit onmogelijk is. Senatoren en afgevaardigden kunnen niet afgezet worden volgens deze procedure. Wel kunnen zij - met een meerderheid - gecensureerd of naar huis gestuurd worden. Overheidspersoneel met weinig verantwoordelijkheid, zoals mensen die administratie bijhouden, kunnen niet worden afgezet.
Hoe verloopt een afzettingsprocedure?
Een afzettingsprocedure bestaat uit drie stappen. Als eerste wordt er een commissie opgericht die de aanklachten onderzoekt. Deze commissie hoort getuigen, verzamelt het bewijs en stelt de artikelen om de afzettingsprocedure te starten op. Tijdens de tweede afzettingsprocedure tegen Trump werd deze stap overgeslagen.
Nadat de artikelen zijn opgesteld gaan deze naar het Huis van Afgevaardigden. Hier wordt vervolgens over gedebatteerd en uiteindelijk over gestemd. Van de 435 leden met stemrecht moeten er minstens 218 voorstemmen; oftewel de helft plus 1. Stemt het Huis van Afgevaardigden vóór dan zijn de artikelen aangenomen. De bestuurder is beschuldigt (impeached), maar nog niet uit zijn ambt gezet. De artikelen worden vervolgens naar de Senaat gestuurd. Stemt het Huis van Afgevaardigden tegen dan gebeurd er niets en is de persoon vrijgesproken.
De laatste stap is de Senaat. Deze debatteert weer over de artikelen en stemt uiteindelijk of de bestuurder moet worden afgezet. Om een bestuurder af te zetten moet minstens twee derde vóór stemmen (een absolute meerderheid). Stemt de Senaat voor wordt de persoon afgezet. Stemt de Senaat tegen is deze persoon vrijgesproken. Normaal leidt de vicepresident de debatten in de Senaat. Tijdens een afzettingsprocedure is dit de opperrechter van het Hooggerechtshof.
Kiest de Senaat ervoor om de bestuurder af te zetten kan de Senaat nog een keer stemmen om de persoon ongeschikt te verklaren om een federale bestuursfunctie uit te voeren. Hiervoor moet een normale meerderheid (de helft plus 1) voor stemmen. In dit geval kan de bestuurder nooit meer minister, vicepresident of president worden of een andere hoge functie binnen de federale overheid uitvoeren.