Trail of Tears
De Trail of Tears (Nederlands: Tocht der Tranen) is de naam voor de gedwongen verhuizing van Cherokee in de Verenigde Staten in 1838. Bij de Tocht der Tranen kwamen zo'n 4.000 Cherokee om het leven. De Cherokee zijn een van de inheemse volkeren in de Verenigde Staten. Hoewel de Amerikaanse overheid slechts erkent dat er 242 Cherokee stierven, zijn er historici die schattingen maken tussen de 2.000 en 8.000. Naast de Trail of Tears was er ook nog de Trail of Death (Tocht des Doods), die hetzelfde jaar plaatsvondt. Dit ging om de gedwongen verhuizing van de Potawatomi.
Beide verplaatsingen vonden plaats onder president Andrew Jackson. Veel inheemse volkeren hebben hierdoor nog steeds kritiek op Jackson, mede doordat veel dingen naar hem vernoemd zijn en hij veel standbeelden heeft. De verhuizing was het gevolg van de Indian Removal Act van 1830. Hiermee werd gesteld dat de president het alleenrecht had om inheemse volkeren te verplaatsen naar andere gebieden. Hoewel dit via verdragen moest, werden inheemse volkeren onderdruk gezet deze te tekenen. De volkeren moesten verplaatst worden naar het westen van de Mississippi. Veel Amerikanen zagen de inheemse volkeren als onbeschaafd en zelfs gevaarlijk. Tijdens onder meer de Oorlog van 1812 waren er diverse aanvallen geweest van inheemse volkeren. De Cherokee, die voornamelijk leefden in Tennessee en North Carolina werden verplaatst naar Arkansas en Oklahoma.
Schrijver Ralph Waldo Emerson sprak zich fel uit tegen beide tochten. Hij wilde dat de nieuwe president, Martin Van Buren, dit de Cherokee niet zou aandoen. Desondanks ging Van Buren door met de tochten. Aangezien de tochten per voet gebeurden, stierven veel Cherokee door uitputting. Daarnaast waren in de kampen verschillende ziekten, waaraan veel mensen overleden.