Vleugel (muziekinstrument)
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Een vleugel is een snaarinstrument. Hij lijkt op een piano. Het verschil tussen een vleugel en een zogeheten buffetpiano is dat bij de piano de snaren verticaal staan en dat de hamertjes de snaren van de zijkant raken. Bij de vleugel is het precies andersom. De snaren liggen horizontaal en de hamertjes slaan er van onderen tegen aan. Een vleugel komt in huis minder vaak voor dan een normale piano doordat hij zoveel plaats in neemt. Het geluid van een vleugel is vaak ietsje voller dan dat van een piano, vooral bij de lage snaren. Vleugels worden meestal ook gebruikt tijdens concerten omdat pianisten de vleugel vaak als een "professionele" versie van de piano zien. Een vleugel heeft vaak 3, soms 2 en soms 4 pedalen.
Hoe het begon
De piano is uitgevonden in Italië door Bartolomeo Cristofori (1655–1731 uit Padua, Italië) rond het jaar 1700 (wanneer dat precies was is onzeker). Het woord piano is een verkorte vorm van pianoforte. Dat is de Italiaanse naam voor de vroege versies van het instrument. De Italiaanse muziektermen piano (voor zacht en pianissimo voor zeer zacht) en forte (voor 'luid'). In de bladmuziek kom je dit ook tegen als de letters P en F wat aangeeft waar je zacht (P) en luid of hard (F) moet spelen. De fortepiano is zeg maar een vervolg op het klavecimbel. Bij dit instrument kon je hard en zacht op de toetsen slaan, maar dat had geen effect op het geluid. Dat bleef namelijk hetzelfde, ook omdat bij een klavecimbel de snaar geplukt wordt. Bij de fortepiano heeft dat wel effect omdat het de snaar aangeslagen wordt door een hamertje die verbonden is met de toets. Dit idee is afkomstig van de snaarinstrumenten die met hamertjes worden bespeeld zoals het hakkebord. Cristofori had veel ervaring met het bouwen van een klavecimbel en hij bedacht het hamer mechaniek. Zijn vinding bleef lang onbekend, maar doordat een Italiaanse schrijver, Scipione Maffei, er in 1711 een enthousiast artikel over schreef werd de vinding bekender. Dit kwam ook omdat er een plaatje van het hamer mechaniek bij was gemaakt. Nadat er een betere versie van het instrument kwam, raakte de bekende componist Bach in 1747 ook enthousiast. De instrumentbouwer Gottfried Silbermann (1683-1753 uit Duitsland) vond de voorloper uit van het moderne sustain pedaal (het pedaal waarmee je het geluid luider kunt laten klinken als je hem intrapt en dempt als je hem los laat). In de periode van ongeveer 1790 tot 1860 onderging de piano uit het Mozart-tijdperk enorme veranderingen die leidden tot de de vleugel zoals we die nu ook kennen.